Jaarboek Thomas Instituut 1997 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1997 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1997 - Thomas Instituut te Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
THOMAS' WETSBEGRIP<br />
voorschrif<strong>te</strong>n betreft. 26<br />
Een natuurlijke neigmg veronders<strong>te</strong>lt een natuurlijke<br />
geschiktheid. Ieder menselijk individu heeft het volgens <strong>Thomas</strong><br />
daarom in zich een goed mens <strong>te</strong> worden. Ech<strong>te</strong>r, op eigen kracht zal<br />
hem dat niet gelukken. Een menselijk individu heeft hiervoor zijn<br />
medemensen nodig, zoals hij evenmin zonder anderen kan waar het<br />
zijn levensbenodigdheden betreft." Ter vervolmaking behoeven de<br />
mensen onderricht. Veelal zullen woorden volstaan om de mensen van<br />
het kwaad <strong>te</strong> weerhouden, maar soms zal het onderricht niet zonder<br />
dreiging van straf gepaard kunnen gaan. Het onderricht nu dat dwingt<br />
met vrees voor straf, is het onderricht van de menselijke wet, welke<br />
van de natuurlijke wet 'afgeleid' is." Van deze wet spreekt <strong>Thomas</strong><br />
in ST I-II, qq.95-97.<br />
Wat tracht <strong>Thomas</strong> met deze toepassing <strong>te</strong> verklaren? Eerder,<br />
in ST I, q.22 a.I, heeft <strong>Thomas</strong> het volgende ges<strong>te</strong>ld heeft: "Voor<br />
zover andere dingen op een doel gericht worden, kan aan God de (... )<br />
voorzienigheid toegeschreven worden. In God is evenwel niets om op<br />
een doel <strong>te</strong> rich<strong>te</strong>n, daar hijzelf het ui<strong>te</strong>indelijke doel is. Derhalve<br />
wordt het begrip zelf van de ordening der dingen op hun doel de<br />
voorzienigheid Gods genoemd (... )." Als begrip, dat wil zeggen als<br />
'voor-beeld' in God, is de voorzienigheid eeuwig. Desalniet<strong>te</strong>min heeft<br />
het betrekking op eindige dingen. In zijn reactie op de tweede objectio<br />
in dat artikel maakt <strong>Thomas</strong> daarom het volgende onderscheid: "zorg<br />
[houdt] tweeërlei [in], namelijk het begrip van orde, dat 'voorzienigheid'<br />
genoemd wordt, en de uitvoering van de orde, die 'bestuur'<br />
genoemd wordt. Hiervan is het eers<strong>te</strong> eeuwig, de tweede tijdelijk."<br />
Door toepassing van de begripsbepaling tracht <strong>Thomas</strong> een<br />
aspect <strong>te</strong> verhelderen van Gods wereldbestuur (gubernatio mundi),29<br />
namelijk voor zover het op mensen betrekking heeft. Met zijn<br />
wereldbestuur bewaart God niet alleen alle schepsels in het goede dat<br />
ze hebben, hij doet hen bovendien naar zijn goedheid <strong>te</strong>nderen. Hij<br />
gaat hierin median<strong>te</strong> naturae <strong>te</strong> werk: God maakt dat de intrinsieke<br />
26<br />
27<br />
28<br />
29<br />
ST I-IT, q.94 a.4.<br />
De regno I, c.l.<br />
STI-IT, q.95 a.l.<br />
I.e. een <strong>te</strong>rm die <strong>Thomas</strong> gebruikt in De regno IT, c.I-3.<br />
77