11.12.2012 Views

De verzorgingsstaat herwogen - Wetenschappelijke Raad voor het ...

De verzorgingsstaat herwogen - Wetenschappelijke Raad voor het ...

De verzorgingsstaat herwogen - Wetenschappelijke Raad voor het ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

204<br />

de <strong>verzorgingsstaat</strong> <strong>herwogen</strong><br />

dan de helft van alle doctoraalbullen aan vrouwelijke studenten uitgereikt, en<br />

betreft meer dan veertig procent van alle promoties vrouwelijke promovendi<br />

(cbs 2004; scp/cbs 2004, p. 44 e.v.). Problematischer is dat deze stijging van de<br />

arbeidsparticipatie van vrouwen vrijwel geheel <strong>voor</strong> rekening komt van deeltijdbanen.<br />

Ook hoogopgeleide vrouwen laten door hen verworven kenniskapitaal<br />

gedurende minder uren renderen dan hun mannelijke evenknieën doen. Dit is<br />

niet alleen vanuit collectief perspectief bezien een verheffingstekort, maar sluit<br />

evenmin aan bij de wensen van veel vrouwen zelf, die, zo blijkt uit survey-gegevens<br />

(scp 2004), graag wat meer uren zouden willen werken (en mannen minder),<br />

zij <strong>het</strong> niet in voltijd.<br />

Belangrijker is de vraag op welke plek binnen de functiehiërarchie (her)intredende<br />

vrouwen terechtkomen. Is dat overwegend aan de bovenkant of juist<br />

<strong>voor</strong>al aan de onderkant? In <strong>het</strong> eerste geval blijft <strong>het</strong> investeringsverlies beperkt<br />

tot kwantitatieve tekorten (meer uren), terwijl er in <strong>het</strong> tweede geval tevens<br />

sprake is van kwalitatieve tekorten (overscholing). Hoewel <strong>het</strong> opleidingsniveau<br />

van jongere vrouwen dat van mannen weinig ontloopt, geldt dat niet <strong>voor</strong> oudere<br />

generaties. Dat betekent dat <strong>het</strong> opleidingspeil van vrouwen op geaggregeerd<br />

niveau nog altijd lager is dan van mannen. Dit is een van de verklaringen <strong>voor</strong> de<br />

(geringe) oververtegenwoordiging van vrouwen in de lagere functiecategorieën<br />

en hun (forsere) onderrepresentatie in de twee hoogste functiecategorieën. Toch<br />

is sinds de jaren negentig sprake van een sterke verbetering van de benutting van<br />

<strong>het</strong> vrouwelijke kenniskapitaal. Was in 1995 slechts 26 procent van de wetenschappelijke<br />

beroepsbeoefenaren vrouw; in 2002 was dat percentage gestegen tot<br />

33. Eenzelfde beeld vertoont <strong>het</strong> aantal vrouwelijke managers. Ook daar is sprake<br />

van een duidelijke stijging, en wel van 14 procent naar 25. Hier moet echter bij<br />

worden aangetekend dat deze groei zich <strong>voor</strong>namelijk beperkt tot publieke sectoren<br />

als onderwijs, openbaar bestuur en gezondheids- en welzijnszorg. In de particuliere<br />

sector is <strong>het</strong> aandeel vrouwelijke managers nog altijd laag en staat de<br />

ontdekking van <strong>het</strong> kenniskapitaal van vrouwen dus nog in de kinderschoenen<br />

(cbs 2004; scp/cbs 2004, p. 63 e.v.; Van Zanten 2006).<br />

Allochtonen<br />

<strong>De</strong> tweede groep die heeft geprofiteerd van de banengroei in de jaren negentig<br />

zijn de niet-westerse migranten die in groeiende getale Nederland bevolken.<br />

Bedroeg de werkloosheid onder migranten in 1990 nog zo’n 24 procent, in 2002<br />

was dat gedaald tot circa negen procent (scp 2003). Niet alleen absoluut, ook relatief<br />

was er gedurende de jaren negentig sprake van een duidelijke verbetering.<br />

Was de werkloosheid van migranten in <strong>het</strong> begin van de jaren negentig nog vier<br />

keer zo hoog als onder autochtonen, tien jaar later was dat verminderd tot <strong>het</strong><br />

drievoudige. Anders dan in <strong>het</strong> geval van vrouwen wier arbeidsmarktpositie<br />

gedurende de recente recessie (2002-2005) verder verbeterde, lijken migranten<br />

echter zwaarder getroffen door de werkloosheid. Inmiddels bevindt <strong>het</strong> werkloosheidspercentage<br />

van niet-westerse allochtonen zich weer op <strong>het</strong> niveau van<br />

<strong>het</strong> midden van de jaren negentig, te weten 16,1 procent (scp/wodc/cbs 2005;<br />

cbs 2006c).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!