27.07.2013 Views

Detrez De sloop van Joegoslavië - Linkeroever uitgevers

Detrez De sloop van Joegoslavië - Linkeroever uitgevers

Detrez De sloop van Joegoslavië - Linkeroever uitgevers

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

grenzen <strong>van</strong> de Joegoslavische deelstaat Kroatië ook de grenzen <strong>van</strong> de onafhankelijke Republiek<br />

Kroatië zouden zijn, was strikt genomen ongrondwettelijk - althans indien de preambule tot de tekst<br />

<strong>van</strong> de grondwet behoorde, wat door sommigen betwist werd.<br />

<strong>De</strong> implicaties <strong>van</strong> de Joegoslavische invulling <strong>van</strong> begrippen "natie" en "constituerende natie"<br />

werden pas zichtbaar op het moment dat het federale systeem ontplofte. <strong>De</strong> Serven in Kroatië<br />

meenden als "constituerende natie" inspraak te hebben bij de uitoefening <strong>van</strong> het Kroatische recht op<br />

afscheiding. <strong>De</strong> Kroaten hadden volgens hen niet het recht om Kroatië uit <strong>Joegoslavië</strong> los te maken<br />

zonder dat de Serven in Kroaten daarmee akkoord gingen. <strong>De</strong> Serven in Kroatië hadden, vonden ze<br />

zelf, constitutioneel het recht in de Joegoslavische federatie te willen blijven of zich op hun beurt<br />

<strong>van</strong> Kroatië af te scheiden. Dat de Serven de Albanezen in Kosovo het recht op afscheiding ontzegden,<br />

maar dit paradoxaal genoeg wel voor zichzelf opeisten in Kroatië, had dus te maken met het<br />

onderscheid tussen "naties" en "nationaliteiten" en was lang niet zo paradoxaal: nationaliteiten<br />

hadden immers, althans voor de Joegoslavische Grondwet, geen recht op afscheiding.<br />

<strong>De</strong> Bosnjakken waren <strong>van</strong>af 1968 als "Muslimanen" een "natie" en als zodanig ook een<br />

constituerend volk. Ze moesten "hun" republiek Bosnië-Hercegovina echter met twee andere<br />

constituerende naties delen, de Kroaten en de Serven, die samen talrijker waren dan de Bosnjakken<br />

zelf - respectievelijk 17,2 en 31,4 percent tegen 43,7 in 1991. (Woodward: 33). Hun positie als<br />

constituerend volk was dan ook zwak; dat is waarschijnlijk ook de reden dat de Bosnjakse<br />

gemeenschap in de Zuidservische Sandžak en in Montenegro - respectievelijk 2,4 en 14,6 percent<br />

<strong>van</strong> de totale bevolking (Woodward 1995: 33-4) - zich nooit erg uitdrukkelijk als "constituerende<br />

natie" binnen Servië en Montenegro gemanifesteerd hebben en nog minder als zodanig geaccepteerd<br />

werden.<br />

<strong>De</strong> positie <strong>van</strong> leden <strong>van</strong> "nationaliteiten" die in om<strong>van</strong>grijke en compacte massa's buiten de<br />

grenzen <strong>van</strong> hun autonoom gebied leefden was nog minder duidelijk. <strong>De</strong> Albanezen in Macedonië<br />

bv. - 21 per cent <strong>van</strong> de bevolking in 1991 (Woodward 1995: 33) - werden uiteraard niet beschouwd<br />

als een constituerend volk; ze hadden ook in de praktijk aanzienlijk minder (politieke) rechten dan<br />

hun volksgenoten in het autonome gebied Kosovo (zolang de Albanese autonomie nog intact was).<br />

128

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!