Jaarboek Thomas Instituut 1997 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1997 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1997 - Thomas Instituut te Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
72 M.A.I.M. BUIJSEN<br />
qq. 90-97,16 dan kunnen we zien dat toepassing plaatsvindt binnen<br />
drie onderscheiden maar verbonden niveau's: <strong>te</strong>n eers<strong>te</strong>, het niveau<br />
van de politieke gemeenschap; <strong>te</strong>n tweede, het niveau van de<br />
mensengemeenschap in haar geheelof<strong>te</strong>wel dat van de mensheid; <strong>te</strong>n<br />
derde het niveau van God. Past <strong>Thomas</strong> nu de definitie op het<br />
politieke niveau, dan spreekt hij van de menselijke wet, bij toepassing<br />
op het algemeen-menselijke niveau spreekt hij van de natuurlijke wet<br />
(lex naturalis of lex naturae); bij toepassing op het goddelijke niveau<br />
<strong>te</strong>n slot<strong>te</strong> van de eeuwige wet (lex ae<strong>te</strong>ma).<br />
Op het eers<strong>te</strong> niveau, dat van het politieke, hebben de <strong>te</strong>rmen<br />
van de begripsbepaling hun meest eigenlijke be<strong>te</strong>kenis. We zagen<br />
reeds dat het maken van een wet diegene toekomt die de zorg heeft<br />
voor de gemeenschap. Een menselijke wet wordt bijgevolg gemaakt<br />
door de 'zorgdrager' in een politieke gemeenschap. Naar de mening<br />
van <strong>Thomas</strong> is dit het geheel van haar leden of een of ander<br />
behartigend deel: een keizer, een koning, een senaat, Regering en<br />
Sta<strong>te</strong>n-Generaal etc. De rede waarvan de begripsbepaling spreekt, is<br />
bijgevolg de praktische rede van de menselijke wetgever in de<br />
politieke gemeenschap. Deze kondigt regelingen af die als het ware als<br />
afleidingen het voortbrengsel zijn van diens praktische redeneringen.<br />
Onder het gemeenschappelijke goede is dan het goede van alle leden<br />
van de politieke gemeenschap <strong>te</strong> verstaan. Het goede van ieder<br />
gemeenschapslid is diens welzijn en dit welzijn is gelegen in diens<br />
actualisering als mens, in de volledige ontwikkeling van de aan zijn<br />
natuur inheren<strong>te</strong> vermogens.'?<br />
Bij toepassing van de begripsbepaling op het niveau van de<br />
mensheid verandert er ma<strong>te</strong>rieel gezien weinig: het zijn en blijven de<br />
handelingen van mensen die worden gevormd. Ook verschilt het doel<br />
niet van dat van de menselijke wet. Deze ordening strekt er eveneens<br />
16 Wat ui<strong>te</strong>raard ook niet duidt op gebrek aan belangs<strong>te</strong>lling,<br />
in<strong>te</strong>gendeel. In ST I-IT, qq.98-108 staat <strong>Thomas</strong> uitgebreid stil bij de Oude<br />
Wet en de Nieuwe Wet, en aanmerkelijk langer dan bij de wet<strong>te</strong>n van ST I-IT,<br />
qq.90-97. Uit het feit dat de bespreking van de goddelijke wet meer ruim<strong>te</strong><br />
beslaat en gezien de plaats die zij inneemt in het vertoog over de wet<strong>te</strong>n,<br />
ach<strong>te</strong>raan, kan worden afgeleid dat <strong>Thomas</strong>' belangs<strong>te</strong>lling zelfs voornamelijk<br />
uitgaat naar de goddelijke wet (lex divina).<br />
17 ST I-IT, q.91 a.3.