15.09.2013 Views

Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...

Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...

Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

materiaal heeft gegeten dat als aanwezig is in de excrementen als fijn verdeelde, zwarte,<br />

partikels Deze verkoolde organische resten zijn net zo als in de hiervoor beschreven laag<br />

afkomstig van niet houtige, kruidlaag planten waaronder monocotylen en dus zeer<br />

waarschij<strong>nl</strong>ijk gewasresten. In deze laag komen geen echte houtskoolresten voor, noch<br />

grote wortelgangen die op aanwezigheid van bos of struiken duiden. Onder bos en<br />

struikvegetaties ontstaat in principe een milde bruine humus, door de jaarlijkse aanrijking<br />

met blad. In deze slijpplaat zijn geen aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van<br />

bomen. Om toch een milde bruine humus te krijgen, als er geen loofbos staat, is<br />

aanrijking nodig met rijk organisch materiaal. Er komen enkele sporenkapsels voor van<br />

hoogstwaarschij<strong>nl</strong>ijk varens en enkele zeer kleine afgeronde brokjes kalkrijke zavel en<br />

een stukje klei. Het ligt voor de hand dat rijker organisch materiaal is aangevoerd vanuit<br />

lager gelegen beekdalen.<br />

Samengevat kunnen we stellen dat we hier geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van<br />

bos kunnen vinden, dat er regelmatig gebrand is en dat de verbrande vegetatie een<br />

kruidlaag was, met monocotylen en dat hier regelmatig grondbewerkingen in hebben<br />

plaatsgevonden. Echter niet zo intensief dat de moderhumus sterk vervormd is (zie fig. 3<br />

Spek et al., 2003).<br />

De onderkant van het plaggendek<br />

In deze laag komen de karakteristieke verschijnselen voor die horen bij een plaggendek:<br />

aanrijking van het bodemmateriaal met een kalkrijke zavel en niet verbrande<br />

gewasresten, die allen intensief gemengd zijn. De bodemfauna verandert. Er komen<br />

andere soorten potwormen en regenwormen voor.<br />

4. Conclusies<br />

De volgende conclusies zijn uit bovenstaande resultaten te trekken:<br />

1. Het onderliggende bodemmateriaal is een normale Bhs van een podzol en is niet<br />

door menselijke activiteit beïnvloed.<br />

2. De onderkant van de oude cultuurlaag hoort tot de oorspronkelijke podzol. Daarin<br />

heeft extensieve landbouw plaatsgevonden, waarbij lage vegetatie en gewasresten<br />

zijn verbrand en ingewerkt met een eergetouw. Dit geheel lijkt sterk op de<br />

verschijnselen die aangetroffen zijn in de akkerlagen van de vroege en midden<br />

IJzertijd in het Noordseveld (Spek et al, 2003).<br />

3. De bovenkant van de cultuurlaag hoort tot een andere landbouw fase, dan de<br />

onderkant.<br />

4. Bovenin de oude cultuurlaag zijn geen aanwijzingen gevonden voor de<br />

aanwezigheid van bomen of struiken alleen die van een lage vegetatie. Dit houdt<br />

in dat het onwaarschij<strong>nl</strong>ijk is dat er langere braakperioden of perioden waarin het<br />

land verlaten werd, zijn geweest waarin bomen en struiken zich konden vestigen.<br />

5. Bovenin de oude cultuurlaag is regelmatig extensief geakkerd:, de lage<br />

vegetatie/gewasresten zijn verbrand en ingeploegd. Dit is met een eergetouw<br />

gebeurd, omdat een ploeg ander soort versmering en drukverschijnselen geeft.<br />

6. De milde bruine moderhumus is niet het resultaat van aanwezige bomen, maar<br />

ontstaan door aanvoer van rijk organisch materiaal uit lager gelegen beekdalen.<br />

6

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!