15.09.2013 Views

Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...

Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...

Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

de mogelijkheid dat we hier te maken hebben<br />

met twee solitaire begravingen.<br />

De beide graven zijn bemonsterd voor 14 Canalyse<br />

door middel van Accelerator Mass<br />

Spectrometry (AMS). Het best bewaarde<br />

graf is daadwerkelijk onderzocht (zie paragraaf<br />

6.4) en leverde een datering in de<br />

Midden IJzertijd op. Dit geeft aan dat ze<br />

mogelijk bij de vroegste bewoning van zone<br />

2 kunnen horen.<br />

Zone 4:<br />

Deze is opgedeeld in zone 4A (met bewoningssporen)<br />

en 4B (alleen aardewerk).<br />

Zone 4A betreft drie putten in de noordoosthoek<br />

van de centrale es. De putten 529, 533<br />

en 535 liggen op de naar het (noord)oosten<br />

aflopende flank. In alle putten zijn slechts<br />

enkele sporen aangetroffen (mogelijk paalgaten)<br />

en 1 scherf. Ze hebben daarmee een<br />

lage spoor- en vondstdichtheid. Het is niet<br />

duidelijk of we hier te maken hebben met de<br />

periferie van een nederzetting of met sporen<br />

die betrekking hebben op een losse huisplaats.<br />

In put 531 zijn geen sporen, maar is<br />

wel 1 scherf aangetroffen. Het totaal komt<br />

daarmee op 2, beide gedateerd als Romeins.<br />

Ook in de putten 247, 251, 253, 257 en 259,<br />

direct ten westen van de drie bovengenoemde<br />

putten is aardewerk aangetroffen<br />

(16 stuks waarvan 5 indeterminabel), maar<br />

geen sporen. Dit is zone 4 B. Opvallend is<br />

dat hier, naast het ‘gebruikelijke’ IJzertijd en<br />

Romeins gedateerde materiaal ook in 3 putten<br />

(247, 251 en 259) ouder materiaal voorkomt,<br />

namelijk bronstijd (in elk 1 scherf) en<br />

neolithisch aardewerk (3 scherven in put<br />

259). Dit moet echter als opspit of strooivondsten<br />

beschouwd worden.<br />

Mogelijk sluit deze zone aan op zone 5 die<br />

op 100 meter ten zuidwesten ervan ligt.<br />

Behalve dus de westelijke begrenzing is ook<br />

de noordelijke niet geheel zeker. Het aangetroffen<br />

aardewerk in put 531 van zone 4A en<br />

de putten van zone 4B houden de mogelijkheid<br />

van noordelijker aan te treffen bewoningssporen<br />

open.<br />

Zone 5:<br />

Het oostelijk deel van de es leverde centraal,<br />

op het hoogste deel van de es, nauwelijks<br />

sporen op. Het is dus een zone met een lage<br />

spoor- en vondstdichtheid<br />

Het betreft de putten 267, 271, 273, 277 t/m<br />

289, 293, 545 en 547. Slechts 4 putten (273,<br />

277, 287 en 545) leverden aardewerk op,<br />

voornamelijk uit het esdek. In totaal 117<br />

scherven waarvan 63 niet dateerbaar. De<br />

rest dateerde in de IJzertijd / Romeinse tijd.<br />

In put 273 zwierven er nog 5 mogelijke<br />

bronstijdscherven doorheen.<br />

Op de rand en overgang naar de oostelijke<br />

flank werden in een aantal putten “losse”<br />

sporen aangetroffen. Ofwel betreft het de<br />

randzone van de zuidwestelijke nederzetting(en)<br />

of we hebben hier te maken met<br />

losse huisplaatsen.<br />

Put 273, centraal op de oostflank gelegen,<br />

leverde wat paalgaten en een kuil met veel<br />

grote fragmenten aardewerk en brokken<br />

natuursteen op (afbeelding 5.2.5); de overige<br />

putten slechts een enkele kuil of losliggend<br />

paalgat.<br />

Het aardewerk uit de kuil in put 273 betrof<br />

33 scherven. Deze dateren voornamelijk in<br />

de IJzertijd, waarbij er één als vroege<br />

IJzertijd en één mogelijk Romeins gedateerd<br />

is.<br />

Zone 6:<br />

Het zuidelijk deel van de es, direct ten noorden<br />

en zuiden van de N18, leverde in een<br />

aantal putten enkele sporen met ijzertijdaardewerk<br />

op. Bij aa<strong>nl</strong>eg van de putten in dit<br />

deel bleek een verbruiningslaag het zichtbare<br />

sporenniveau af te dekken. Een aantal<br />

putten was in eerste instantie op dit niveau<br />

aangelegd, maar is later verdiept tot het<br />

daadwerkelijk ‘zichtbare sporenniveau’. Het<br />

eige<strong>nl</strong>ijke bewoningsniveau ligt dus hoger<br />

dan het uiteindelijk aangelegde sporenniveau.<br />

Bij een vervolgonderzoek in deze zone zal<br />

dus rekening gehouden moeten worden met<br />

de aa<strong>nl</strong>eg van 2 vlakken in het zuidelijk deel<br />

van de es.<br />

In slechts één put (349) is een rij (paal)gaten<br />

met natuursteen en 5 stuks aardewerk aangetroffen<br />

(afbeelding 5.2.6). De 3 dateerbare<br />

scherven komen uit de IJzertijd; een nadere<br />

datering is niet mogelijk.<br />

De spoordichtheid is laag te noemen, maar<br />

mogelijk betreft het hier een deel van een<br />

structuur die in de periferie van een nederzetting<br />

ligt. Deze bevindt zich waarschij<strong>nl</strong>ijk<br />

ten zuiden of zuidoosten van deze put gezien<br />

de bevindingen van RAAP in de gasbuissleuf<br />

ten zuiden van put 353 t/m 359 en de aangetroffen<br />

ijzertijdsporen bij aa<strong>nl</strong>eg van de A35<br />

direct ten zuiden hiervan.<br />

5.3 De zuidwestelijke dekzandrug<br />

Een deel van de ‘centrale’ putten kon hier<br />

wegens het ontbreken van betredingstoestemming<br />

niet aangelegd worden.<br />

Sporen werden aangetroffen aan de noordoost-<br />

en zuidwestzijde van de dekzandrug.<br />

Hier zijn echter wegens geweigerde betredingstoestemming<br />

geen proefsleuven aangelegd.<br />

De noordoostelijke putten 501 en 503<br />

zijn als overgangsputten naar het esgedeelte<br />

aangelegd. De bewoningssporen hierin lijken<br />

aan te sluiten bij die aangetroffen in de oostelijke<br />

ervan gelegen putten 505 en 507,<br />

ADC ArcheoProjecten Rapport 413 Enschede, Usseler Es<br />

25

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!