De verzorgingsstaat herwogen - Wetenschappelijke Raad voor het ...
De verzorgingsstaat herwogen - Wetenschappelijke Raad voor het ...
De verzorgingsstaat herwogen - Wetenschappelijke Raad voor het ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
verbinden: overbruggen van sociale afstand<br />
ganger, namelijk dat <strong>het</strong> concentratie reproduceert (Bosker en Guldemond<br />
2004; Peters 2006).<br />
Beter lijkt <strong>het</strong> daarom om gemeenten meer vrijheden te verstrekken in <strong>het</strong> aanwenden<br />
van de gelden die zijn gereserveerd <strong>voor</strong> <strong>het</strong> gemeentelijke onderwijsachterstandenbeleid.<br />
Zolang de inzet van extra middelen op <strong>het</strong> niveau van<br />
individuele scholen segregatie slechts bestendigt, moet worden gekozen <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />
hogere schaalniveau van <strong>het</strong> stadsdeel of zelfs de stad om met deze middelen niet<br />
alleen bestaande achterstanden te bestrijden, maar ook ouders en hun kinderen te<br />
kunnen verleiden tot desegregerende schoolkeuzes (zie ook rmo 2005a; 2005b;<br />
Schillemans en Verhagen 2005). Onderzoek wijst uit dat de effectiviteit van dit<br />
soort ‘verleidende’ achterstandsbestrijding staat of valt met steun van schoolbesturen<br />
en ouders. In een context van schoolkeuzevrijheid werkt ‘verleiden’ met<br />
extra middelen in ieder geval beter dan <strong>het</strong> dreigen met sancties en verplichtingen<br />
die toch omzeild kunnen worden, zowel door ouders als door schoolbesturen.<br />
Het falen van veel van <strong>het</strong> bestaande antisegregatiebeleid in <strong>het</strong> onderwijs is<br />
daar op terug te voeren (Peters 2006). Gemeenten dienen daardoor meer vrijheid<br />
te krijgen om extra middelen in te zetten om zowel verheffing als verbinding te<br />
bevorderen. Dat kan bij<strong>voor</strong>beeld door een premie op menging te geven.<br />
Wonen en mengen<br />
Ten slotte ligt <strong>het</strong> – gezien de grote overlap tussen woon- en schoolsegregatie –<br />
<strong>voor</strong> de hand om te interveniëren in de woonvariabele. Door wijken te herstructureren<br />
kan de bevolkingssamenstelling worden beïnvloed, en daarmee ook de<br />
samenstelling van de leerlingenpopulatie in wijkscholen. Het nadeel van deze<br />
strategie is dat ze een lange adem vereist. <strong>De</strong> gewenste aanpassingen van de<br />
stedelijke morfologie kunnen alleen geleidelijk worden aangebracht, waarna <strong>het</strong><br />
nog geruime tijd zal duren <strong>voor</strong> de effecten ervan op de samenstelling van de<br />
wijkpopulatie zichtbaar worden.<br />
Daarnaast stuit deze mengstrategie in de vier grootste steden in Nederland al snel<br />
op numerieke grenzen gezien de bevolkingssamenstelling. In steden bestaan de<br />
jongste cohorten immers <strong>voor</strong> meer dan de helft uit kinderen afkomstig van nietwesterse<br />
migranten. Waar de ‘witte’ middenklasse schaars wordt, valt van<br />
mengingsbeleid weinig te verwachten. Positieve effecten van menging doen zich<br />
immers alleen <strong>voor</strong> wanneer kinderen afkomstig van de ‘witte’ middenklasse in<br />
de meerderheid zijn (Paulle 2005). Zodra <strong>het</strong> aandeel zwakke leerlingen richting<br />
50 procent tendeert, zijn de positieve effecten op sociaal zwakkere leerlingen<br />
verdwenen, terwijl de leerprestaties van ‘witte’ middenklassenkinderen er<br />
beduidend op achteruitgaan. In de vier grote steden geldt daarom de noodzaak<br />
van andere soorten van verbinding, bij<strong>voor</strong>beeld die tussen de nieuwe allochtone<br />
middenklasse en de allochtone onderklasse, en tussen etnische groepen onderling.<br />
Zoals gezegd bestaan veel zwarte scholen uit enkel één etnische categorie.<br />
<strong>De</strong>ze noodzaak tot differentiatie is des te meer reden om de verbindingsfunctie in<br />
<strong>het</strong> onderwijs als een belangrijke opdracht bij de gemeenten neer te leggen, en<br />
daar ook de middelen <strong>voor</strong> vrij te maken.<br />
241