25.09.2015 Views

Changing public space

Changing public space

Changing public space

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

uimte zijn betrokken. Andere belanghebbenden blijken nauwelijks betrokken te zijn geweest<br />

bij de herinrichting van de PPP pleinen. Uitzondering zijn warenhuizen C&A (Rotterdam) en<br />

V&D (Dordrecht), en ondernemersvereniging Hartje ’s-Hertogenbosch. Zij hebben vooral een<br />

initiërende rol gespeeld.<br />

In het onderzoek is ook ingegaan op de mogelijke gevolgen van private betrokkenheid bij<br />

de herinrichting van openbare ruimte. Uit de literatuur blijkt dat het kan resulteren in 1) een<br />

groter budget voor inrichting en beheer, 2) een verminderde toegankelijkheid, 3) een verbeterde<br />

samenhang tussen gebouwen en openbare ruimten en 4) meer gecompliceerde processen (verloop<br />

van realisatie, complexe besluitvorming). In het tweede deel van hoofdstuk 8 is gekeken in<br />

hoeverre deze mogelijke effecten van private betrokkenheid ook kunnen worden waargenomen<br />

bij de PPP pleinen. Het blijkt dat de private sector – behalve bij de Beurstraverse – niet direct<br />

meebetaald aan de herinrichting van openbare ruimte, maar indirect via de grondexploitatie<br />

bijdraagt aan het budget. Interessant is dat de private sector dit als een concrete bijdrage<br />

beschouwt, terwijl de publieke sector dat niet doet. De publieke en private sector hebben dus<br />

verschillende interpretaties van elkaars bijdragen aan de financiering van herinrichtingsprojecten.<br />

Over andere effecten zijn de meningen minder verdeeld. Betrokkenheid van de private sector<br />

leidt niet tot meer toezicht en minder toegankelijkheid, behalve in gebieden die daadwerkelijk<br />

privaat eigendom zijn, zoals de Beurstraverse en winkelcentra Arena, Drievriendenhof en<br />

Klanderij). De betrokkenheid van de private sector bevordert de samenhang tussen gebouwen<br />

en openbare ruimte. Samenwerking tussen de publieke en private sector leidt niet tot meer<br />

compromissen, maar eerder tot een verbeterde kwaliteit als resultaat van gezamenlijke<br />

brainstormsessies. Ook blijkt dat de betrokkenheid van de private sector niet nadelig is voor<br />

de duur van de herontwikkelingsprocessen; die komt grotendeels overeen met de realisatie van<br />

<strong>public</strong> pleinen.<br />

Volgens de geïnterviewde actoren leidt private betrokkenheid niet automatisch tot<br />

beveiligde of gethematiseerde openbare ruimte. Om deze stelling te controleren zijn de<br />

zesdimensionale diagrammen vergeleken van de <strong>public</strong> en PPP pleinen. De PPP pleinen<br />

vertonen zonder uitzondering hoge scores op de factor funshopping. Hieruit kan worden<br />

geconcludeerd dat de private sector vooral is geïnteresseerd in de herinrichting van pleinen<br />

met een winkelcomponent. De <strong>public</strong> pleinen laten een meer gevarieerd beeld zien. Zo scoort<br />

de Oude Markt conform de verwachting hoog op de dimensie ‘terrassen’, terwijl het culturele<br />

Schouwburgplein juist hoog scoort op de dimensie ‘evenementen’. Qua mate van beveiliging<br />

verschillen <strong>public</strong> en PPP pleinen nauwelijks. De Beurstraverse scoort hoog op fear factoren,<br />

maar andere PPP pleinen zoals het Van Heekplein en Statenplein niet. Dit bevestigt het eerder<br />

beschreven beeld dat de betrokkenheid van de private sector niet automatisch leidt tot meer<br />

cameratoezicht of strengere regelgeving; enkel in gebieden die privaat eigendom zijn.<br />

Conclusies<br />

In hoofdstuk 9 worden bovenstaande onderzoeksresultaten kort weergegeven. Ook is gekeken<br />

naar de implicaties voor ruimtelijk beleid en toekomstig onderzoek naar openbare ruimte. Er<br />

kunnen vraagtekens worden gesteld bij de wenselijkheid van herontwikkeling. Aangezien<br />

gebruikersprofielen en leefstijlen snel kunnen veranderen is het haast onmogelijk om met<br />

veranderingen in de fysieke omgeving hierop in te spelen. Bovendien is het maar de vraag in<br />

hoeverre ingrepen in de fysieke ruimte ook tot het gewenste gedrag of beleving van de openbare<br />

214

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!