Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
BAAC bv Aanvullend Archeologisch Onderzoek Enschede, Usseler es<br />
Het aardewerk uit de kuil (spoor 212) en de waterput (spoor 220) lijkt erg veel op het<br />
aardewerk uit de hutkom.<br />
Ook het feit dat deze sporen dicht bij elkaar liggen wijst op een zelfde datering als de<br />
hutkom.<br />
Van de twee haardkuilen levert alleen spoor 261 veel vondstmateriaal op, wat niet<br />
verwonderlijk is gezien het feit dat de bodem uit fragmenten natuursteen was opgebouwd. In<br />
het totaal zijn 65 stukken natuursteen en 8 fragmenten vuursteen verzameld. De fragmenten<br />
vuursteen zijn zo te zien onderdeel vaan één en hetzelfde brok verbrande vuursteen,<br />
waarvan de oorspronkelijke vorm niet meer te achterhalen is. Het geborgen natuursteen is<br />
heterogeen van samenstelling. Naast veel zandsteen (38%), kwartsitische zandsteen (29%)<br />
en kwartsiet (18%) komt ook nog graniet en schist voor. Alle het aanwezige natuursteen<br />
komt in de ondergrond van nature voor en hoeft dus niet van elders te zijn aangevoerd. 18<br />
4.2 Deelgebied 2<br />
Dit deelgebied is gelegen in het oosten van het onderzoeksgebied en omvat de proefsleuven<br />
7 en 8.<br />
Afb. 13: proefsleuven deelgebied 2.<br />
4.2.1 Sporen<br />
Dit deelgebied bevat twee duidelijke spiekers, een sporencluster, een waterput en een<br />
verzameling esgreppels.<br />
Zowel in proefsleuf 7 als 8 is een opslagschuurtje of spieker aanwezig. De spieker in sleuf 7<br />
ligt in het zuidoosten en bestaat uit vier palen (spoor 186 t/m 189). De lengte van de zijden<br />
varieert van 1.70 tot 2.10 meter. De spieker in sleuf 8 ligt in het midden en bestaat uit vijf<br />
palen (spoor 197 t/m 201). De lengte van de zijden ligt tussen 1.75 en 1.90 meter.<br />
In het zuidoosten van sleuf 8 ligt een klein sporencluster, bestaande uit de sporen 202 t/m<br />
209. De sporen zijn vrij klein en lijken sterk op paalsporen. De kleur van de sporen is vrijwel<br />
identiek aan die van de duidelijke spiekers. Mogelijk is hier een klein deel van een, verder<br />
nog niet herkenbare, huisplattegrond aangesneden. De twee spiekers en de sporencluster<br />
vormen samen vindplaats C.<br />
In het zuidoosten van proefsleuf 7, direct naast de spieker, ligt een waterput (spoor 185).<br />
Deze waterput wordt met vindplaats D aangeduid. De waterput ligt vrijwel geheel vrij in het<br />
vlak en heeft een doorsnede van circa 3,5 meter. Omdat het spoor direct als waterput<br />
herkenbaar was is er geen coupe over gezet. Vanwege de sterke wateroverlast is het niet<br />
mogelijk geweest een boring te zetten voor dieptebepaling. Op grond van enkele scherven<br />
kogelpotaardewerk moet de waterput in de Middeleeuwen geplaatst worden.<br />
In proefsleuf 8 tenslotte zijn in het uiterste westen een aantal zogenaamde esgreppels<br />
aanwezig (spoor 190 t/m 195). Het gaat om gedeeltes van losliggende, evenwijdige banen.<br />
De lengte bedraagt minimaal 2, 5 meter, de breedte varieert tussen 0,75 en 1 meter. De<br />
afstand tot de greppels onderling bedraagt circa 0,75 meter. In de o<strong>nl</strong>angs verschenen<br />
bundel “Essen in zicht” wordt er van uit gegaan dat de esgreppels gebruikt zijn voor<br />
zandwinning tussen de 17 de en de 20 e eeuw. 19 Dit is mogelijk, maar de afstand tot de<br />
18 Mondelinge mededeling L. Tebbens.<br />
19 Van Doesburg et al 2007.<br />
Concept versie 4 augustus 2008 <strong>15</strong>