Changing public space

Ibelings, H. (2004), Geprivatiseerde stedelijke ruimte: Gemeenschappelijke belangen van overheid en
ontwikkelaar. Stedebouw & Ruimtelijke Ordening, 85(3), pp. 44-46.
IVBN (2006), Ledenlijst Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed Nederland (IVBN). Retrieved on
17-01-2006 from www.ivbn.nl/webgen.aspx?WebsiteID=1&PageID=0&FramesetID=1
Iveson, K. (2007), Publics and the city. Malden: Blackwell.
Jansen, T. (2006), Kerkpleinen ingericht als speelplaats. De Telegraaf, 16-09-2006.
Jary, D. & J. Jary (1991), Collins dictionary of sociology. Glasgow: Harper Collins.
Jessop, B. (1994), Post-Fordism and the state. In: A. Amin, ed., Post-Fordism: A reader. Oxford: Blackwell.
Jessop, B. & N. Sum (2000), An entrepreneurial city in action: Hong Kong’s emerging strategies in and for (inter)
urban competition. Urban Studies, 37(12), pp. 2287-2313.
Jongepier, R. (1988), Het openbare stedelijke plein. Delft: Delftse Universitaire Pers.
Jongstra, A. (2002), Het paradijs van de consumens. NRC Handelsblad, 11-10-2002.
Khandekar, S.V. (1988), De nieuwe pleinen van Nederland: Een analyse van de ontwikkelingen in de na-oorlogse
periode gebaseerd op een zestal case studies. Stedebouw & Volkshuisvesting, 69(4), pp. 123-131.
Kirby, A. (2008), The production of private space and its implications for urban social relations. Political
Geography, 27(1), pp. 74-95.
Klaassen, P. (1994), Pleinen ingedeeld naar functie en schaalniveau. Agora, 10(1), pp. 22-23.
Klijn, E.H. & G.R. Teisman (2000), Governing public-private partnerships: Analysing and managing the
processes and institutional characteristics of public-private partnerships. In: S.P. Osborne, ed., Public-private
partnerships: Theory and practice in international perspective. London: Routledge.
Kohn, M. (2004), Brave new neighborhoods: The privatization of public space. New York: Routledge.
Kohnstamm, P. (1993), Urban renewal and public-private partnership in The Netherlands. In: J. Berry, S. McGreal
& B. Deddis, eds., Urban regeneration: Property investment and development. London: E & FN Spon.
Konijnenbelt, W. (1999), Van wie is de openbare ruimte? Bestuur-juridische aspecten van beheer en gebruik
van openbare ruimten in de stad. In: R. Van der Wouden, ed., De stad op straat: De openbare ruimte in
perspectief. The Hague: Social and Cultural Planning Office.
Korthals Altes, W., S. Nieuwenhuizen, M. Stevens & N. Harkes (2003), Organisatie van prestatie: Regie in de
stedelijke ontwikkeling. Rotterdam: ECORYS-Kolpron.
Koskela, H. (2000), ‘The gaze without eyes’: Video-surveillance and the changing nature of urban space. Progress
in Human Geography, 24(2), pp. 243-265.
Koster, E. (2001), ‘De rol van de dirigent ligt mij het beste’. Blad van Nederlandse Architecten, October 2001, p. 9.
Kreukels, T. (1999), Instituties en de stedelijke openbare ruimte. In: R. Van der Wouden, ed., De stad op straat: De
openbare ruimte in perspectief. The Hague: Social and Cultural Planning Office of the Netherlands.
Krier, R. (1975), Stadtraum in theorie und praxis. Stuttgart: Karl Krämer Verlag.
Krikke, B. & M. Wienk (2006), Het plein als ontmoetingsplek. ROM, 24(11), pp. 22-29.
LAE Foundation (2006), Fieldwork. Basel: Birkhäuser.
Leedy, P.D. (1997), Practical research: Planning and design. New Jersey: Prentice-Hall.
Lefebvre, H. (1990), The production of space. Oxford: Blackwell.
Lenzholzer, S. (2005), Northernmost Barcelona? A critique of Mediterranean public design in Northern Europe.
Paper presented at the 22nd conference on passive and low energy architecture, Beirut (Lebanon) 13-16
November 2005.
Lofland, L.H. (1973), A world of strangers: Order and action in urban public space. New York: Basic Books.
Lofland, L.H. (1998), The public realm: Exploring the city’s quintessential social territory. New York: Aldine de
Gruyter.
223