Jaarboek Thomas Instituut 1997 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1997 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1997 - Thomas Instituut te Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
92 H.W.M. TEN HAVE<br />
(horizon) van heilsverwachting. De heilsgeschiedenis kan men aldus<br />
opvat<strong>te</strong>n als de traditie van onderling met elkaar verbonden antwoorden<br />
die men gevonden heeft in de geschiedenis. De juistheid van die<br />
antwoorden heeft als cri<strong>te</strong>rium Jezus Christus, hoog<strong>te</strong>punt van heil in<br />
de geschiedenis, hoog<strong>te</strong>punt van Gods verbondenheid met de mensheid,<br />
hoog<strong>te</strong>punt van Gods zelfmededeling. Deze in<strong>te</strong>rpretatie van de<br />
vraag naar God als heilsvraag zal ook de leidraad vormen voor de<br />
vraag naar de be<strong>te</strong>kenis van de toom Gods in de volgende<br />
overwegingen."<br />
Dat de godsvraag een heilsvraag is, be<strong>te</strong>kent dat de vraag of<br />
God de oorzaak is van een bepaalde situatie niet zomaar een vraag is<br />
naar de oorzaak van die situatie, maar altijd naar het eventuele goede<br />
dat in die situatie verborgen ligt. Een negatieve situatie zonder meer<br />
aan God toeschrijven is daarom indirect een contradictio in <strong>te</strong>rminis.<br />
Impliciet han<strong>te</strong>ren ook de au<strong>te</strong>urs van Die dunklen Sei<strong>te</strong>n Got<strong>te</strong>s de<br />
godsvraag als heilsvraag: bij iedere situatie (gericht, wraak, toom)<br />
probeert men <strong>te</strong> zoeken wat in de bijbelse con<strong>te</strong>xt de (positieve)<br />
be<strong>te</strong>kenis van een toeschrijving geweest kan zijn."<br />
Vanuit het verstaan van de godsvraag als vraag naar heil, is het<br />
begrijpelijk dat positieve ervaringen gemakkelijker in verband gebracht<br />
worden met God. Negatieve ervaringen worden dus over het algemeen<br />
moeilijker in verband gebracht met Gods bestuur. Uit die moeilijkheid komt<br />
de theodicee-vraags<strong>te</strong>lling voort. De theodicee-vraags<strong>te</strong>lling lijkt ech<strong>te</strong>r reeds<br />
van de veronders<strong>te</strong>lling uit <strong>te</strong> gaan dat negatief ervaren zaken op de een of<br />
andere manier eigenlijk niet bij God horen. De toorn Gods suggereert<br />
bovendien niet alleen een verband tussen negatieve ervaringen en God (al was<br />
het maar door toelating) maar zelfs een actieve rol van God daarbij.<br />
9 De in<strong>te</strong>rpretatie van de godsvraag als een heilsvraag valt niet onder<br />
het oordeel dat de au<strong>te</strong>urs vellen over een bepaald soort theologie die uitgaat<br />
van een gemoedelijk, burgerlijk godsbeeld dat afgebroken moet worden. De<br />
godsvraag als heilsvraag veronders<strong>te</strong>lt eerder een 'zoekontwerp' dan een godsbeeld.<br />
Wel kan het zijn dat de zoektocht met de vraag naar God als vraag<br />
naar heil met zich meebrengt dat men bepaalde voors<strong>te</strong>llingen van wat 'heil'<br />
is, (en daarmee wat Gods werkzaamheid is) moet losla<strong>te</strong>n, wanneer men<br />
ontdekt dat het ook aanwezig is, waar men het niet verwacht<strong>te</strong>. Op zo'n<br />
manier kan men ook recht doen aan de in<strong>te</strong>ntie van de au<strong>te</strong>urs, namelijk God<br />
in verband brengen met ieder aspect van het bestaan. Daarom kan, ook<br />
vanwege de hierboven beschreven aard van de godsvraag, de ti<strong>te</strong>l Die dunk<strong>te</strong>n