25.09.2013 Views

Beeldvorming van VROUWEN & MANNEN IN DE ... - igvm - Belgium

Beeldvorming van VROUWEN & MANNEN IN DE ... - igvm - Belgium

Beeldvorming van VROUWEN & MANNEN IN DE ... - igvm - Belgium

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

effecten onvoldoende aanGetoond<br />

Uit literatuuronderzoek (zie hoofdstuk 02) blijkt dat tal <strong>van</strong> vermeende reclame-effecten, zoals<br />

het dwingende schoonheidsideaal en het voorkomen <strong>van</strong> anorexia nervosa, de frequentie<br />

<strong>van</strong> geweld in de samenleving, het in stand houden <strong>van</strong> rollenpatronen, niet of onvoldoende<br />

wetenschappelijk zijn aangetoond. Dit neemt niet weg dat die veronderstelde effecten heel<br />

veel mensen bezighoudt en/of door velen als problematisch worden gepercipieerd. De<br />

bezorgdheid om het verinnerlijken <strong>van</strong> het – in de reclame alomtegenwoordige – schoonheidsideaal<br />

is niet gering, evenmin als de vrees voor het rechtstreeks overnemen <strong>van</strong> bepaalde<br />

opinies over vrouwen en mannen die de reclame zou verspreiden. Advertentiebeelden worden<br />

vaak enkel op het eerste, denotatieve niveau gelezen, waaruit wordt afgeleid dat vrouwen<br />

enkel worden gewaardeerd zolang ze jong en sexy zijn, dat ze enkel dienen ter vermaak <strong>van</strong><br />

mannen of enkel een rol in het huishouden (mogen) hebben, en dat ze niet, of althans minder<br />

dan mannen, geschikt zijn voor de arbeidsmarkt, omdat ze niet intelligent genoeg zouden<br />

zijn of in ieder geval meer geschikt zouden zijn voor zorgarbeid. Wat mannen betreft, gaat<br />

het er vooral om dat ze in de ogen <strong>van</strong> een toenemend aantal geëmancipeerde vrouwen een<br />

belachelijk tot zelfs hatelijk geslacht zouden zijn dat mag worden vernederd en gedomineerd,<br />

seksueel en anderszins, omdat stereotiep ‘alle’ mannen dat ooit massaal zouden hebben<br />

gedaan met vrouwen.<br />

Nagenoeg al deze bekommernissen werden in meer of mindere mate door de respondenten<br />

<strong>van</strong> het uitgevoerde opinieonderzoek bevestigd. Niet alleen de representatie <strong>van</strong> traditionele<br />

rollenpatronen in reclame wordt problematisch gevonden, door zowel respondenten uit de<br />

sector <strong>van</strong> de marketingcommunicatie als die uit de gelijkekansensector. Ook het teveel aan<br />

geslachtsstereotypen en de te grote nadruk die in reclame wordt gelegd op het schoonheidsideaal<br />

worden aangehaald en gehekeld. Dat reclamemakers en adverteerders dit alles iets<br />

minder problematisch vinden dan de respondenten die actief zijn in de vrouwen- of mannenbeweging,<br />

hoeft niet te verbazen. Reclamemakers moeten ervoor zorgen dat producten<br />

zoveel mogelijk worden verkocht, terwijl mensen die actief zijn in de gelijkekansensector<br />

ervoor moeten zorgen dat vrouwen en mannen zo min mogelijk worden geïntimideerd door<br />

rollenpatronen en geslachtsstereotypen in de media, de reclame, op de werkvloer, binnen de<br />

rechtspraak, in de politiek.<br />

Het is uiteraard niet omdat effecten onvoldoende zijn aangetoond dat ze er niet zijn. Geen<br />

enkel beeld is helemaal onschuldig of laat geen enkel spoor na – als het maar vaak genoeg<br />

wordt herhaald. Een reclamemaker weet dit, aangezien reclame immers grotendeels werkt<br />

door herhaling en/of een goed gedoseerde mediamix, waarbij de boodschap de consument<br />

via zoveel mogelijk kanalen (de krant, de televisie, de radio, enzovoort) bereikt. De vraag is<br />

alleen wat er moet veranderen: moet de reclame veranderen en minder geslachtsstereotiepe<br />

beelden produceren, of moet de consument veranderen en zich niet langer door dergelijke<br />

beelden laten beïnvloeden?<br />

Als vooral geloof wordt gehecht aan de causale media-effecten, ligt het voor de hand dat<br />

uitsluitend voor de eerste oplossing zal worden gekozen. Stelt men echter vooral vertrouwen<br />

in de kracht <strong>van</strong> de actieve kijker, dan zal veeleer voor de tweede oplossing worden gekozen.<br />

Voor beide paradigma’s kan, op basis <strong>van</strong> de resultaten uit dit onderzoek, een aantal actiepistes<br />

worden geformuleerd. Wat het eerste paradigma betreft, zijn dit pistes waarbij de zenders<br />

<strong>van</strong> de reclameboodschappen zijn betrokken, met name de adverteerders en hun reclamemakers<br />

en -distributeurs (tijdschriften, radio- en televisiezenders, affichagebedrijven, enzovoort);<br />

wat het tweede paradigma betreft, zijn dit pistes waarbij de ont<strong>van</strong>gers zijn betrokken, met<br />

name de reclamekijkers en -luisteraars.<br />

115

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!