Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
filosofen als Marcuse en Marx lazen en dat zij daardoor behoefte kregen dialogen van<br />
Plato te ver<strong>talen</strong>. Dat vroegen zij aan de docent die uiteindelijk instemde om dat in de<br />
lessen te doen; hij ging mét de leerlingen op onderzoek in de teksten.<br />
Als die individuele leermotieven zo bepalend zijn, moeten er dan niet meer inhoudelijke<br />
opties voor leerlingen mogelijk zijn: bijvoorbeeld een optie waarin het ver<strong>talen</strong> centraal<br />
staat en een optie waarin misschien meer met vertalingen gewerkt wordt en de<br />
cultuurhistorische betekenis centraal staat<br />
“Ik kan mij natuurlijk moeilijk een advies aanmatigen. Maar ik kan mij zeker<br />
voorstellen dat in de laatste optie de docenten meer de kans krijgen om zich echt<br />
samen met de leerlingen te verbazen en af te vragen hoe dat nu toch allemaal in de<br />
oudheid in elkaar zit. Dat kan soms natuurlijk ook gespeelde verbazing zijn. Dat<br />
gezamenlijke 'zoeken' werkt op de bovenbouw van de basisschool ook zo goed. We<br />
zijn dat idee daar aan het uittesten, weliswaar niet voor de Klassieke Talen, hoewel ik<br />
nu ook zoiets heb: waarom ook niet voor die vakken<br />
Ik zou mij dus in het voortgezet onderwijs kunnen voorstellen dat bijvoorbeeld door<br />
tweetalige teksten (Latijn/Grieks - Nederlands) je de leerlingen op een traject zet<br />
waarop ze zelf, samen met docenten, in de bovenbouw tot veel ontdekkingen kunnen<br />
komen, inhoudelijk en taalkundig.”<br />
Van Oers bestempelt dat als een dialoog tussen leerling en docent en noemt deze voor<br />
de leermotivatie en het leerproces zeer constructief. Daarnaast is er nog een polyloog:<br />
een gesprek van de leerling met velen. Dat betekent dus niet alleen een gesprek met de<br />
contemporaine context, maar ook met eerdere generaties van mensen, van denkers.<br />
Leerlingen beseffen dan dat mensen van vroeger ook belangrijke vragen stelden, vaak<br />
identieke. Zo ook die van antieke cultuur: hún oplossingen op terreinen die<br />
bijvoorbeeld het bestaan van alledag, levenservaringen (liefde, haat), de samenleving<br />
betreffen, kunnen zeker nu nóg betekenis hebben. “Willen we elkaar leren kennen,<br />
willen we onze eigen cultuur kennen, dan moet je niet alleen zitten te praten over wat<br />
er nu gebeurt en wat we nu aan het doen zijn, maar ook in het verleden kijken en ook<br />
in gesprek blijven met de voorgangers. Want achter dat wat zij bedachten, zitten ook<br />
overwegingen en denkprocessen waar we veel van kunnen leren.”<br />
Is dan het feit dat slechts een kleine groep die <strong>klassieke</strong>n leert, een nadeel of een<br />
voordeel<br />
Van Oers vindt het in abstracto een nadeel, maar geeft toe dat niet iedereen de ruimte<br />
of motivatie heeft om deze <strong>talen</strong> te gaan leren. Er zijn ook vele andere <strong>talen</strong> die door<br />
hun teksten interessante bijdragen aan de geschiedenis van de cultuur hebben<br />
geleverd. Het feit dat er zoveel interessante teksten zijn, duidt volgens hem op iets<br />
wezenlijks van mensen: de behoefte om te communiceren, te vertellen over hun<br />
motieven.<br />
Welke functie hebben die vertellingen van mensen over hun ervaringen in de cultuur<br />
Met name, welke functie hebben de verhalen uit de <strong>klassieke</strong> tijd dan in onze cultuur<br />
“De hoofdfunctie van een verhaal is dat het coherentie aanbrengt tussen ervaringen,<br />
belevingen, concepten. Het verhaal is voor mij onze manier waarop we coherentie<br />
maken, ons over onszelf heen tillen en verwijzen naar dingen buiten ons. Als we bezig<br />
zijn traditie over te dragen dan zijn we bezig verhalen door te geven. Zo gebeurt dat<br />
al tijden. Daarmee geven mensen ook kennis door. Er zit altijd een soort dynamiek in:<br />
een verhaal over een gebeurtenis of theorie zal ik de volgende week anders vertellen<br />
dan vandaag, terwijl ik zelf denk dat ik het identieke verhaal vertel. Ik zit kennelijk<br />
nog iets achter: ik heb behoefte aan een ander soort coherentie.”<br />
⏐ 47