15.09.2013 Views

Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...

Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...

Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Plangebied Usseleres (volkstuinen) te Enschede, gemeente Enschede; archeologisch<br />

vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek<br />

3 Veldonderzoek<br />

3.1 Methoden<br />

Het inventariserend veldonderzoek (IVO) bestond uit een karterend booronderzoek. De onder-<br />

zoeksmethode voor het veldwerk is bepaald op basis van de resultaten van het bureauonderzoek<br />

(gespecificeerde archeologische verwachting) en het protocol inventariserend veldonderzoek uit<br />

de KNA versie 3.1 (stroomdiagram 'keuze onderzoeksmethode karterende fase' en 'Leidraad<br />

inventariserend veldonderzoek deel karterend booronderzoek').<br />

Tijdens het veldonderzoek zijn 17 boringen verricht in 5 zuidwest-noordoost georiënteerde raaien.<br />

Daarbij is een grid van 40 bij 50 m aangehouden (figuur 1). De boringen in een raai verspringen<br />

ten opzichte van die in de naastgelegen raai, waardoor een systeem van gelijkbenige driehoeken<br />

ontstaat. De gehanteerde methode wordt geschikt geacht voor het opsporen van de meeste in dit<br />

gebied te verwachten nederzettingsterreinen uit de periode Neolithicum t/m Late Middeleeuwen.<br />

Deze methode is niet geschikt om verkavelingspatronen, ijle vondstverspreidingspatronen van<br />

bijvoorbeeld vuursteenmateriaal, graven en andere zeer lokale archeologische resten in kaart te<br />

brengen (Tol e.a., 2004).<br />

Er is geboord tot maximaal 1,20 m -Mv met een Edelmanboor met een diameter van <strong>15</strong> cm. De<br />

boringen zijn lithologisch conform NEN 5104 (Nederlands Normalisatie-instituut, 1989) beschreven<br />

en met meetlinten ingemeten (x- en y-waarden). Het opgeboorde materiaal is gezeefd met een<br />

zeef met een maaswijdte van 0,5 cm; het zeefresidu is met het blote oog geïnspecteerd op het<br />

voorkomen van archeologische indicatoren (zoals houtskool, vuursteen, aardewerk, metaal, bot en<br />

verbrande leem).<br />

3.2 Resultaten<br />

Geologie en bodem<br />

In alle boringen is een bouwvoor (Aa-horizont) aangetroffen variërend van 20 tot 40 cm dik. Deze<br />

bestaat uit zwak siltig, donkerbruingrijs, matig humeus zand dat matig fijn is. Ter hoogte van de<br />

boringen 5, 6 en 11 is onder de bouwvoor een verstoring aangetroffen die tot in de natuurlijke<br />

ondergrond (C-horizont) reikt. Het bodemprofiel in de boringen 7, <strong>15</strong> en 17 wordt onder de bouw-<br />

voor gekenmerkt door een donkere, bruingele laag. Het lijkt te gaan om een vermenging van de<br />

A-horizont met de C-horizont. Ter plaatse van de boringen 2, 9, 10 en 13 rust de bouwvoor direct<br />

op de C-horizont (AC-profiel). Voorts is ter hoogte van de boringen 1, 3, 4, 8, 14 en 16 onder de<br />

bouwvoor een (verploegd) restant van een veldpodzolgrond vastgesteld. In deze boringen zijn<br />

restanten van een (verploegde) inspoelingslaag (B-horizont) en/of BC-horizont waargenomen.<br />

Alleen ter hoogte van boring 12 zijn aanwijzingen voor de aanwezigheid van een plaggendek<br />

aangetroffen. Hier gaat de bouwvoor over in een donkerbruingrijs pakket zand (Aa-horizont, met<br />

vlekken) dat pas op 100 cm -Mv aansluit op de C-horizont. Boring 12 is dan ook gezet in het<br />

voormalige akkerland.<br />

RAAP-notitie 3318 / eindversie 20-11-2009 [8 ]

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!