De verzorgingsstaat herwogen - Wetenschappelijke Raad voor het ...
De verzorgingsstaat herwogen - Wetenschappelijke Raad voor het ...
De verzorgingsstaat herwogen - Wetenschappelijke Raad voor het ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
220<br />
de <strong>verzorgingsstaat</strong> <strong>herwogen</strong><br />
verbindende functie van de <strong>verzorgingsstaat</strong> heeft meestal in de schaduw gestaan<br />
van haar andere functies. Verzorgen, verzekeren en verheffen zijn altijd de meer<br />
in <strong>het</strong> oog springende functies geweest, waardoor <strong>het</strong> belang van ‘verbinden’<br />
– zowel als <strong>voor</strong>waarde <strong>voor</strong> en als gevolg van de andere functies – niet steeds de<br />
aandacht heeft gekregen die <strong>het</strong> verdient.<br />
Nieuwe verbindingsopdracht<br />
<strong>De</strong> samenleving is al lang niet meer dezelfde als direct na de Tweede Wereldoorlog,<br />
laat staan als die van de beginjaren van de <strong>verzorgingsstaat</strong>. Hoewel van een<br />
andere orde dan de calamiteiten en spanningen van destijds, is <strong>het</strong> door <strong>het</strong><br />
ouder, diverser, hoger opgeleid en mondiger worden van burgers, noodzakelijk<br />
geworden om de verbindingsfunctie opnieuw tegen <strong>het</strong> licht te houden. Oftewel,<br />
na de historische verbindingsopdrachten die zojuist genoemd zijn, staat de<br />
Nederlandse samenleving nu <strong>voor</strong> een nieuwe verbindingsopdracht. <strong>De</strong> uitdagingen<br />
en de daaraan gekoppelde potentiële maatschappelijke tegenstellingen<br />
zijn beschreven in hoofdstuk 3.<br />
<strong>De</strong> eerste mogelijke scheidslijn die kan worden geïdentificeerd is die tussen rijk<br />
en arm. Belastingheffing en inkomensoverdrachten lijken er <strong>voor</strong>alsnog aan bij<br />
te dragen om <strong>het</strong> Nederlandse inkomensgebouw internationaal vergeleken<br />
redelijk egalitair te houden. <strong>De</strong> vraag is of ze daar in <strong>het</strong> licht van de ontwikkelingen<br />
in de (internationale) economie ook in de toekomst in zullen slagen.<br />
Skill-biased technological change zou tot een tweedeling op de arbeidsmarkt<br />
kunnen leiden. Terwijl de vraag naar hooggeschoolde werknemers naar verwachting<br />
verder zal toenemen, geldt dat niet <strong>voor</strong> de onderzijde van de arbeidsmarkt.<br />
Afhankelijk van de effectiviteit van <strong>het</strong> onderwijsbestel als ‘verheffingsmachine’<br />
kan dat tot tekorten aan de bovenzijde en overschotten aan de<br />
onderzijde leiden, met opwaartse inkomenseffecten aan de bovenkant en neerwaartse<br />
aan de onderkant tot gevolg. <strong>De</strong> vraag is of zo’n scenario reëel is, en zo<br />
ja, wat er aan te doen valt.<br />
<strong>De</strong> tweede tegenstelling is die tussen jong en oud. In hoofdstuk 6 is geconstateerd<br />
dat de Nederlandse <strong>verzorgingsstaat</strong> van oudsher relatief karig is <strong>voor</strong><br />
kinderen en gezinnen, en relatief genereus <strong>voor</strong> ouderen en gepensioneerden.<br />
Dit intergenerationele contract kan redelijk stabiel blijven zolang de kosten<br />
ervan omgeslagen kunnen worden over een voldoende aantal jongeren, en<br />
zolang die jongeren er zich verzekerd van weten dat zij later ook zo bejegend<br />
zullen worden. Vergrijzing en ontgroening zetten dat contract echter onder<br />
druk. Een steeds geringer aantal jongeren zal in de toekomst moeten <strong>voor</strong>zien in<br />
de stijgende verzorgingskosten van ouderen – die bovendien naar verwachting<br />
nog een paar jaar ouder gaan worden. Bovendien vrezen jongere generaties dat<br />
de overheid <strong>het</strong> vergrijzingsvraagstuk zal aanpakken door onder meer de toegang<br />
tot <strong>voor</strong>zieningen, alsmede hun generositeit, te gaan beperken <strong>voor</strong> komende<br />
generaties. Ook hier is de vraag of dit een realistische verwachting is – zijn er al<br />
tekenen van intergenerationele conflicten waar te nemen? – en zo ja, wat valt er<br />
aan te doen?