23.09.2013 Views

Jaarboek Thomas Instituut 1997 - Thomas Instituut te Utrecht

Jaarboek Thomas Instituut 1997 - Thomas Instituut te Utrecht

Jaarboek Thomas Instituut 1997 - Thomas Instituut te Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

WIE KENTDE KRACHTVANUW TOORN? 107<br />

datgene wat hij kent. Deze exis<strong>te</strong>ntiële betrokkenheid, die eigen is aan<br />

geloofsuitspraken, impliceert in het geval van de toorn Gods, dat<br />

iemand die een bepaalde situatie in<strong>te</strong>rpre<strong>te</strong>ert als resultaat van Gods<br />

toorn, niet alleen iets over God zegt, maar ook over wat hij zelf als<br />

zonde ziet, en voor die visie verantwoordelijkheid neemt en er naar<br />

leeft. Doordat een toeschrijving aan Gods toorn dus <strong>te</strong>rugverwijst naar<br />

de gelovige zelf, verschilt zij wederom van een toeschrijving aan<br />

schepsellijke factoren.<br />

Al met al blijkt dat nogal wat overwegingen gemaakt moe<strong>te</strong>n worden<br />

vóór een toeschrijving aan Gods toorn zinvol is. In principe moet een<br />

gelovig erkennen van de werkzaamheid van Gods toorn mogelijk zijn,<br />

simpelweg omdat zij bestaat. In concreto denk ik dat dergelijke<br />

toeschrijvingén niet zinvol zijn, omdat de metafoor 'toorn Gods' veel<br />

associaties oproept, die theologisch niet bedoeld of wenselijk zijn. Het<br />

vermijden van de volgende misverstanden is voorwaarde voor zinvol<br />

spreken over de werkzaamheid van Gods toorn.<br />

Ten eers<strong>te</strong>: een let<strong>te</strong>rlijke of proprie in<strong>te</strong>rpretatie van Gods<br />

toom, bv. door associaties met menselijke woede.<br />

Ten tweede, het veronachtzamen van het relationele karak<strong>te</strong>r<br />

ervan t.o.v. de menselijke zonde, waardoor de toeschrijving eerder<br />

iets van God lijkt <strong>te</strong> zeggen dan van de menselijke zonde, waardoor<br />

vervreemding optreedt.<br />

Ten derde, het verge<strong>te</strong>n dat een toeschrijving aan God altijd<br />

een heilsvraag is. Dit be<strong>te</strong>kent dathet kwaad niet als zodanig aan God<br />

kan worden toegeschreven. Het be<strong>te</strong>kent ook, dat de toeschrijving aan<br />

Gods toorn heilzaam moet zijn, b.v. inzicht gevend in Gods wil en de<br />

menselijke zonde.<br />

Een aannemelijk verband tussen hetgeen als resultaat van Gods toorn<br />

wordt ervaren en die zonde is daarbij onmisbaar.<br />

Deze misverstanden lijken in de praktijk niet <strong>te</strong> vermijden.<br />

Toch wil ik afslui<strong>te</strong>n met een passage uit Jesaja waarin rond de toorn<br />

Gods wel heilzame uitspraken gedaan worden. Hoofdstuk 53 over de<br />

lijdende dienstknecht is in zoverre verhelderend, omdat het zondebokmechanisme<br />

doorbroken wordt. De toorn Gods vervreemdt hier de<br />

omstanders niet van hun verantwoordelijkheid, maar opent hun ogen<br />

voor hun eigen zondigheid. Doordat degene die door hun zonden

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!