Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nadelen zijn deels gelijk aan die van optie 1, deels anders; alleen de laatste worden<br />
genoemd:<br />
• dat als scholen - op eigen inzichten - Grieks als keuzeoptie voor leerlingen geven,<br />
zij in de onderbouw en tweede fase investeren in een nog kleinere groep<br />
leerlingen Grieks dan bij de verplichting van de twee Klassieke Talen: het aantal<br />
leerlingen dat in de onderbouw een tweede <strong>klassieke</strong> taal kiest, kan klein zijn en<br />
daardoor ook het aantal dat in de tweede fase met die taal doorgaat;<br />
• dat er scholen kunnen zijn die aan deze groep leerlingen een keuze van Grieks<br />
onthouden.<br />
6.3.3 Slechts één <strong>klassieke</strong> taal verplicht<br />
In de vorige optie werd bekeken wat de gevolgen zijn van een wijziging in het<br />
gymnasiumdiploma, namelijk als Grieks niet meer verplicht gesteld werd in de<br />
onderbouw.<br />
Bij optie 3 gaat het erom dat het aan scholen overgelaten wordt wélke taal verplicht<br />
gesteld wordt in de onderbouw voor een gymnasiumdiploma. Afhankelijk van de visie<br />
en missie, financiën, populatie van leerlingen en hun beleid ten aanzien van Klassieke<br />
Talen kiezen zij dan voor één van volgende mogelijkheden:<br />
• de verplichting dat gymnasiumleerlingen onderwijs in twee Klassieke Talen<br />
volgen;<br />
• de verplichting dat zij onderwijs in één taal volgen. Eventueel biedt de school<br />
ruimte om vrijwillig ook de andere taal te leren;<br />
• de mogelijkheid om de groep leerlingen in de onderbouw gedifferentieerd te<br />
benaderen: een groep met de benodigde capaciteiten en motivatie doet - al of niet<br />
verplicht - beide <strong>talen</strong>, andere groepen één taal. Hiervoor is ofwel een groot<br />
aantal leerlingen nodig ofwel een verregaande differentiatie binnen<br />
klassenverband.<br />
De gevolgen zijn deels dezelfde als bij optie 2, eventueel optie 1; deels ook anders;<br />
alleen de laatste worden genoemd:<br />
• dat op die scholen waar het onderwijs Klassieke Talen al in de brugklas start,<br />
leerlingen al in een vroeg stadium moeten kiezen tussen één van de twee <strong>talen</strong> of<br />
beide; dat zij een gedegen oriëntatie op die keuze nodig hebben en dat docenten<br />
en mentoren zich zullen inspannen om deze keuze aan de hand van zo concreet<br />
mogelijke informatie en ondersteuning zullen begeleiden. En dat die scholen de<br />
potentiële gymnasiasten in groep 8 van de basisschool al bijvoorbeeld uitnodigen<br />
om opdrachten voor de Klassieke Talen en de oudheid uit te voeren.<br />
Voordelen zijn deels gelijk aan die van optie 1 en 2, deels anders; alleen de laatste<br />
worden genoemd:<br />
• dat scholen meer naar bevind van zaken kunnen handelen, afhankelijk van de<br />
totale situatie van de school (groot of klein aantal vwo-ers en hoe groot is het<br />
aantal leerlingen dat op een gymnasiumdiploma wil inzetten), van het getal van<br />
gymnasiumleerlingen in de onderbouw, van de doorstroom naar de tweede fase<br />
(voor welke taal kiezen leerlingen in onze school hoe komt dat) en van het<br />
succes van de onderwijsprogramma's Grieks en Latijn;<br />
• dat deze optie nog verder tegemoet komt aan het overheidsbeleid van autonomie<br />
van scholen en deregulering dan optie 2 en 1;<br />
• dat bij deze optie er vanuit de overheid geen preferente plaats aan een van beide<br />
<strong>talen</strong> wordt gegeven.<br />
⏐ 134