You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Relevante onderwerpen voor het onderwijs Klassieke Talen<br />
Op de vraag welke onderwerpen in het onderwijs Klassieke Talen relevant voor die<br />
(culturele) vorming van de huidige leerlingen zijn, noemde hij een aantal:<br />
• samenleving en samenlevingsopbouw;<br />
• het theater;<br />
• het gegeven van de verhalen (epiek en mythen);<br />
• wetenschap/wetenschappelijk denken;<br />
• de filosofie als nieuwe kijk op de werkelijkheid, anders dan via de mythen;<br />
• retorica (hij heeft op het gymnasium redevoeringen van Lysias zitten ver<strong>talen</strong> en<br />
was geboeid door de fantastische retorische opbouw; ook nu nog raadpleegt hij<br />
die opbouw voor eigen lezingen).<br />
Om te besluiten met de verzuchting: “Er zijn zoveel cultuurverschijnselen die relevant<br />
zijn.” Hij noemt “weer” zoals hij zelf zegt, Homerus. Er zit naar zijn zeggen zoveel in<br />
dat je als uitgangspunt voor onderwijs kan nemen. Hij vindt eigenlijk dat elke<br />
gymnasiast gedegen kennis zou moeten nemen van grote antieke literaire werken als<br />
dat van Homerus, ook die leerlingen die examen in Latijn doen.<br />
Toetsing en het examen<br />
Van Oostrom betreurt dat er geen essays/essayvragen meer bij de toetsing in CE<br />
(mogen) voorkomen. Hij snapt dat wel in verband met de “terreur van de<br />
meetbaarheid”.<br />
Ten aanzien van de jaarlijkse themakeuze voor het centraal examen ziet hij naast de<br />
grote voordelen en mogelijkheden voor een inhoudelijke toetsing een nadeel vanuit<br />
het vervolgonderwijs: in het ene jaar weten leerlingen alles van dat onderwerp, het<br />
volgend jaar van een ander onderwerp. Er zou toch iets van een afspraak moeten<br />
komen over wat leerlingen na zes jaar kunnen en kennen, vindt hij.<br />
Van Oostrom vindt met betrekking tot de toetsing dat iets wat hij in huiselijke kring<br />
waarneemt, niet strookt met zijn beeld van taalkennis en ver<strong>talen</strong>: het van buiten<br />
leren van de vertaling van de teksten voor de toetsing; “Daar is het vak toch niet voor<br />
bedoeld”.<br />
Ook ervaart hij het als een tegenvaller dat kandidaten op een CE een passage van<br />
“slechts” 120 woorden hoeven te ver<strong>talen</strong>, dat na al die jaren investering. “Dat is geen<br />
groots beeld”.<br />
Curriculum: het leren van de <strong>talen</strong> en het ver<strong>talen</strong> of niet meer<br />
Ten aanzien van de verplichting van beide Klassieke Talen voor een<br />
gymnasiumdiploma zegt Van Oostrom: “Ik zou ze wel beiden aan boord houden.”<br />
Dat hij in zijn reacties steeds eerder ingaat op de culturele vorming dan op de<br />
taalkundige, betekent niet dat hij die laatste niet een belangrijke opbrengst van het<br />
onderwijs Klassieke Talen vindt.<br />
Ten aanzien van de discussie of het leren van de <strong>talen</strong> en het ver<strong>talen</strong> op zich nog wel<br />
een zinvolle tijdsinvestering is (Bolkestein: investeer in het leren van MVT en maak<br />
een samenhangend programma <strong>klassieke</strong> vorming waarbij de <strong>klassieke</strong> werken in<br />
vertaling gelezen worden), laat hij weten dat dat standpunt op zijn minst bepleitbaar<br />
is. In het kader van internationalisering en Europa is grotere vaardigheid in Frans en<br />
Duits niet onverstandig, hoewel hij ook wel merkt dat de meeste wetenschappers<br />
Engels hanteren op congressen, conferenties en in de wandelgangen. Talenkennis en<br />
precisie in formulering zijn voor het wetenschappelijke discours belangrijk.<br />
Ook hijzelf ervaart in zijn eigen onderwijs aan de universiteit de tanende kennis van<br />
Frans en Duits. Maar hij bekent dat hij zijn leerstof daaraan aanpast. Hij vindt het op<br />
zijn minst raar om eraan te moeten denken dat studenten Proust niet in het Frans en<br />
Thomas Mann niet in het Duits, maar in het Engels (zullen) lezen.<br />
⏐ 39