Dagvaarding - Fair Huur voor verhuurders
Dagvaarding - Fair Huur voor verhuurders
Dagvaarding - Fair Huur voor verhuurders
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1.6.12 Een <strong>voor</strong>beeld van een recente uitspraak dienaangaande is die van het<br />
Hof Amsterdam inzake een langdurige (vanaf 1980) huurovereenkomst<br />
met betrekking tot een vrijstaande woning met atelier. 14 De eigenaresse<br />
had in 2000 en 2002 de huurovereenkomst al opgezegd, maar de daarop<br />
volgende procedures hadden niet tot beëindiging van de<br />
huurovereenkomst geleid. In 2009 zegt de eigenaresse opnieuw op<br />
wegens dringend eigen gebruik met een beroep op renovatie (sloop en<br />
nieuwbouw) omdat de exploitatie “fors verliesgevend” was. De WOZwaarde<br />
van de woning bedroeg € 673.000,= Tegenover de jaarlijkse<br />
huuropbrengst ad € 2.700 (€ 223,84 per maand) stond ruim € 8.500,=<br />
aan kosten, onderhoudskosten en premie opstalverzekering nog niet<br />
meegerekend. In eerste aanleg had de kantonrechter de vordering van<br />
de eigenaresse beoordeeld aan de hand van de maatstaf die ontwikkeld<br />
is door de Hoge Raad in <strong>voor</strong>noemd arrest van 26 maart 2010, te weten<br />
“een structurele wanverhouding tussen de exploitatiekosten en de<br />
huuropbrengsten”. De kantonrechter aanvaardde dat in dit geval van<br />
een dergelijke wanverhouding sprake was, maar kwam vervolgens na<br />
afweging van de belangen van partijen tot het oordeel dat van de<br />
eigenaresse kon worden verlangd dat zij deze wanverhouding<br />
<strong>voor</strong>tzette. Het Hof Amsterdam bekrachtigt het vonnis van de<br />
kantonrechter en overweegt:<br />
“4.3 Voor beëindiging van de huurovereenkomst die<br />
[appellante] met [geïntimeerde] heeft gesloten, is in een<br />
situatie als hier aan de orde slechts bij hoge uitzondering<br />
plaats, ook als van een structurele wanverhouding tussen de<br />
exploitatiekosten en de huuropbrengsten moet worden<br />
gesproken.<br />
[appellante] heeft het hof er niet van overtuigd dat het<br />
financiële belang van [appellante] bij beëindiging van de<br />
huurovereenkomst zo urgent is dat het woonbelang van<br />
[geïntimeerde] daar<strong>voor</strong> moet wijken.<br />
In dit verband valt op dat [appellante] zich niet heeft<br />
uitgelaten over de omvang van het rendement van haar<br />
spaartegoed. Dit rendement moet wel worden betrokken bij<br />
de beoordeling van de door haar gestelde urgentie. Voorts<br />
mag niet uit het oog worden verloren dat dit rendement<br />
vervalt als het spaartegoed wordt geïnvesteerd in de nieuw te<br />
bouwen woning.<br />
4.3.4 Het Hof wil aannemen dat [appellante] thans inteert op<br />
haar liquide vermogen maar de omvang daarvan is relatief<br />
14 Hof Amsterdam 24 mei 2011, LJN BQ9719.<br />
462710 Pagina 31 van 117