De verzorgingsstaat herwogen - Wetenschappelijke Raad voor het ...
De verzorgingsstaat herwogen - Wetenschappelijke Raad voor het ...
De verzorgingsstaat herwogen - Wetenschappelijke Raad voor het ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
de nederlandse <strong>verzorgingsstaat</strong> in europees-vergelijkend perspectief<br />
reactieve en passieve <strong>verzorgingsstaat</strong> naar een meer proactieve <strong>verzorgingsstaat</strong>.<br />
Over de noodzaak van aanpassing van de Europese verzorgingsstaten aan veranderende<br />
economische en maatschappelijke omstandigheden bestaat weinig<br />
discussie meer. Wel zijn er grote verschillen in tempo, richting en karakter van<br />
de beleidsaanpassingen tussen de lidstaten.<br />
<strong>De</strong> Nederlandse ervaring – en ook die van de Scandinavische landen – laat zien<br />
dat er geen eenduidige afruil is tussen sociale en economische prestaties. <strong>De</strong><br />
Nederlandse <strong>verzorgingsstaat</strong> scoort vaak behoorlijk in economisch opzicht. <strong>De</strong><br />
openbare financiën, <strong>het</strong> financieringstekort, de staatsschuld en de sociale zekerheidsuitgavenquote<br />
zijn in Nederland in de afgelopen kwart eeuw geleidelijk op<br />
orde gebracht. Afgezien van de periode 2002-2005 is ook de economische groei<br />
in ons land bovengemiddeld (Pestieau 2006). Op <strong>het</strong> terrein van de arbeidsmarkt<br />
valt de hoge participatie in personen op, hoewel vaak in deeltijd wordt gewerkt.<br />
<strong>De</strong> werkloosheid is, samen met die van <strong>De</strong>nemarken, de laagste in de eu. Nederland<br />
kent een gelijke inkomensverdeling. <strong>De</strong> Nederlandse Gini-coëfficiënt is,<br />
na die van de Scandinavische landen, de laagste in de eu. Hetzelfde geldt <strong>voor</strong><br />
armoede onder ouderen.<br />
<strong>De</strong> Nederlandse ervaring van de afgelopen twee decennia laat eveneens zien dat –<br />
in een periode van de verdergaande Europese integratie, industriële herstructurering,<br />
vergrijzing en veranderde arbeids-, gezins- en samenlevingspatronen – de<br />
modernisering van de continentale <strong>verzorgingsstaat</strong> moeilijk, maar niet onmogelijk<br />
is. Toekomstbestendig sociaal beleid is echter niet alleen een kwestie van <strong>het</strong><br />
herijken van de verzekeringsfunctie van de <strong>verzorgingsstaat</strong> en <strong>het</strong> flexibiliseren<br />
van de arbeidsmarkt, maar houdt ook meer aandacht in <strong>voor</strong> preventie, activering,<br />
en sociale dienstverlening in <strong>het</strong> kader van de verzorgings-, verheffings- en<br />
verbindingsfuncties.<br />
Als we Nederland vergelijken op functies valt op dat in Nederland net als in Scandinavische<br />
verzorgingsstaten veel is geïnvesteerd in formele zorg. Informele zorg<br />
is in de praktijk ook belangrijk, maar wordt in Nederland relatief weinig vanuit<br />
overheidswege ondersteund. <strong>De</strong> uitdaging is om met <strong>het</strong> oog op de vergrijzing en<br />
ontgroening, en de toenemende arbeidsdeelname, de verzorgingsfunctie toekomstbestendig<br />
te maken. Wat betreft de verzekeringsfunctie heeft in Nederland<br />
een grote omslag plaatsgevonden naar actief arbeidsmarktbeleid. Daar besteden<br />
we ook veel geld aan. Ten opzichte van de werkzame beroepsbevolking zijn relatief<br />
weinig mensen inactief. Alleen de Scandinavische landen scoren <strong>voor</strong> de afgelopen<br />
decennia als geheel, beter in dit opzicht. Ten aanzien van de verheffingsfunctie<br />
blijkt dat Nederland minder geld uitgeeft aan onderwijs dan andere landen.<br />
Weliswaar zijn technisch gezien de leerprestaties bovengemiddeld, maar er zijn<br />
ook veel vroegtijdige schoolverlaters, waar andere landen beter presteren dan<br />
Nederland. Bovendien valt op dat kinderopvang in Nederland nog steeds <strong>het</strong> stiefkindje<br />
is vergeleken met een aantal andere Europese landen. <strong>De</strong> vergelijking van<br />
de verbindingsfunctie tot slot wijst met name naar interetnische spanningen.<br />
Nederlanders, samen met Belgen en Fransen, ervaren de meeste spanningen op dit<br />
111