Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Afb 5..2.1: Aanzicht grondsporen in put 199.<br />
hebben een noordwest – zuidoost oriëntatie<br />
(afbeelding 5.2.2).<br />
Het vondstmateriaal dateert voornamelijk uit<br />
de IJzertijd en Romeinse tijd. Er zit echter, in<br />
en rond het deel met zeer hoge spoordichtheid,<br />
ook wat duidelijk Vroeg Middeleeuws<br />
materiaal tussen. Uit deze periode zijn ook<br />
resten van ijzerproductie (slakmateriaal,<br />
ovenwand stukken etc.) aangetroffen, onder<br />
andere in enkele grote kuilen of hutkommen<br />
in put 177, 179, 191 en 5<strong>15</strong>. In de putten 173,<br />
181 en 193 werd ook slakmateriaal verzameld<br />
uit de onderkant van het esdek, waarmee<br />
een eventuele productiezone in de noordelijke<br />
helft van zone 2 gesitueerd moet worden.<br />
Qua vormtype’s en baksel is er over deze<br />
hele zone een sterke indicatie voor de<br />
Romeinse tijd. Deze zet zich ook voort in de<br />
putten die in de noordwestelijke kwart van<br />
de es zijn aangelegd. De spoordichtheid<br />
(zone 1) is hier veel lager.<br />
Zone 1:<br />
Dit betreft de putten 143, 145, 149 en 519 t/m<br />
527 in het noordwestelijk deel van de centrale<br />
es.<br />
De putten hebben een lage spoordichtheid,<br />
gemiddeld minder dan 4 sporen per put. Het<br />
gaat om “losse” paalgaten of een solitaire<br />
kuil.<br />
De uitzondering hierop is put 145 waarin een<br />
rij paalgaten is aangetroffen die mogelijk<br />
deel van een structuur vormen die zich in<br />
zuidelijke richting voortzet (afbeelding 5.2.3).<br />
Of het een deel van een huisplattegrond of<br />
een bijgebouw betreft is niet duidelijk.<br />
Deze zone kenmerkt zich als perifere zone of<br />
betreft een losse, dat wil zeggen vrij liggende,<br />
huisplaats.<br />
Het aangetroffen aardewerk (in totaal 14<br />
stuks) komt voornamelijk uit de onderkant<br />
van het esdek van put 143, 145, 525 en 527.<br />
Het dateert in de Late IJzertijd / Romeinse<br />
tijd. In put 143 werd een kuil aangetroffen<br />
met 4 fragmenten aardewerk die dateren uit<br />
de Romeinse tijd. Er werd in deze zone geen<br />
bewerkt natuursteen aangetroffen.<br />
De omvang van zone 1 is <strong>15</strong>0 bij <strong>15</strong>0 meter =<br />
2,25 ha.<br />
Het gebied ten noorden van zone 1 leverde<br />
in twee ver uit elkaar liggende putten (1<strong>15</strong> en<br />
133) nog een enkele mogelijk spoor op. De<br />
overige putten bevatten slechts natuurlijke<br />
verkleuringen en recente verstoringen. Geen<br />
van de putten leverde vondstmateriaal op.<br />
Zone 2:<br />
Dit betreft de putten 163 t/m 229, 37, 43 en<br />
501 t/m 511. In principe betreft het één grote<br />
vindplaats met een kern (A), bewoningszone(B),<br />
randgedeelte (C) en periferie (D).<br />
ADC ArcheoProjecten Rapport 413 Enschede, Usseler Es<br />
21