Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Put 191<br />
diepte textuur Md kleur ox/red Fe bodem opmerking<br />
000-035 bouwvoor 0Aap<br />
035-057 Zs1h2 <strong>15</strong>0-210 brzw O 0 Aa1<br />
057-065 Zs1h2 <strong>15</strong>0-210 brzw O 0 Aa2<br />
056-079 Zs1h2 <strong>15</strong>0-210 br O 0Aa3<br />
079-083 Zs1h2 <strong>15</strong>0-210 br O 0Ah top Ah aangeploegd<br />
083-086 Zs1h2 <strong>15</strong>0-210 brgr O 0 E<br />
086-103 Zs1 <strong>15</strong>0-210 br O 0 Bh<br />
103-1<strong>15</strong> Zs1h2 <strong>15</strong>0-210 grbr O 1 BC gebioturbeerd<br />
1<strong>15</strong>-140 Zs1 <strong>15</strong>0-210 gl O 1 C<br />
140-<strong>15</strong>0 Zs1 <strong>15</strong>0-210 grgl Or 1 Cg<br />
geven in welke mate. Daarboven bevindt zich<br />
een pakket goed gesorteerd matig fijn zand.<br />
Gezien de uniformiteit en de sortering is dit<br />
zand eolisch, dus door de wind afgezet en is<br />
aangemerkt als dekzand. De oorspronkelijke<br />
top van het natuurlijk bodemprofiel is verdwenen.<br />
De B-horizont bevat opvallend veel<br />
houtskool en kleine fragmenten verbrande<br />
klei. Het profiel is afgedekt met een eerdlaag<br />
waarin op basis van kleurnuances 5 lagen<br />
kunnen worden onderscheiden.<br />
Put 139 (afbeelding 4.1.11)<br />
Het profiel in deze put wijkt sterk af van alle<br />
andere profielen. Ook is geen vergelijkbaar<br />
profiel aangetroffen in de beschreven raaien.<br />
Het profiel bestaat uit slecht gesorteerd<br />
slecht afgerond uiterst grof zand met een<br />
grindpercentage oplopend tot 5%. Dit pakket<br />
is afgedekt met een eerdlaag waarin drie<br />
lagen zijn te onderscheiden op basis van<br />
kleurnuances. Een vierde laag onderscheidt<br />
zich door een andere textuur die vermoedelijk<br />
is ontstaan door bioturbatie waarbij relatief<br />
grof materiaal vermengd is geraakt met<br />
het relatief fijne materiaal uit de opgebrachte<br />
eerdlaag. In het grove zand heeft enige kleiinspoeling<br />
plaatsgevonden. Het sediment is<br />
Afb 4.1.10 Profielopname.<br />
vermoedelijk van fluvioglaciale of proglaciale<br />
oorsprong; het is echter onduidelijk waardoor<br />
het siltrijke zandpakket en het dekzand<br />
op deze lokatie ontbreekt. Mogelijk heeft<br />
hier voor de aa<strong>nl</strong>eg van het esdek afplagging<br />
plaatsgevonden waarbij de siltrijke horizont<br />
en het dekzand zijn weg gegraven. Het<br />
archeologisch onderzoek heeft hier echter<br />
geen aanwijzingen in de vorm van spitsporen<br />
of iets vergelijkbaars opgeleverd.<br />
Put 59 (afbeelding 4.1.12)<br />
De basis van het profiel bestaat uit goed<br />
gesorteerd zwak siltig, matig fijn zand.<br />
Gezien de uniformiteit en de goede sortering<br />
is dit pakket van eolische oorsprong en is<br />
het aangemerkt als dekzand. In het pakket<br />
dekzand konden geen bodemhorizonten<br />
worden onderscheiden anders dan de Chorizont,<br />
het onveranderde moedermateriaal.<br />
Het dekzand is afgedekt door een eerdlaag<br />
die zeer zwart van kleur is en waarin geen<br />
onderscheid kon worden gemaakt op basis<br />
van kleurnuances. De top van de eerdlaag is<br />
opgenomen in de bouwvoor. De aangetroffen<br />
eerdlaag lijkt van het type “brabantse es” te<br />
zijn zoals hierboven beschreven en is vermoedelijk<br />
in of na de 16e eeuw in één keer<br />
ADC ArcheoProjecten Rapport 413 Enschede, Usseler Es<br />
16