De verzorgingsstaat herwogen - Wetenschappelijke Raad voor het ...
De verzorgingsstaat herwogen - Wetenschappelijke Raad voor het ...
De verzorgingsstaat herwogen - Wetenschappelijke Raad voor het ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
174<br />
de <strong>verzorgingsstaat</strong> <strong>herwogen</strong><br />
<strong>voor</strong> geen oplossing. <strong>De</strong>ze verschuiving helpt ook om te <strong>voor</strong>komen dat de verzekeringsfunctie<br />
een te zwaar financieel beroep doet op de <strong>verzorgingsstaat</strong>, waardoor<br />
onvoldoende financiële ruimte over zou blijven om nieuwe risico’s met faciliterende<br />
<strong>voor</strong>zieningen tegemoet te treden en de andere verzorgingsstatelijke<br />
functies te vervullen.<br />
Oververzekerd<br />
Veel traditionele sociale zekerheid – werknemersverzekeringen en aow – is erop<br />
gebaseerd dat als mensen ouder worden, ze minder productief worden, en een<br />
toenemend risico lopen van baan- en inkomensverlies. Die risico’s worden niet<br />
alleen opgevangen door de aow en pensioen, maar ook door vut, ww, wao, en<br />
zw. In al deze regelingen zijn ouderen (zwaar) oververtegenwoordigd. <strong>De</strong> vraag<br />
is of deze oorspronkelijke rationale van productiviteitsverlies aan <strong>het</strong> einde van<br />
<strong>het</strong> (werkzame) leven nog volledig opgaat. In de eerste plaats worden mensen<br />
tegenwoordig gemiddeld zo’n vijftien jaar ouder dan sinds de invoering van deze<br />
regelingen, zo’n zestig tot honderd jaar geleden. Door de algehele verbetering van<br />
de levensstandaard en de (volks)gezondheidszorg hebben de meeste mensen niet<br />
alleen een langer leven, maar ook een langer leven in – grosso modo – goede<br />
gezondheid. Gevolg van de traditionele regelingen in de huidige tijd is: (1) dat er<br />
een groot productief potentieel onbenut blijft – wat steeds meer kwestieus wordt,<br />
zeker als over enkele jaren <strong>het</strong> arbeidsaanbod in Nederland gaat teruglopen<br />
(<strong>De</strong>rks 2006), en (2) – anders dan in ieder ander tijdperk van de menselijke<br />
geschiedenis – 55-plussers er gemiddeld genomen ‘warmpjes’ en goed verzekerd<br />
bijzitten. ‘Warmer’ dan functioneel is in een samenleving die tegelijkertijd verzekeringstekorten<br />
constateert bij met name mensen in <strong>het</strong> ‘spitsuur van <strong>het</strong> leven’,<br />
waarin tegelijkertijd baanrisico’s, kinderen (of wensen daartoe), opleidingen,<br />
hypotheeklasten, en zorg <strong>voor</strong> ouders gecombineerd moeten worden. Daar komt<br />
bij dat Nederland meer aan tweedepijlerpensioen doet dan welk ander land ter<br />
wereld. Wat dat betreft lopen we zeker <strong>voor</strong> op de meeste andere (Europese)<br />
landen die veel grotere problemen gaan krijgen met de aanstaande vergrijzingsrekening.<br />
Die prioriteit concurreert echter met andere publieke en/of private uitgaven.<br />
Gezien de uitdagingen waar we nu <strong>voor</strong> staan, is ‘oud’ oververzekerd in onze<br />
<strong>verzorgingsstaat</strong> en ‘jong’ onderverzekerd.<br />
‘Nieuwe risico’s’ vergen betere <strong>voor</strong>zieningen<br />
<strong>De</strong> Nederlandse overheid heeft zich van oudsher verre gehouden van <strong>het</strong> voeren<br />
van een bevolkingsbeleid. Dat stond na de Tweede Wereldoorlog in een kwaad<br />
daglicht (en daar<strong>voor</strong> deden we <strong>het</strong> trouwens ook niet; er is eenvoudigweg geen<br />
traditie in). Verder was er, met een jonge bevolking, decennialang ook weinig<br />
reden om hierover na te denken: de demografische boom zag er goed uit. Juist<br />
deze relatief jonge bevolking maakte <strong>het</strong> na de oorlog mogelijk om een ruim<br />
pensioenstelsel (eerste en tweede pijler) op te bouwen. En vanaf de jaren zestig<br />
werden hoogconjuncturele tekorten op de arbeidsmarkt opgevangen door mediterrane<br />
arbeidskrachten aan te trekken. Het krijgen en opvoeden van kinderen is<br />
in Nederland tot op heden <strong>voor</strong>namelijk opgevat als een cultureel gegeven of een<br />
individuele keuze (met in de verzuilde tijd <strong>voor</strong> de katholieke zuil invloed van de