15.09.2013 Views

Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...

Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...

Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

6.3.2 Bewerkt materiaal.<br />

Met bewerkt materiaal, artefacten, wordt<br />

bedoeld alle stenen die, macroscopisch, herkenbare<br />

sporen van gebruik en/of bewerking<br />

vertonen. In totaal zijn er 12 artefacten aangetroffen<br />

die in drie categorieën, maalstenen,<br />

slijpgereedschap en bouwmateriaal<br />

ingedeeld kunnen worden (tabel 6.2.2). Er is<br />

ook en afslag gevonden en een object waar<br />

het niet mogelijk is te vaststellen wat voor<br />

type artefact het is.<br />

artefactgroep zandsteen graniet lei tefriet kw zandsteen totaal<br />

slijpgereedschap 4 4<br />

bouwmateriaal 2 1 3<br />

maalstenen 1 2 3<br />

afslag 1 1<br />

indet 1 1<br />

totaal 5 2 2 2 1 12<br />

Tabel 6.2.2 Soort artefacten per steensoort<br />

40 Dit zijn dateringen volgens vondsten<br />

gevonden tot 1985, van<br />

Heeringen 1985.<br />

41 Hörter 1994, 30.<br />

42 Kars 2002.<br />

Maalstenen<br />

Maalstenen zijn al sinds de prehistorie in<br />

gebruik. Maalstenen kunnen van diverse<br />

steensoorten worden gemaakt. In Nederland<br />

zijn de eerste maalstenen voornamelijk vervaardigd<br />

van zandstenen, granieten, conglomeraten<br />

en breccies. Deze steensoorten<br />

hebben een korrelig oppervlak dat ze<br />

geschikt maakt voor gebruik als maalsteen.<br />

Vanaf de IJzertijd komen in ons land de eerste<br />

producten voor die echt uit een groeve<br />

komen en dus wijzen op een ander organisatieniveau.<br />

Dit zijn de niet-draaiende, zadelvormige<br />

maalstenen van tefriet. Deze<br />

steensoort heeft een poreus oppervlak,<br />

waardoor het uitermate geschikt is als maalsteen.<br />

Dateringen van de niet-draaiende tefrietstenen<br />

in Nederland zijn: 40<br />

- Type A van late Bronstijd tot vroege<br />

IJzertijd; 1100-500 v.Chr.<br />

- Type B tussen 500-250 v. Chr.<br />

midden_IJzertijd.<br />

- Type C “Napoleonshoed” van midden<br />

IJzertijd tot 200 v.Chr.<br />

In de late IJzertijd/vroeg-Romeinse tijd wordt<br />

de draaimolen in Nederland geïntroduceerd.<br />

De diameter van de draaimolen is een typochronologisch<br />

kenmerk, terwijl de dikte van<br />

de steen een indicatie geeft voor de intensiteit<br />

van het gebruik. Zo variëren de diameters<br />

van deze handmolens van ca. 35 cm in<br />

de eerste eeuw v. Chr. tot 40 cm in de<br />

Romeinse tijd. 41<br />

Tussen het geselecteerde materiaal zijn in<br />

totaal vier maalstenen aangetroffen, hiervan<br />

zijn er twee van tefriet vervaardigd, één van<br />

rozegrijze graniet en één maalsteen is van<br />

grofkorrelige zandsteen. De maalstenen van<br />

tefriet (22:1 en 118:1) uit bewoningszone 2<br />

zijn beide kleine fragmenten, minder dan 10<br />

cm en beide hebben een maalvlak. Verder<br />

vertonen ze geen typochronologische kenmerken.<br />

Beide fragmenten zijn ook te<br />

gefragmenteerd om te bepalen of het gaat<br />

over draaiende of niet draaiende maalstenen.<br />

Het maalsteenfragment vervaardigd van<br />

rozegrijze graniet is ook klein, slechts 58 mm<br />

groot, en vertoont een afgesleten vlak (vnr<br />

176:1). Het object is te gefragmenteerd om te<br />

zeggen om wat voor type het gaat, maar<br />

gezien de steensoort en de context is het<br />

waarschij<strong>nl</strong>ijk een niet draaiende maalsteen<br />

maar een zadel- of schaalvormig maalsteen<br />

geweest. Het is aangetroffen in een kuil met<br />

veel grote fragmenten aardewerk in put 273<br />

(bewoningszone 4).<br />

Een fragment (vnr 133:1) van zandsteen is 35<br />

x 28 x 16 cm groot. Het object vertoont over<br />

de hele oppervlak een vlak afgesleten vlak.<br />

Dit artefact zou een maalsteen kunnen zijn<br />

geweest. Maalstenen van zandsteen zijn vaak<br />

vervaardigd uit meer grofkorrelige zandsteen<br />

en hebben meestal een concaaf maalvlak. Zo<br />

ontstaat het vermoeden dat het artefact als<br />

iets anders gediend zou kunnen hebben. Het<br />

object komt uit put 349 (bewoningszone 6).<br />

Het aardewerk dat hier gevonden is dateert<br />

in de IJzertijd.<br />

Slijpgereedschap<br />

De indeling van slijpgereedschap is gebaseerd<br />

op de grootte, vorm en functie van het<br />

artefact. Er zijn bij deze groep drie types te<br />

onderscheiden. Dit zijn wetstenen, slijpblokken<br />

en slijpstenen. Wetstenen zijn slijpstenen<br />

die klein genoeg zijn om vanuit de hand<br />

gebruikt te kunnen worden. Slijpstenen zijn<br />

gedefinieerd als groter, niet-mobiel slijpgereedschap.<br />

De categorie slijpblokken omvat<br />

slijpgereedschap dat niet bij de andere twee<br />

groepen kan worden onderverdeeld. Ze zijn<br />

vaak onregelmatig van vorm. Dit zijn doorgaans<br />

hergebruikte slijpstenen. 42<br />

In de putten 171, 181 en 201 van bewoningszone<br />

2 zijn vier fragmenten slijpgereedschap<br />

aangetroffen. Er zijn twee slijpblokken en<br />

twee objecten (vnr 71:1, 37:1) die te gefragmenteerd<br />

zijn om te kunnen zeggen om<br />

welke type slijpgereedschap het gaat. Het<br />

ene slijpblok (vnr 76:1) is van een fijnkorrelige<br />

groengrijze zandsteen. Het artefact is<br />

gefragmenteerd en alleen de dikte is origineel.<br />

Het slijpblok vertoont twee tegenovergestelde<br />

vlakke slijpvlakken en op het ene<br />

vlak zit ook een groef. Het fragment is 75 x<br />

ADC ArcheoProjecten Rapport 413 Enschede, Usseler Es<br />

35

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!