Dagvaarding - Fair Huur voor verhuurders
Dagvaarding - Fair Huur voor verhuurders
Dagvaarding - Fair Huur voor verhuurders
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
worden beschermd en deze gevrijwaard worden van onverantwoord<br />
grote huurstijgingen.<br />
5.1.4 Met deze stelling wordt echter een onvolledig criterium aangelegd. Het<br />
criterium is namelijk niet slechts of er een objectieve rechtvaardiging<br />
<strong>voor</strong> het verschil bestaat, maar die rechtvaardiging moet bovendien ook<br />
nog redelijk zijn. In zijn arrest van 12 mei 1999, N.J. 2000. 170 heeft de<br />
Hoge Raad dit als volgt verwoord:<br />
“3.3. De Hoge Raad zal de middelen mede beoordelen aan de<br />
hand van artikel 14 EVRM in verbinding met artikel 1 Protocol<br />
nr. 1. Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een<br />
door deze bepaling en artikel 26 IVBPR verboden ongelijke<br />
behandeling, moet worden <strong>voor</strong>opgesteld dat deze bepalingen<br />
niet iedere ongelijke behandeling van gelijke gevallen<br />
verbieden, doch alleen die welke als discriminatie moet worden<br />
beschouwd omdat een objectieve en redelijke rechtvaardiging<br />
er<strong>voor</strong> ontbreekt. Hierbij komt aan de wetgever een zekere<br />
beoordelingsvrijheid toe bij het beantwoorden van de vraag of<br />
gevallen <strong>voor</strong> de toepassing van deze bepalingen als gelijke<br />
gevallen moeten worden beschouwd en of, in het bevestigende<br />
geval, een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat om<br />
die gevallen niettemin in verschillende zin te regelen.”<br />
5.1.5 In dat arrest heeft de Hoge Raad in r.o. 3.10. ook het volgende<br />
overwogen:<br />
“Bij de toepassing van de onder 3.3 vermelde maatstaf gaat het<br />
immers niet alleen erom of met de regeling een redelijk doel<br />
wordt gediend maar ook of er een redelijke verhouding bestaat<br />
tussen dat doel en de ongelijkheid die wordt veroorzaakt door<br />
de <strong>voor</strong> verwezenlijking van dat doel in de regeling gekozen<br />
vormgeving.”<br />
5.1.6 Eisers willen in het midden laten of het gestelde doel, namelijk dat<br />
hierdoor de zittende huurders gevrijwaard worden van onverantwoord<br />
grote huurstijgingen, redelijk is en (dus) een objectieve rechtvaardiging<br />
vormt <strong>voor</strong> dit verschil in behandeling. Eisers bestrijden echter in ieder<br />
geval dat “er een redelijke verhouding bestaat tussen dat doel en de<br />
ongelijkheid die wordt veroorzaakt door de <strong>voor</strong> verwezenlijking van<br />
dat doel in de regeling gekozen vormgeving”. Die gekozen vormgeving<br />
is namelijk zodanig dat alleen de huiseigenaren met bestaande<br />
huurovereenkomsten permanent (zelfs zonder overgangstermijn) het<br />
recht wordt ontnomen om, zolang deze (onder de huurbescherming<br />
vallende) huurovereenkomst <strong>voor</strong>tduurt, een huur te ontvangen die<br />
overeenkomt met de door de overheid objectief redelijk geachte huur,<br />
462710 Pagina 92 van 117