Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Bijlage 15 Archeologie - ruimtelijkeplannen.enschede.nl ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
BAAC bv IVO Usseler es Noord, gemeente Enschede<br />
5 Conclusies en aanbevelingen<br />
5.1 Conclusies bureauonderzoek<br />
De IKAW geeft voor het onderzochte deel van het plangebied een middelhoge tot hoge<br />
archeologische verwachtingswaarde.<br />
Er zijn geen vindplaatsen en/of archeologische terreinen bekend uit het<br />
onderzoeksgebied zelf. De aanwezigheid van vindplaatsen (aangetoond door<br />
opgravingen dan wel proefsleuven) in de directe omgeving geeft aan dat hier ook<br />
vindplaatsen kunnen worden verwacht.<br />
Op grond van de bodemkundige beschrijving van het gebied kan worden<br />
geconcludeerd dat eventueel aanwezige vindplaatsen redelijk tot goed bewaard zullen<br />
zijn gebleven, gezien de aangegeven grote verbreiding van de enkeerdgronden.<br />
Aan de westzijde van het oostelijk egebied, op de grens met het centrale gebied, ligt<br />
een oude weg/pad die Borchweg wordt genoemd (loopt dood tegen de A35). Deze<br />
naamgeving duidt aan dat hier in de buurt mogelijk een versterkte hoeve heeft gelegen.<br />
5.2 Conclusies veldonderzoek<br />
• De verbreiding van de enkeerdgronden beperkt zich tot de hoger gelegen<br />
gronden in het westelijke en centrale gebied. Dit betekent dat vooral in deze<br />
gebieden de archeologische grondsporen goed bewaard zullen zijn gebleven.<br />
• De op de hogere gronden onder het huidige esdek aanwezige en vaak goed<br />
ontwikkelde oude moderpodzolen (holtpodzol) zijn al in de prehistorie attractief<br />
als bewoningslocatie, omdat deze gronden in landbouwkundig opzicht zeer<br />
vruchtbaar zijn.<br />
• De mogelijke aanwezigheid van een niet herkende op de B-horizont van een<br />
holtpodzol lijkende tweede en ouder esdek is een mogelijke verklaring voor het<br />
feit dat veel archeologische indicatoren pas onderin de B-horizont worden<br />
aangetroffen.<br />
• Op vooral de hoger gelegen gronden in het westelijke en centrale gebied zijn bij<br />
het booronderzoek archeologische indicatoren aangetroffen die duiden op de<br />
aanwezigheid van meerdere vindplaatsen.<br />
• De archeologische indicatoren uit de boorkartering bevinden zich grotendeels in<br />
situ (B-horizont en C-horizont bodem), waardoor de indicatoren de ligging van<br />
een vindplaats vrij goed weergeven.<br />
• Gezien de grote diepte waarop in het centrale gebied vaak nog vuursteen werd<br />
aangetroffen is het niet uit te sluiten dat hier op een dieper niveau<br />
bewoningssporen uit het Vroeg Paleolithicum tot en met het vroege Laat<br />
Paleolithicum aanwezig zijn.<br />
• Met name in het oostelijke gebied geven archeologische indicatoren, die<br />
gevonden zijn bij de oppervlaktekartering, de mogelijke ligging van een<br />
vindplaats weer. Doordat het esdek hier relatief dun is of ontbreekt zullen<br />
archeologische grondsporen hier over het algemeen minder goed bewaard zijn<br />
gebleven.<br />
• Concentraties van nederzettingssporen uit de Middeleeuwen, IJzertijd-<br />
Romeinse Tijd en Paleolithicum-Bronstijd worden verwacht in het westelijke en<br />
centrale gebied. Op de noordelijke en zuidelijke dekzandrug van het westelijke<br />
gebied bevinden zich zones met middeleeuwse nederzettingssporen. In het<br />
25