27.07.2013 Views

Detrez De sloop van Joegoslavië - Linkeroever uitgevers

Detrez De sloop van Joegoslavië - Linkeroever uitgevers

Detrez De sloop van Joegoslavië - Linkeroever uitgevers

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

zou gezien het relatief kleine gewicht <strong>van</strong> de andere republieken, de facto een tweeledige federatie<br />

creëren, wat altijd een efemere constructie is. <strong>De</strong> zeer gemengde bevolking <strong>van</strong> Bosnië - 44,7 percent<br />

Serven, 30,9 percent Bosnjakken en 23,9 percent Kroaten (in 1948), met wisselende densiteit verspreid<br />

over het hele grondgebied - bemoeilijkte zowel aanhechting bij één <strong>van</strong> de andere republieken, als<br />

opdeling. Ten slotte werd er voor gekozen <strong>van</strong> Bosnië-Hercegovina een aparte republiek te maken die<br />

rechtstreeks afhing <strong>van</strong> de federatie. (Ramet 1992: 179) <strong>De</strong>ze laatste bepaling, die een beetje herinnert<br />

aan de positie <strong>van</strong> Bosnië-Hercegovina in Oostenrijk-Hongarije, werd al spoedig opgeheven, maar de<br />

idee dat zoniet de federatie, dan toch de twee belangrijkste deelstaten, Kroatië en Servië, op een of<br />

andere manier medezeggenschap hadden over lot <strong>van</strong> Bosnië, bleef bestaan.<br />

Bij de volkstelling <strong>van</strong> 1948 gaven 71.991 Bosnjakken zich op als "Servische moslim", 24.295 als<br />

"Kroatische moslim", en 788.403 als "etnisch onbepaalde moslim". In 1953, toen de categorie "etnisch<br />

onbepaalde Joegoslaaf" ingevoerd werd, lieten 891.800 mensen in Bosnië-Hercegovina zich als<br />

zodanig registreren. Bij de volkstelling <strong>van</strong> 1961 werden de Bosnjakken - onder de voor de hand<br />

liggende naam Bošnjaci (Bosnjakken) - als aparte etnische groep vermeld. 842.247 Bosniërs bleken<br />

Bosnjakken - bijna evenveel als het aantal "etnisch onbepaalde Joegoslaven" in Bosnië in 1953. (Ramet<br />

1992: 179-80) In 1967 pleitte de hoogleraar Muhamed Filipović voor de erkenning <strong>van</strong> de Bosnjakken<br />

als aparte natie onder de naam Muslimani (Muslimanen). Zoals in <strong>Joegoslavië</strong> gebruikelijk was te doen,<br />

werd Filipović eerst uit de partij gezet, en nam de partijleiding vervolgens zijn voorstellen over. In 1968<br />

erkende het Centraal Commitée <strong>van</strong> de CB <strong>van</strong> Bosnië-Hercegovina de Muslimanen als aparte natie.<br />

Nu werden Dobrica Ćosić en anderen, die tegen deze erkenning geprotesteerd hadden, uit de partij<br />

gezet. (Malcolm 1994: 198-9) In 1971 figureerden de Bosnjakken voor het eerst op de formulieren <strong>van</strong><br />

de volkstelling - als Muslimanen. Er werden er 1.482.430 geteld - tegenover 43.796 "Joegoslaven"<br />

(enkel in Bosnië-Hercegovina uiteraard). (Ramet 1992: 180)<br />

Het succes <strong>van</strong> deze "nieuwe" natie zorgde voor ongerustheid, niet alleen bij de Kroaten en de Serven<br />

in Bosnië, maar ook in de andere republieken. In Servië, en voornamelijk in de Sandžak, leefden (in<br />

1981) 151.674 Muslimanen; in Montenegro 78.080, in Kosovo 58.562 en in de andere republieken<br />

samen nog zo'n 80.000. (Ramet<br />

118

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!