Jaarboek Thomas Instituut 1997 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1997 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1997 - Thomas Instituut te Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
104 H.W.M. TEN HAVE<br />
Het tweede punt is misschien wel het voornaams<strong>te</strong>, namelijk<br />
dat, zoals we gezegd hebben, de vraag naar het goddelijk actorschap<br />
altijd een heilsvraag is en dus geen vraag is die analoog is aan een<br />
vraag naar menselijk actorschap.<br />
Dat wil zeggen: een situatie kan geïn<strong>te</strong>rpre<strong>te</strong>erd worden als resultaat<br />
van Gods toom, wanneer die in<strong>te</strong>rpretatie 'heilzaam' is, b.v. doordat<br />
zij ons dich<strong>te</strong>r bij God brengt, ons Zijn wil doet kennen. Bijvoorbeeld,<br />
wanneer een negatieve afloop van een bepaald proces mensen tot<br />
zodanige bezinning brengt dat de motieven en de middelen waarmee<br />
zo'n proces in gang is gezet, reeds <strong>te</strong>gen Gods wil waren. Dit zou een<br />
cirkelredenering zijn, zeker wanneer geen cri<strong>te</strong>ria voorhanden zouden<br />
zijn om <strong>te</strong> kunnen zeggen wat 'heilzaam' en '<strong>te</strong>gen Gods wil' is. Die<br />
cri<strong>te</strong>ria zijn er wel: ze volgen uit de Openbaring en de traditie van de<br />
Kerk, waarvan christus het centrum is.<br />
Dit brengt ons op het derde punt, dat wij in de bespreking van de<br />
bundel The God who acts zagen, namelijk het belang van de con<strong>te</strong>xt<br />
(van de openbaring) waarbinnen over Gods handelen wordt gesproken.<br />
Het heilzame van de in<strong>te</strong>rpretatie 'Deze gebeur<strong>te</strong>nis is resultaat van de<br />
werking van de toom Gods' kan nooit gelegen zijn in het kunnen<br />
toeschrijven van een negatieve gebeur<strong>te</strong>nis aan Gods handelen om<br />
daarmee iets <strong>te</strong> 'verklaren', of 'op <strong>te</strong> helderen' zoals bijvoorbeeld een<br />
misdrijf is 'opgehelderd' wanneer de daders en hun motieven bekend<br />
zijn. Of zoals een historische kwestie is opgehelderd, wanneer de<br />
geschiedkundigen voldoende bewijsma<strong>te</strong>riaal of argumen<strong>te</strong>n hebben<br />
gevonden om hun visie op de toenmalige gang van zaken aannemelijk<br />
Wat be<strong>te</strong>kent het bijvoorbeeld, dat bepaald kwaad <strong>te</strong>ruggevoerd wordt op de<br />
erfzonde, of op de duivel? Of dat God ons opvoedt door beproeving? Door<br />
deze vragen <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen komen we in de richting van de vraag die Karl Rahner<br />
als ti<strong>te</strong>l gaf aan een van zijn artikelen: Warum lässt uns Gott leiden? (In:<br />
Schrif<strong>te</strong>n zur Theologie, Band XIV, pp.450-455). Rahner gaat hierbij in op<br />
een aantal antwoorden, die op die vraag gegeven zijn, en toont aan waarom al<br />
die antwoorden ui<strong>te</strong>indelijk onbevredigend zijn. Hij besluit met het 'antwoord'<br />
dat de onbegrijpelijkheid van het lijden ui<strong>te</strong>indelijk een deel is van de<br />
onbegrijpelijkheid Gods. Opvallend is, dat de toorn Gods niet/nauwelijks <strong>te</strong>r<br />
sprake komt als een van de antwoorden op de vraag van dit artikel.