27.07.2013 Views

Detrez De sloop van Joegoslavië - Linkeroever uitgevers

Detrez De sloop van Joegoslavië - Linkeroever uitgevers

Detrez De sloop van Joegoslavië - Linkeroever uitgevers

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

"met het systeem verbonden intelligentsia", 13,7 percent <strong>van</strong> de gekwalificeerde en hoog-gekwalificeerde<br />

en 18,4 percent <strong>van</strong> de niet-gekwalificeerde arbeiders. In 1984 bestond 22,6 percent <strong>van</strong> de<br />

leden <strong>van</strong> de CB <strong>van</strong> Kroatië uit Serven. Dat betekent dat de Serven toen in de CB <strong>van</strong> Kroatië<br />

ongeveer dubbel zoveel leden hadden als ze op basis <strong>van</strong> hun aandeel in de bevolking <strong>van</strong> Kroatië<br />

hadden mogen of moeten hebben. Overigens was het percentage Servische leden <strong>van</strong> de CB <strong>van</strong><br />

Kroatië sinds de Tweede Wereldoorlog voortdurend gedaald: 41 percent in 1945, 28,1 in 1946, 27,3<br />

in 1964.<br />

Het percentage Serven in het Centraal Committee <strong>van</strong> de CB <strong>van</strong> Kroatië vertoonde tot in 1974<br />

eveneens een dalende lijn, maar ging daarna weer stijgen: 26,3 percent <strong>van</strong> de leden was Servisch in<br />

1948, 24,5 percent in 1954, 19,4 percent in 1965 en 15,7 percent in 1974, maar weer 19 percent in<br />

1978, 17,5 percent in 1982 en 21 percent in 1986. (Roksandic 1991: 156-7)<br />

Voor de Republiek Bosnië-Hercegovina vinden we overvloedige statistische gegevens en een<br />

uitstekende analyse in Bougarel (1992: 110-22); we komen er nog uitvoerig op terug in hoofdstuk<br />

10. Uit de vergelijking <strong>van</strong> statistisch materiaal uit 1971 en 1981 blijkt ook voor deze republiek dat<br />

de Servische oververtegenwoordiging aan de ene kant onmiskenbaar is, maar aan de andere kant<br />

minder groot dan vaak beweerd wordt en dat ze een dalende lijn vertoont. In 1981 was ze<br />

teruggebracht tot nog slechts enkele percenten, en in sommige beroepssectoren was de Servische<br />

oververtegenwoordiging helemaal weggewerkt.<br />

In Kosovo was de Servische oververtegenwoordiging veel aanzienlijker, maar ook daar nam ze<br />

sinds 1974 af. Volgens de volkstelling <strong>van</strong> 1981 was 77,5 percent <strong>van</strong> de bevolking <strong>van</strong> Kosovo<br />

Albanees en 13,3 percent Servisch. Tien jaar eerder waren deze percentages nog 73,7 en 18,4; in<br />

1991 was 90,0 percent Albanees en 10,0 Servisch. <strong>De</strong> laatste cijfers, ontleend aan Woordward<br />

(1995: 33) zijn schattingen, omdat de Albanese bevolking de volkstelling boycotte. In 1973 bestond<br />

het Centraal Committee <strong>van</strong> de CB <strong>van</strong> Kosovo voor 61,7 percent uit Albanezen, in 1974 al voor<br />

62,5 percent en het Albanese aandeel is blijven groeien tot in de jaren tachtig.<br />

In 1981 waren 58,7 percent <strong>van</strong> de leidende functies in Kosovo in handen <strong>van</strong> Albanezen, op een<br />

Albanese actieve beroepsbevolking <strong>van</strong> 68 percent. (Bougarel 1992: 116, noot 9) Van de inwoners<br />

<strong>van</strong> Kosovo, die een betrekking hadden in de openbare dienst was in 1974 58,2 percent Albanees en<br />

31 percent Servisch; in 1978 was het Albanese aandeel gestegen<br />

133

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!