Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
BAAC bv Aanvullend Archeologisch Onderzoek Enschede, Usseler es<br />
Zowel het aangetroffen aardewerk als de gebouwplattegronden wijzen op een globale<br />
datering tussen 900 en 1300. Het is mogelijk dat de nederzetting al eerder in gebruik is<br />
geweest, vanaf 700. Dit wordt echter niet ondersteund door het vondstmateriaal. De<br />
samenstelling van het vondstmateriaal doet vermoeden dat het hoogtepunt van de<br />
nederzetting in de periode 11 de t/m 13 de eeuw gezocht moet worden.<br />
- Welke structuren zijn er te herkennen, en tot welke bewoningsfase behoren ze?<br />
Er zijn drie duidelijke gebouwen te herkennen. Gebouw 2 in sleuf 1 lijkt van het type Odoorn<br />
C te zijn. Dit type komt voor tussen 700 en 900. 29 Dit gebouw is hiermee het oudst herkende<br />
van de nederzetting. Gebouw 2 in sleuf 1 is van het type Gasselte B en komt voor tussen<br />
900 en 1300. Gebouw 3 in sleuf 2 hoort tot het type Gasselte B’. Dit type komt voor van 1100<br />
tot 1400, maar gezien de lay-out van de sporen lijkt een datering in de 12 de of 13 de eeuw voor<br />
de hand te liggen. Het is niet duidelijk of gebouw 1 en 3 gelijktijdig zijn of elkaar opvolgen.<br />
Het aanwezige vondstmateriaal geeft hierover geen uitsluitsel.<br />
- Is er sprake van bewoningscontinuïteit? Hoe ontwikkelen nederzettingen en de inrichting<br />
van het landschap zich?<br />
Er lijkt sprake van bewoningscontinuïteit op de nederzetting. De oudste huisplattegrond van<br />
een type dat al vanaf 700 voorkomt, de jongste loopt door tot 1400. Het vondstmateriaal<br />
komt uit de periode 900 tot 1300. Er zijn in ieder geval geen duidelijke hiaten. Het ligt voor de<br />
hand dat in de Late Middeleeuwen de bewoning verschoven is naar de rand van de es.<br />
Langs de Harberinksweg zijn nu nog bewoningsclusters aanwezig. Opvallend is het<br />
toponiem Nyhuis, gelegen direct ten zuidwesten van de Middeleeuwse nederzetting. De<br />
verschuiving van bewoning ten behoeve van de landbouw is al eerder ter sprake gekomen.<br />
- Wat is de oorsprong en ontwikkeling van de Middeleeuwse kern(en)? Wat is de relatie<br />
tussen de kern en het ommeland?<br />
Er zijn tijdens het onderzoek van het ADC aanwijzingen gevonden voor bewoning in de<br />
Vroege Middeleeuwen. 30 Of de bij dit onderzoek aangetroffen bewoning uit de Late<br />
Middeleeuwen hier uit voortkomt is niet met zekerheid te zeggen. Het lijkt er wel sterk op dat<br />
de opgegraven bewoning in de loop van de tijd is verschoven naar de rand van het<br />
escomplex. De bewoning vormde losse clusters van enkele boerderijen, zonder uit te groeien<br />
tot echte dorpen. De hogere delen van het landschap waren in gebruik als akker, de lagere<br />
als hooi- of weiland.<br />
- Hoe verhoudt deze vindplaats zich tot wat op basis van archeologische en historische<br />
gegevens bekend is betreffende Enschede en de ruimere regio?<br />
Deze vindplaats is kenmerkend voor deze regio. De verschuiving van bewoning van de<br />
hogere naar de wat lagere gronden in de loop van de tijd en de clustering tot kleine<br />
buurtschappen is normaal.<br />
- Wat is de typologie en vormontwikkeling van het aardewerk? Zijn er ‘gidsfossielen’? Is de<br />
ontwikkeling gelijkelijk verdeeld in de regio? In welke mate komen welke importen voor? Wat<br />
is hieruit af te leiden wat betreft sociaal-economische verhoudingen?<br />
Het aardewerk bestaat in hoge mate uit kogelpotaardewerk. Dit type aardewerk is lange tijd<br />
in gebruik en waarschij<strong>nl</strong>ijk regionaal aangemaakt. De hoeveelheid aardewerk laat niet toe<br />
een typologie of vormontwikkeling te destilleren. Het importaardewerk bestaat uit een enkel<br />
29 Huijts 1992<br />
30 Kenemans 2005<br />
Concept versie 4 augustus 2008 24