15.09.2013 Views

Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...

Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...

Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

38 Prangsma 2003 en Prangsma 2004.<br />

39 Mondelinge mededeling H. van der<br />

Velde.<br />

niet afgerond en dus nauwelijks aangetast.<br />

Enkele vondstnummers bevatten aardewerk<br />

met “waterschade” of relatief sterk afgerond<br />

materiaal.<br />

Het aardewerk heeft geen gedraaide<br />

Romeinse scherven opgeleverd; het<br />

Romeinse dat er is, is geheel handgevormd.<br />

Ook door het ontbreken van potten van het<br />

type Uslar zoals aangetroffen in Wehl moeten<br />

we denken aan een vroege bewoning in de<br />

Late IJzertijd/vroege Romeinse tijd. 38 Het ontbreken<br />

van gedraaid aardewerk is vergelijkbaar<br />

met het minieme aantal gedraaide<br />

scherven te Raalte-Hordelman/Telgen, ook<br />

dit wijst op een vroege datering. 39 Met enkele<br />

typen potten die vergelijkbaar zijn met<br />

Bennekom en Wijk bij Duurstede-De Horden,<br />

kunnen we dit aardewerk in de (eerste helft<br />

van de) eerste eeuw na Chr. plaatsen.<br />

Het IJzertijd aardewerk bevat niet veel typologische<br />

kenmerken. We kunnen de bewoning<br />

van de omgeving laten beginnen in de<br />

(Midden) IJzertijd met een doorloop in de<br />

Romeinse tijd.<br />

Een paar fragmenten zijn te dateren in de<br />

Vroege Middeleeuwen. Bij het aardewerk<br />

afkomstig uit het spoorrijke westelijk centrale<br />

esgedeelte (met name bewoningszone 2A en<br />

B) moet opgemerkt worden dat er per put<br />

vaak geen strikte scheiding in de datering<br />

aan te brengen is. Hier loopt zowel IJzertijd<br />

als Vroege Middeleeuwen door elkaar.<br />

Het ontbreken van gedraaid Romeins, Von<br />

Uslar-aardewerk en Rhein Weser Germanisch<br />

aardewerk en het wél voorkomen van Vroeg<br />

Middeleeuws materiaal lijkt toch een onderbreking<br />

aan te geven van het gebruik van<br />

deze Es gedurende de 2 e en 3 e eeuw na Chr.<br />

Het oudere materiaal, uit het Neolithicum en<br />

de Bronstijd, is gescheiden van het vuursteen<br />

aangetroffen en kan voorlopig als<br />

opspit worden beschouwd.<br />

6.3 Natuursteen<br />

E.A.K. Kars<br />

6.3.1 I<strong>nl</strong>eiding.<br />

Natuursteen is vanaf het Paleolithicum tot<br />

heden een belangrijke grondstof voor<br />

gereedschap. Als gebruiksmateriaal is<br />

natuursteen minder onderhevig aan ontwikkelingen<br />

dan de meeste andere materiaal<br />

groepen. Dit bemoeilijkt ook vaak de dateerbaarheid<br />

van het materiaal. Steen heeft<br />

vooral potentie op het vlak van de interpretatie<br />

van activiteiten op een vindplaats, het<br />

vaststellen van brongebieden van het uitgangsmateriaal<br />

en het inzicht verkrijgen in<br />

uitwisselingspatronen en handel. Doordat<br />

natuursteen vaak “zwaar en onhandig” is,<br />

heeft het vaak een andere handelsroute of<br />

uitwisselingsweg gehad dan aardewerk. Het<br />

materiaal kan dan ook veel informatie verschaffen<br />

over organisatie en logistiek. Tot op<br />

heden was het natuursteen onderzoek voornamelijk<br />

gericht op de vroeg(st)e culturen,<br />

aangezien natuursteen hier de grootste bron<br />

was voor het vervaardigen van gereedschap.<br />

Voor deze perioden zijn er voornamelijk van<br />

vuurstenen objecten typochronologieën ontwikkeld.<br />

Binnen andere steensoorten en<br />

materialen uit latere perioden zijn echter ook<br />

typochronologische kenmerken aan te wijzen.<br />

Hier is echter tot nu toe door een<br />

beperkt aantal specialisten aandacht aan<br />

besteed.<br />

In totaal zijn er 65 stenen voor onderzoek<br />

aangeboden. Hieruit is een selectie gemaakt<br />

op basis van de grootte en bewerking- of<br />

productiesporen van het materiaal. Stenen<br />

minder dan 40 mm zonder duidelijke productie-<br />

of bewerkingsporen zijn niet geselecteerd.<br />

Het overige materiaal is<br />

gedetermineerd op steensoort, vorm, grootte,<br />

bewerkings- en/of gebruikssporen en sporen<br />

van verbranding en verwering. Van artefacten<br />

zijn het type artefact, het gewicht en de<br />

exacte afmetingen bepaald. In totaal zijn er<br />

38 stenen geselecteerd en gedetermineerd,<br />

(tabel 6.2.1).<br />

Vrijwel al het materiaal is verzameld uit de<br />

laag direct boven het sporenniveau, ofwel de<br />

onderkant van het esdek.<br />

De vraag in het programma van eisen<br />

waarop het natuursteen antwoorden zou<br />

kunnen geven luidt:<br />

-Wijzen sporen en vondsten op de aanwezigheid<br />

van een ambachtelijke productie?<br />

steensoort aantal<br />

zandsteen 18<br />

kwartsiet 6<br />

graniet 4<br />

kw zandsteen 3<br />

lei 2<br />

tefriet 2<br />

gangkwarts 1<br />

gneis 1<br />

lydiet 1<br />

totaal 38<br />

Tabel 6.2.1 Aantal artefacten per steensoort<br />

ADC ArcheoProjecten Rapport 413 Enschede, Usseler Es<br />

34

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!