Beeldvorming van VROUWEN & MANNEN IN DE ... - igvm - Belgium
Beeldvorming van VROUWEN & MANNEN IN DE ... - igvm - Belgium
Beeldvorming van VROUWEN & MANNEN IN DE ... - igvm - Belgium
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
26<br />
Effectenonderzoeken<br />
opleiding: hoe hoger de opleiding, hoe tevredener de vrouwen zijn over hun algemene verschijning.<br />
Opleiding blijkt dan weer nauwelijks een rol te spelen in de tevredenheid over specifieke<br />
lichaamsdelen. Vrouwen met een hogere Body Mass Index (BMI) zijn minder tevreden<br />
over lichaamsonderdelen, maar dit uit zich niet in een lagere tevredenheid over hun algemene<br />
verschijning. Met andere woorden, vrouwen met een grotere lichaamsom<strong>van</strong>g zijn even tevreden<br />
over hun algemene verschijning als andere vrouwen. Ze hebben het alleen wat moeilijker<br />
met bepaalde lichaamsdelen. Bovendien blijkt niet zozeer de BMI, maar wel de eigenwaarde<br />
een belangrijke rol te spelen in de tevredenheid. Vrouwen met een hogere eigenwaarde zijn<br />
duidelijk meer tevreden over hun lichaam, en alle aspecten daar<strong>van</strong>, dan vrouwen met een<br />
lagere eigenwaarde.<br />
In het leven <strong>van</strong> een volwassene zijn er echter omstandigheden denkbaar waarbij het gevoel<br />
<strong>van</strong> eigenwaarde verkleint. We denken aan tegenslagen, relatiebreuken, werkloosheid, enzovoort.<br />
De volwassene wordt dan, ook al is het slechts tijdelijk, gevoeliger voor vergelijking, in<br />
casu voor vergelijking met de standaarden en ideaalbeelden in advertenties. 34 Maar net zoals<br />
bij jongeren en jongvolwassenen die worden geconfronteerd met ideaalbeelden in de media,<br />
is hier de vraag hoe lang dat ‘tijdelijke’ effect duurt. Verdwijnt het negatieve effect inderdaad<br />
enige tijd nadat is weggekeken <strong>van</strong> de advertenties? Of is er sprake <strong>van</strong> een cumulatief effect?<br />
In onze maatschappij kan men immers slechts moeilijk <strong>van</strong> advertenties wegkijken, tenzij<br />
men zich opsluit en afsluit <strong>van</strong> alle media. Of moet de vraag ook hier anders worden gesteld?<br />
Misschien zoeken personen met een lager zelfbeeld of eigenwaarde net die advertentiebeelden<br />
waarin ideale modellen worden getoond.<br />
Het Belgische onderzoek <strong>van</strong> Mortelmans geeft ook hier verduidelijking. 35 Vrouwen met een<br />
hogere eigenwaarde lezen veel minder sensatiebladen en glossies dan vrouwen met een<br />
lagere eigenwaarde. Vrouwen met een lagere eigenwaarde kijken vaker naar lichaamsgeorienteerde<br />
televisieprogramma’s, met inbegrip <strong>van</strong> erotische programma’s, en noemen vaker<br />
fysieke bronnen voor hun zelfwaardering, zoals lichaamsgewicht, figuur en soepelheid <strong>van</strong> het<br />
lichaam. Vrouwen met een hogere eigenwaarde zeggen hun eigenwaarde vooral te ontlenen<br />
aan persoonlijke of maatschappelijke bronnen <strong>van</strong> zelfwaardering, zoals hun intieme relatie<br />
en hun werksituatie.<br />
Een aantal onderzoekers meent dat de invloed <strong>van</strong> reclame en de media op het slankheidsideaal<br />
een stap verder gaat. Ze zien een verband tussen reclame en media en het ontwikkelen<br />
<strong>van</strong> anorexia nervosa en andere eetstoornissen, zoals boulimie. 36 Maar tot nog toe wees geen<br />
enkel empirisch onderzoek op een direct causaal verband tussen beide. Nancy Etcoff beschuldigt<br />
auteurs zoals Hilde Bruch en Naomi Wolf dan ook <strong>van</strong> paniekzaaierij. ‘Het is niet “doodgemakkelijk”<br />
om anorexia nervosa of boulimie te ontwikkelen. Het gaat om ingewikkelde,<br />
ernstige stoornissen met tal <strong>van</strong> oorzaken […].’ 37<br />
cumulatieve effecten<br />
De cumulatieve effecten bepalen <strong>van</strong> een zo alomtegenwoordig fenomeen als reclame blijft<br />
een hachelijke onderneming, temeer daar telkens rekening moet worden gehouden met een<br />
complex geheel <strong>van</strong> factoren, zoals leeftijd, geslacht, sociale achtergrond, opleiding, mate <strong>van</strong><br />
eigenwaarde en al dan niet tijdelijke veranderingen en verlangens in iemands leven.<br />
Bovendien moet in de discussie over sociale vergelijking en de effecten daar<strong>van</strong> ook rekening<br />
worden gehouden met de notie <strong>van</strong> zelfmonitoring. 38 Er is steeds sprake <strong>van</strong> individuele variatie<br />
in het verlangen of de neiging om zichzelf met anderen te vergelijken, hetzij met reële personen<br />
dan wel met personen die in reclame al dan niet geïdealiseerd in beeld komen. Individuen die<br />
hoog scoren op het vlak <strong>van</strong> zelfmonitoring houden over het algemeen meer rekening met<br />
sociale informatie, en in het bijzonder met normen die vertellen hoe individuen zich moeten