De verzorgingsstaat herwogen - Wetenschappelijke Raad voor het ...
De verzorgingsstaat herwogen - Wetenschappelijke Raad voor het ...
De verzorgingsstaat herwogen - Wetenschappelijke Raad voor het ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
230<br />
de <strong>verzorgingsstaat</strong> <strong>herwogen</strong><br />
<strong>voor</strong>zieningen waarop men zelf nooit aanspraak zal kunnen maken. Hierdoor<br />
rijst de vraag wat de legitimiteit is van de bestaande leeftijdsafhankelijke regelingen.<br />
Onderzoek leert dat jongeren in toenemende mate vraagtekens plaatsen achter de<br />
statusverschillen die de Nederlandse <strong>verzorgingsstaat</strong> (re)produceert (Van Dalen<br />
en Henkens 2004; Bureau Veldkamp 2004). Wat daarbij opvalt, is dat 65-plussers<br />
en jongeren tot 35 jaar <strong>het</strong> vaak met elkaar eens zijn als <strong>het</strong> gaat om kwesties als<br />
langer doorwerken, verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd, fiscalisering<br />
van de aow, of een sollicitatieplicht <strong>voor</strong> ouderen (www.21minuten.nl). Het is de<br />
leeftijdscategorie daartussen die daar anders over denkt. Op de keper beschouwd<br />
tekent zich in Nederland dus niet zozeer een conflict af tussen ‘jong’ en ‘oud’,<br />
maar eerder een conflict tussen twee specifieke generaties, namelijk tussen de<br />
zogenaamde ‘prestatiegeneratie’ en de ‘protestgeneratie’.<br />
Generatieconflict?<br />
<strong>De</strong> protestgeneratie is geboren tussen 1945 en 1955, en is nu tussen de vijftig en<br />
zestig jaar oud. <strong>De</strong>ze generatie groeide op onder condities van een snel stijgende<br />
welvaart, kende gunstige levenskansen en de leden ervan hechten sterk aan<br />
democratisering en een informalisering van sociale relaties (Becker 1997). <strong>De</strong><br />
prestatiegeneratie zijn de mensen die geboren zijn na 1970 en die nu maximaal<br />
35 jaar zijn. Gedurende de formatieve periode van deze generatie, grotendeels<br />
samenvallend met de jaren negentig, trok de arbeidsmarkt aan, stond de <strong>verzorgingsstaat</strong>discussie<br />
in <strong>het</strong> teken van bedrijfsmatiger werken en werd <strong>het</strong> klassieke<br />
liberale idee dominant dat iedereen zijn eigen kansen kan creëren en dat ‘winst’ of<br />
‘verlies’ tijdens <strong>het</strong> leven dus primair te danken of te wijten zijn aan individuele<br />
verdienste en inzet, of <strong>het</strong> gebrek daaraan.<br />
Vanuit <strong>het</strong> perspectief van de prestatiegeneratie bezien, is de <strong>verzorgingsstaat</strong><br />
gaan samenvallen met die onderdelen ervan die ten dienste staan van inkomensbehoud<br />
van ouderen: de eerste en de tweede pensioenpijler, de gezondheidszorg,<br />
ontslagbescherming, hypotheekrenteaftrek en, meer recentelijk, de levensloopregeling.<br />
<strong>De</strong> verdelingen van baten en lasten die deze regelingen genereren,<br />
zouden door de jongste generaties steeds meer als illegitiem worden beschouwd.<br />
In deze paragraaf wordt onderzocht of er (1) objectieve indicaties zijn van een<br />
ongelijke intergenerationele verdeling van toegangs- en doorstroomkansen op de<br />
arbeidsmarkt, en (2) sprake is van een ongelijke inkomens- en vermogensverdeling<br />
die aanleiding zouden kunnen geven tot intergenerationale conflicten over<br />
de principes achter de verdeling van kosten en baten over generaties. En zo ja, wat<br />
zou daaraan gedaan kunnen worden?<br />
8.4.1 oud en jong op de arbeidsmarkt<br />
Opmerkelijk aan de Nederlandse arbeidsmarkt is lange tijd geweest de relatief<br />
lage arbeidsparticipatie van zowel jongeren als ouderen. Beide groepen kennen<br />
een tamelijk hoge werkloosheid; bij jongeren is dat met name conjunctureel