15.09.2013 Views

Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...

Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...

Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

BAAC bv IVO Usseler es Noord, gemeente Enschede<br />

3.2 Bodem<br />

Volgens de bodemkaart (Stiboka, 1979) bestaat de bodem in het onderzoeksgebied<br />

voor meer dan 80% uit hoge zwarte enkeerdgronden (zEz21), die uit leemarm en zwak<br />

lemig fijn zand bestaan. Deze strekken zich uit tot ver buiten het centrale deel (Usseler<br />

es) van het onderzoeksgebied. Dit bodemtype wordt meestal aangetroffen op de hoger<br />

en dus droger gelegen zandgronden, die in gebruik zijn als akkerland. Enkeerdgronden<br />

zijn gronden met een niet vergraven, humushoudende bovengrond die dikker is dan 50<br />

cm. Deze worden doorgaans ook wel esdekken genoemd. Een esdek is ontstaan door<br />

het eeuwe<strong>nl</strong>ang opbrengen van potstalmest op de akker. De mest bestond uit plaggen<br />

die in de stal werden gelegd om de uitwerpselen van het gestalde vee op te vangen.<br />

De plaggen werden met de uitwerpselen als mest op de akker gebracht. Op deze wijze<br />

kon een akkercomplex op zandgrond gedurende eeuwen jaarlijks opnieuw bebouwd<br />

worden zonder dat de bodem uitgeput raakte. De vorming van een esdek kan<br />

teruggaan tot de 11 e eeuw, maar stamt meestal uit de 13 e eeuw of later. Bestond de<br />

mest uit bosstrooisel of grasplaggen, dan ontstond een bruin esdek. Zwarte<br />

enkeerdgronden wijzen op een gebruik van heideplaggen. Op deze wijze kon het land<br />

rond het akkercomplex gedeeltelijk ontgrond raken, terwijl de akkergrond tot ruim een<br />

meter opgehoogd kon worden.<br />

Bij opgravingen van middeleeuwse boerderijen zijn tot dusverre nog geen resten van<br />

potstallen aangetroffen (Vervloet, 1986). Dit leidt tot de gedachte dat aanvankelijk de<br />

mest en de plaggen in de open lucht met elkaar werden vermengd. De potstal wordt<br />

beschouwd als een relatief recente landbouwtechnische verbetering, die een<br />

doelmatiger gebruik van de mest mogelijk maakte. In de 18 e en 19 e eeuw bereikte het<br />

potstalsysteem waarschij<strong>nl</strong>ijk de uiterste graad van perfectie.<br />

In gebieden met esdekken dient rekening te worden gehouden met een rijk<br />

bodemarchief. Aangezien het oorspronkelijke oppervlak vanaf de Middeleeuwen is<br />

opgehoogd betekent dit dat de eventueel aanwezige archeologische resten uit de<br />

perioden van vóór de Middeleeuwen meestal goed bewaard zijn gebleven.<br />

Een karakteristiek bodemprofiel van een hoge zwarte enkeerdgrond in het<br />

onderzoeksgebied ziet er volgens de bodemkaart als volgt uit:<br />

Tabel 3.1: Kenmerken en horizonten van een enkeerdgrond (Stiboka,1979)<br />

Horizont Diepte in cm Omschrijving<br />

Aanp 0-30<br />

Cultuurdek<br />

Aan2<br />

30-80<br />

B2b Oud profiel 80-110<br />

Zeer donkergrijs, zeer humeus,<br />

zwak lemig, fijn zand<br />

Zeer donkergrijs, zeer humeus,<br />

zwak lemig, fijn zand<br />

Donker roodbruin, zwak lemig, fijn<br />

zand<br />

BCb Oud profiel 110-130 Bruinoranje, zwak lemig, fijn zand<br />

C11b 130-140 Oranjegeel, zwak lemig, fijn zand<br />

Moedermateriaal<br />

C12b<br />

140-<strong>15</strong>0 Geel, zwak lemig, fijn zand<br />

Door bodemvorming kunnen in het sediment vaak de volgende drie hoofdhorizonten<br />

worden onderscheiden (zie tabel), namelijk: de A-horizont, de B-horizont en de C-<br />

8

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!