Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
38 x 25 mm groot.<br />
Het tweede slijpblok (vnr <strong>15</strong>8:1) van rozebruine<br />
zandsteen vertoont een vlak slijpvlak.<br />
Het artefact is 102 x 71x 42 mm groot en met<br />
de originele dikte. Het object is verbrand.<br />
Het derde stuk slijpgereedschap (vnr 71:1), is<br />
vervaardigd van een rozegrijze zandsteen, is<br />
43 x 28 x 9 mm groot, vertoont een slijpvlak<br />
maar is te gefragmenteerd om te kunnen<br />
bepalen tot welke type het hoort.<br />
Bouwmateriaal<br />
In put 509 is in het esdek een groot blok van<br />
bruingrijze kwartsietische zandsteen gevonden.<br />
Het blok heeft een trapezoïde vorm en<br />
is 34 cm lang tussen 13-17 cm breed en 7<br />
cm dik. De twee lange zijkanten en de<br />
onderkant zijn afgesleten. De overige vlakken<br />
zijn licht ruw. Waar de steen voor is<br />
gebruikt, is niet duidelijk, maar het is waarschij<strong>nl</strong>ijk<br />
dat hij niet bij de prehistorische<br />
nederzetting hoort. Het blok is vermoedelijk<br />
een bouwsteen.<br />
Afslag<br />
Er is op de opgraving in bewoningszone 2<br />
een afslag aangetroffen van een wit/grijze<br />
graniet (vnr 26:1). Het object is 42 x 34 x 10<br />
mm groot. Afslagen ontstaan voornamelijk bij<br />
het bewerken van steen. Vaak dienden de<br />
afslagen als messen of schrapers, maar ook<br />
werd in veel gevallen de kern gebruikt.<br />
Afslagen ontstaan echter ook als restproducten<br />
van gereedschapsproductie. Het meest<br />
waarschij<strong>nl</strong>ijke is dat deze afslag bij het<br />
‘vernieuwen’ of maken van een artefact, vermoedelijk<br />
een maalsteen, is ontstaan.<br />
6.3.3 Onbewerkt materiaal<br />
Onder onbewerkt materiaal wordt verstaan,<br />
al het materiaal dat geen sporen van bewerking<br />
en/of gebruik vertoont. Dit onbewerkt<br />
materiaal kan door de mens uit steengroeven<br />
gewonnen zijn en met een specifiek doel<br />
naar de nederzetting gebracht zijn. Het kan<br />
ook een fragment zijn dat door fragmentatie<br />
en/of verwering alle kenmerken van bewerking<br />
en/of gebruik verloren heeft. Om een<br />
onderscheid te maken tussen het door de<br />
mens aangevoerde materiaal en het door de<br />
natuur aangevoerde materiaal, wordt het<br />
onbewerkt materiaal ingedeeld in afgerond,<br />
afgerond/hoekig en hoekig. Afgerond wil<br />
zeggen dat het voornamelijk stenen betreft<br />
die door geologisch transport en erosie zijn<br />
afgesleten. Deze categorie is niet voor determinatie<br />
geselecteerd. Deels afgerond, deels<br />
hoekig wil zeggen dat de stenen ook door<br />
geologisch transport (rivieren) en erosie zijn<br />
afgesleten maar het verschil met de bovenstaande<br />
groep is dat ze door processen als<br />
verhitting en/of mechanische bewerking<br />
gebroken zijn. Vaak komen de steensoorten<br />
uit deze groep met elkaar overeen. De derde<br />
groep, het hoekige materiaal, bestaat uit stenen<br />
die geen afgeronde kanten hebben. Dit<br />
materiaal komt over het algemeen niet uit<br />
rivier afzettingen, maar is waarschij<strong>nl</strong>ijk door<br />
de mens uit steengroeven gewonnen en met<br />
een specifiek doel naar de nederzetting<br />
gebracht. De steensoorten uit deze groep<br />
verschillen dan ook vaak met de eerste twee<br />
groepen.<br />
Het hoekige onbewerkte materiaal kan ook<br />
afkomstig zijn van gefragmenteerde artefacten,<br />
dat juist door die fragmentatie alle sporen<br />
van bewerking en/of gebruik verloren<br />
heeft. Uiteraard kunnen het ook stenen zijn<br />
die uit de regio verzameld zijn.<br />
In totaal zijn er bij het proefsleuvenonderzoek<br />
26 onbewerkte stenen groter dan 40<br />
mm aangetroffen (tabel 6.2.3). Van het materiaal<br />
is 27 % afgerond en 50% deels afgerond,<br />
deels hoekig. De steensoorten van<br />
deze groepen zijn gangbare stenen in rivier<br />
of grondmorene afzettingen. Op basis hiervan<br />
mag worden aangenomen dat de herkomst<br />
van dit materiaal in de nabijgelegen<br />
grondmorene gezocht moet worden. De<br />
derde hier aangetroffen groep, het hoekige<br />
materiaal, omvat 23% van het onbewerkte<br />
materiaal. Hierbij zijn geen steensoorten die<br />
afwijken van de soorten die voorkomen in de<br />
dichtbij liggende grondmorene.<br />
De helft van de onbewerkte steen heeft sporen<br />
van verbranding, 54%. De meeste vertonen<br />
scheuren of waren gebarsten wat zou<br />
kunnen betekenen dat ze haard- of kookstenen<br />
zijn geweest.<br />
steensoort aantal<br />
zandsteen 13<br />
kwartsiet 6<br />
graniet 2<br />
kw zandsteen 2<br />
gangkwarts 1<br />
gneis 1<br />
lydiet 1<br />
totaal 26<br />
Tabel 6.2.3 totaal artefacten per put<br />
6.3.4 Herkomst uitgangsmateriaal<br />
De meeste steensoorten die zijn aangetroffen<br />
komen voor in de grondmorene, die ook<br />
onder de site ligt. Deze stenen zijn waarschij<strong>nl</strong>ijk<br />
dichtbij de site gewonnen. Tefriet is<br />
echter een steensoort die niet in deze afzet-<br />
ADC ArcheoProjecten Rapport 413 Enschede, Usseler Es<br />
36