15.09.2013 Views

Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...

Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...

Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

23 Grote fragmenten in put 183, 191,<br />

273.<br />

24 Determinatie S.Ostkamp en<br />

D.Gerrits (ADC ArcheoProjecten);<br />

zie ook Verhoeven 1998:25.<br />

25 Van Es, Miedema & Wynia<br />

1985:595.<br />

5%<br />

5%<br />

scherven op; het merendeel bestaat echter<br />

uit kleine fragmenten tussen de 4 en 9 cm. 23<br />

Het materiaal is voornamelijk te dateren in<br />

de IJzertijd / Romeinse tijd tot in de Late<br />

Middeleeuwen (afbeelding 6.1.1). Enkele<br />

fragmenten zijn ouder, uit het Neolithicum en<br />

de Vroege Bronstijd. Een paar fragmenten<br />

zijn wat jonger en dateren in de Nieuwe tijd.<br />

Het materiaal werd voor 95 % verzameld uit<br />

de onderkant van het esdek, net boven sporenniveau.<br />

De aangetroffen sporen leverden<br />

slechts in een enkel geval bij aa<strong>nl</strong>eg aardewerk<br />

op.<br />

Op grond van het dus in principe grotendeels<br />

contextloze materiaal kan met betrekking<br />

tot de sporen slechts een vrij globaal<br />

dateringsoverzicht gemaakt worden.<br />

6.2.2 Baksels en typeringen<br />

Zo goed als al het aardewerk is verschraald<br />

met minerale magering. De magering kan<br />

bestaan uit gebroken kwarts, gebroken<br />

kwarts met glimmers en “roze graniet”<br />

bestaande uit kwarts, roze veldspaten en<br />

glimmers (de soort graniet is niet te achterhalen).<br />

Vooral de grote roze brokken in de<br />

klei overheersen. Het is dan ook erg moeilijk<br />

om de verschillende perioden op basis van<br />

baksels te onderscheiden. In deze omgeving<br />

is het altijd een probleem geweest om op<br />

basis van magering het aardewerk te dateren.<br />

Ook de hardheid is geen aanwijzing om<br />

onderscheid te maken.<br />

Voornamelijk op basis van randfragmenten<br />

die duidelijk kogelpot of kogelpotachtig zijn<br />

verhouding periode (N=1052 fragmenten)<br />

4%<br />

6%<br />

1%<br />

Afb 6.1.1 Overzicht aardewerk per periode.<br />

0%<br />

57%<br />

2%<br />

20%<br />

NEOX<br />

BRONS/IJZ<br />

IJZX<br />

IJZ/ROM<br />

ROMX<br />

VME<br />

LME<br />

(de vroegmiddeleeuwse voorlopers van<br />

kogelpotten genaamd Hessen-Schortens<br />

aardewerk; afbeelding 6.1.2), zijn ook wandfragmenten<br />

in hetzelfde vondstnummer<br />

gedateerd. 24 Het “niet-kogelpotachtige” aardewerk<br />

bevat iets minder gebroken kwarts<br />

en is soms geglad aan de binnenzijde. De<br />

paar fragmenten die morfologische kenmerken<br />

bevatten zijn vergelijkbaar met aardewerk<br />

dat is aangetroffen onder andere in<br />

Bennekom. Van Es, Miedema en Wynia<br />

beschrijven de verschraling van het vroeg<br />

Romeinse aardewerk. 25 Ze onderscheiden<br />

vier baksels waarvan twee sterk overeenkomen<br />

met het aardewerk van Enschede.<br />

Baksel b bestaat uit een magering met<br />

gebroken kiezels met zand, hard gebakken,<br />

deels gepolijst en deels besmeten, geelgrijze<br />

kleur. Ruim 200 scherven hebben een baksel<br />

overeenkomstig baksel type b. Baksel c<br />

ADC ArcheoProjecten Rapport 413 Enschede, Usseler Es<br />

NT<br />

INDET<br />

Afb 6.1.2 Randfragment Hessen-Schortens aardewerk.<br />

30

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!