Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
BAAC bv IVO Usseler es Noord, gemeente Enschede<br />
Op grond van het gedateerde aardewerk en vuursteen (bijlage 5) zijn gebieden<br />
aangegeven waar bepaalde concentraties van nederzettingssporen uit verschillende<br />
archeologische tijdvakken worden verwacht (bijlage 7). Dit betekent niet dat er buiten<br />
deze gebieden geen archeologische sporen verwacht worden (zie ligging indicatoren,<br />
bijlage 3 en datering indicatoren, bijlage 5). Daarnaast zijn in het centrale gebied, op<br />
grond van de aangetroffen slakken, sintels, houtskool en schilfers, twee locaties<br />
onderscheiden waar mogelijk metaalbewerking heeft plaatsgevonden en/of<br />
metaalsmeltovens kunnen hebben gestaan.<br />
Gebieden met vondsten uit de volgende archeologische tijdvakken zijn onderscheiden:<br />
Paleolithicum-Bronstijd, IJzertijd-Romeinse Tijd en Middeleeuwen. Dit betekent niet dat<br />
er binnen deze gebieden geen sporen uit andere archeologische tijdvakken aanwezig<br />
kunnen zijn. Er zijn alleen geen indicatoren aangetroffen die dit kunnen bevestigen. Het<br />
gebied waarbinnen paleolithische tot en met Bronstijdsporen worden verwacht is<br />
geheel gebaseerd op de datering van het vuursteen. Het overgrote deel van het<br />
vuursteen is niet nader te dateren dan Paleolithicum-Bronstijd. Slechts zeven stuks<br />
vuursteen konden nader gedateerd worden en stammen uit het Mesolithicum en/of<br />
Neolithicum. De gebieden waarbinnen sporen uit de IJzertijd-Romeinse Tijd en<br />
Middeleeuwen worden verwacht zijn geheel gebaseerd op de datering van het<br />
aardewerk. Opvallend is dat het middeleeuwse aardewerk hoofdzakelijke uit de 9 e -12 e<br />
eeuw stamt. Om geen archeologische informatie te verliezen zijn binnen<br />
bovengenoemde gebieden enkele puntlocaties weergeven, waarvan het aardewerk<br />
specifiek in de Bronstijd dan wel Vroege Middeleeuwen (5 e eeuw tot begin 8 e eeuw,<br />
Merovingisch) kan worden gedateerd.<br />
Uit bijlage 7 blijkt, dat de meeste gebieden, met verwachte concentraties van<br />
nederzettingssporen (Paleolithicum-Bronstijd, IJzertijd-Romeinse Tijd en<br />
Middeleeuwen) zich op de gestuwde grondmorene in het centrale gebied ten noorden<br />
van de Haaksbergerstraat bevinden. Ook blijken bovengenoemde gebieden elkaar<br />
deels te overlappen. Andere gebieden met verwachte concentraties van<br />
nederzettingssporen bevinden zich in het westelijke gebied. Op de noordelijke- &<br />
zuidelijke dekzandruggen worden concentraties verwacht van sporen uit de<br />
Middeleeuwen (9 e -12 e eeuw). Daarnaast bevindt zich op een dekzandkopje mogelijk<br />
een concentratie van sporen uit het Paleolithicum-Bronstijd.<br />
4.6 Archeologische interpretatie<br />
De geologische ontstaansgeschiedenis van het gebied met de bijbehorende<br />
geomorfologie geeft aan dat er in het onderzoeksgebied bewoningssporen voor<br />
kunnen komen vanaf het Paleolithicum tot heden. Uit eerder onderzoek blijkt dat er in<br />
de directe omgeving bewoningssporen aanwezig zijn die dateren uit het Mesolithicum-<br />
Middeleeuwen. De meeste archeologische indicatoren zijn aangetroffen op de hogere<br />
terrein delen, die van oudsher geschikt zijn voor bewoning (bijlage 3). Deze hogere<br />
terreindelen hebben over het algemeen een esdek dat meer 50 cm dik is, waardoor de<br />
aanwezige grondsporen vrij goed beschermd zijn. Bijna alle archeologische indicatoren<br />
uit de boringen komen van onder het esdek en meestal zelfs uit de B en C-horizont van<br />
de bodem beneden het oude bodemoppervlak (voor zover aanwezig). Dit betekent dat<br />
de aanwezige sporen zeer goed bewaard zijn gebleven. Ook de in meerdere boringen<br />
waargenomen kleur- en structuurveranderingen in de B-horizont geven aan dat er<br />
archeologische grondsporen aanwezig zijn. Vooral de archeologische indicatoren uit de<br />
boorkartering zijn indicatief voor de aanwezigheid en situering van de archeologische<br />
22