Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
BAAC bv IVO Usseler es Noord, gemeente Enschede<br />
dergelijke vondsten op aan te treffen zijn de stuwwallen. Tot 1993 is pas één<br />
middenpaleolithisch vondstcomplex op de Overijsselse stuwwallen aangetroffen.<br />
Wanneer het Paleolithicum evenals de late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd buiten<br />
beschouwing wordt gelaten, dan resteert een tijdvak van 10.000 jaar. In die 10.000 jaar<br />
is de typische dekzandprovincie Overijssel qua bewoonbaarheid te karakteriseren als<br />
een eilandenrijk. In dat opzicht vormen Salland en Twente een geheel andersoortig<br />
gebied dan de grote “massieven” van de Veluwe en Drenthe. Het zijn vooral de<br />
langgerekte hogere zandige gronden, langs beken, rivieren en stuwwallen, die als ware<br />
natuurlijke wegen door het landschap vormden, die de voorkeur van de pre- en vroeg<br />
historische bevolking kregen.<br />
Landgebruik<br />
In de Middeleeuwen overheerste in de gebieden met hoger gelegen droge<br />
zandgronden de roggeverbouw. In de 5 e of 6 e eeuw verdrong de rogge de tarwe,<br />
omdat rogge minder eisen stelt aan de bodem en daarom redelijk gedijt op dit type<br />
grond.<br />
In minder droge zandgebieden en in andere gebieden, waar meer beekdalen<br />
voorkwamen, zoals in Overijssel, Drenthe en Brabant was een andere ruimtelijke<br />
inrichting gebruikelijk. Hier dienden de hogere zandgronden als akkers en de lagere<br />
zandgronden en beekdalen als wei- en hooiland. Ook werd op de lagere delen wel<br />
haver verbouwd. Zelfs onder natte omstandigheden bood dit gewas nog goede<br />
groeiresultaten.<br />
Vanaf de 10 e /11 e eeuw zijn in Overijssel en Drenthe ingrijpende veranderingen van<br />
woo<strong>nl</strong>ocaties, ontginningen, esaa<strong>nl</strong>eg en drainages begonnen. Woonplekken van de<br />
boerderijen werden verschoven van de hogere zandgronden naar de voet ervan.<br />
Woon- en begraafsporen onder esdekken dateren dan ook meestal uit de perioden<br />
voorafgaand aan de 10 e eeuw. De nederzettingen van de IJzertijd tot en met de<br />
Vroege Middeleeuwen lagen ongeveer 2 km uit elkaar en de gehuchten omvatten<br />
meestal 1-3 boerderijen. Ieder mini-dorpje had ongeveer 4 km² nodig. Het aantal<br />
boerderijen in de nederzettingen breidde zich in de 10 e /11 e eeuw aanzie<strong>nl</strong>ijk uit.<br />
Daarnaast vond er samentrekking van boerderijen in een dorpskern plaats, terwijl<br />
daarvoor de boerderijen verspreid lagen over het dorpsterritorium te midden van hun<br />
eigen akkers. In een dergelijke situatie wordt daarom wel gesproken van een overgang<br />
van landbinding naar burenbinding. Ook werden er nederzettingen gesticht in tot<br />
dusverre onontgonnen gebieden. Hoe de onderlinge samenhang van genoemde<br />
ontwikkelingen is geweest en waardoor ze in gang zijn gezet staat allerminst vast.<br />
Gezien het grote aantal nieuwe nederzettingen en ontginningen is de veronderstelling<br />
van een aanzie<strong>nl</strong>ijke bevolkingstoename sinds de 10 e eeuw onvermijdelijk. De<br />
toename van de gemiddelde bedrijfsvoering lijkt te wijzen op vergroting van de<br />
agrarische productie als gevolg van technische verbeteringen. De i<strong>nl</strong>ijving in het<br />
Frankische Rijk heeft naar het zich laat aanzien het realiseren van agrarische<br />
overschotten bewerkstelligd en tevens noodzakelijk gemaakt, vanwege de<br />
economische verplichting bij te dragen aan de instandhouding van de staat. Dit<br />
gebeurde door middel van de uitgifte van privileges via het grootgrondbezit en door het<br />
leenstelsel. De ontwikkeling van kernnederzettingen is wellicht te danken aan de<br />
gewijzigde akkerbouw, die leidde tot grotere akkers en verhoogde opbrengsten.<br />
Burenbinding was wenselijk in verband met de bouwdwang, het binnenhalen van de<br />
oogst en stoppelbeweiding.<br />
11