Dagvaarding - Fair Huur voor verhuurders
Dagvaarding - Fair Huur voor verhuurders
Dagvaarding - Fair Huur voor verhuurders
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3.1.9 De “weeffouten” waarop in 3.1.2 en 3.1.3 werd gedoeld, zijn de<br />
volgende:<br />
a) De UHW is toegespitst op de instelling, de samenstelling en het<br />
functioneren van de huurcommissies. Daarbij worden wettelijke<br />
uitvoeringsregelingen gegeven ter uitvoering van de artikelen 7:246<br />
tot en met 265 van het BW. Een aantal van die<br />
uitvoeringsbepalingen in de UHW is aldus geformuleerd dat zij<br />
uitsluitend zijn gericht op de toepassing daarvan door de<br />
huurcommissies en niet door de (kanton)rechters. Met name is dat<br />
het geval bij:<br />
De vaststelling van de huurprijs bij het begin van de<br />
huurovereenkomst (artikel 11 UHW, dat dient ter uitvoering van<br />
artikel 7:249 BW).<br />
De verhoging van de huurprijs op verzoek van de verhuurder<br />
(artikel 13 UHW, dat dient ter uitvoering van artikel 7:253 BW).<br />
De verlaging van de huurprijs op verzoek van de huurder<br />
(artikel 14 UHW, dat dient ter uitvoering van artikel 7:254 BW).<br />
De tijdelijke vermindering van de huurbetalingsverplichting<br />
vanwege de aanwezigheid van gebreken (artikel 16 UHW, dat<br />
dient ter uitvoering van artikel 7:257 BW)<br />
De splitsing van all-in prijzen (artikel 17 UHW, dat dient ter<br />
uitvoering van artikel 7:258 BW).<br />
b) Het slot van het eerste lid van artikel 7:262 BW (zie hierboven<br />
randnummer 3.1.8) luidt als volgt:<br />
“ […] een beslissing van de rechter heeft gevorderd over het<br />
punt waarover de huurcommissie om een uitspraak was<br />
verzocht.”<br />
Hierin wordt aan de rechter wel opgedragen een beslissing te geven<br />
maar wordt niet aangegeven op welke wetsbepalingen hij die<br />
beslissing moet baseren. Met name wordt niet bepaald dat de<br />
rechter daarbij de zelfde wetsbepalingen moet toepassen die de<br />
huurcommissie moet toepassen uit hoofde van de UHW en het<br />
BHW, en wordt ook niet bepaald dat de rechter rechtsgelijkheid<br />
moet toepassen.<br />
3.1.10 Het samenstel van a) en b) leidt ertoe dat het Nederlandse wettelijke<br />
stelsel van huurprijsvaststelling – met name het wettelijke stelsel met<br />
betrekking tot de vormen van huurprijsvaststelling die zijn vermeld in<br />
het bovenvermelde onderdeel 3.1.9 sub a - gedetailleerd uitgewerkte<br />
wettelijke regelingen geeft die wel moeten worden toegepast door de<br />
(niet-rechterlijke) huurcommissies, maar die niet hoeven te worden<br />
toegepast door de (rechterlijke) kantonrechters. De kantonrechters zijn<br />
alleen gebonden aan de artikelen 7:246 – 7:265 van het BW, waarin<br />
462710 Pagina 65 van 117