Vertrouwen in de school - Wetenschappelijke Raad voor het ...
Vertrouwen in de school - Wetenschappelijke Raad voor het ...
Vertrouwen in de school - Wetenschappelijke Raad voor het ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
toets<strong>in</strong>g en verdiep<strong>in</strong>g<br />
beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> jaren zestig, maar veel van <strong>de</strong> bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen zijn <strong>in</strong> later on<strong>de</strong>rzoek<br />
gerepliceerd (Cohn en Kottkamp 1993) en wor<strong>de</strong>n nu – bijna een halve eeuw later –<br />
nog steeds geldig geacht (zie Richardson en Placier 2001, Fullan 2007: 132-138).<br />
Volgens Lortie ligt <strong>de</strong> belangrijkste bron van bevredig<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> leraren <strong>in</strong> ‘psychic<br />
rewards’, d.w.z. <strong>de</strong> directe omgang met leerl<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> voldoen<strong>in</strong>g die leraren<br />
ervaren wanneer zij er<strong>in</strong> slagen hun leerl<strong>in</strong>gen iets te leren – <strong>de</strong> ‘vonk <strong>in</strong> <strong>de</strong> ogen’<br />
als plots <strong>het</strong> kwartje valt. Dit is een bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g die steevast <strong>in</strong> elk on<strong>de</strong>rzoek<br />
opnieuw wordt bevestigd (zie <strong>voor</strong> een Europees <strong>voor</strong>beeld Huberman 1993 en<br />
<strong>voor</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse data ocw 1999). Lortie vroeg <strong>de</strong> leraren ook hoe ‘een goe<strong>de</strong> dag’<br />
eruit ziet. Zon<strong>de</strong>r uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g draai<strong>de</strong>n hun antwoor<strong>de</strong>n om wat er <strong>in</strong> <strong>de</strong> klas<br />
gebeurt. Ze willen zich volledig kunnen richten op lesgeven en niet wor<strong>de</strong>n afgeleid<br />
door allerlei organisatorische verplicht<strong>in</strong>gen. “One senses their yearn<strong>in</strong>g for<br />
un<strong>in</strong>terrupted, productive engagements with stu<strong>de</strong>nts” (Lortie 1975: 175). Re<strong>de</strong>nen<br />
<strong>voor</strong> ontevre<strong>de</strong>nheid zijn dan ook al die zaken die hen van <strong>het</strong> primaire proces<br />
afhou<strong>de</strong>n, zoals leson<strong>de</strong>rbrek<strong>in</strong>gen of papierwerk.<br />
Uiteraard moet bij al <strong>de</strong>ze gegevens wor<strong>de</strong>n bedacht dat ‘<strong>de</strong>’ leraar niet bestaat.<br />
B<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> groep van leraren bestaan grote verschillen, tegenstell<strong>in</strong>gen en zelfs<br />
belangenconflicten. On<strong>de</strong>rzoek van Van Veen et al. (2001)on<strong>de</strong>r leraren <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>voor</strong>tgezet on<strong>de</strong>rwijs wijst op een diversiteit aan beroepsopvatt<strong>in</strong>gen. Een <strong>de</strong>el<br />
van <strong>de</strong> leraren is meer leerstofgericht (d.w.z. stelt <strong>de</strong> kennisoverdracht en <strong>de</strong> leraar<br />
centraal), een an<strong>de</strong>r <strong>de</strong>el is meer leerl<strong>in</strong>ggericht (d.w.z. stelt <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g en zijn<br />
leerproces centraal). De eerste resultaten van nog te verschijnen scp-on<strong>de</strong>rzoek<br />
bevestigen <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rscheid tussen leerstofgerichte en leerl<strong>in</strong>ggerichte docenten.<br />
Parallel daaraan loopt een verschillen<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> ‘<strong>het</strong> nieuwe leren’.<br />
“Hoe langer <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>voor</strong>tgezet on<strong>de</strong>rwijs en hoe meer leerstofgericht,<br />
hoe negatiever men is over <strong>de</strong> effecten van <strong>het</strong> ‘nieuwe leren’ <strong>voor</strong> <strong>het</strong> werk van<br />
docenten. Leraren die meer leerl<strong>in</strong>ggericht zijn en willen doorgroeien <strong>in</strong> management<br />
en on<strong>de</strong>rwijsontwikkel<strong>in</strong>g, zien <strong>het</strong> nieuwe leren veel meer als een <strong>voor</strong>uitgang<br />
<strong>voor</strong> <strong>het</strong> werk van docenten” (scp 2008: 272). Het scp vermoedt dat <strong>de</strong><br />
opkomst van <strong>de</strong> verenig<strong>in</strong>g Beter On<strong>de</strong>rwijs Ne<strong>de</strong>rland (bon) <strong>voor</strong> een belangrijk<br />
<strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> frustraties van <strong>de</strong> eerstgenoem<strong>de</strong>, meer leerstofgerichte groep is toe te<br />
schrijven.<br />
Het verschil <strong>in</strong> beroepsopvatt<strong>in</strong>gen tussen leraren is niet statisch maar dynamisch.<br />
Van Veen et al. (2001) laten zien dat <strong>de</strong> beroepsopvatt<strong>in</strong>g van leraren zich gelei<strong>de</strong>lijk<br />
aan <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van een meer leerl<strong>in</strong>ggerichte houd<strong>in</strong>g ontwikkelt. Volgens<br />
een on<strong>de</strong>rzoek van tns nipo ervaren <strong>de</strong> leraren <strong>voor</strong>al een functieverbred<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> sfeer van <strong>de</strong> zorg en <strong>de</strong> opvoed<strong>in</strong>g. Ook op an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len verschillen leraren<br />
on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g. Zo zijn sommige docenten <strong>voor</strong>al gericht op <strong>de</strong> klas en <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g,<br />
terwijl an<strong>de</strong>ren ook gericht zijn op wat er buiten <strong>de</strong> klas gebeurt, <strong>in</strong> <strong>de</strong> relatie met<br />
collega’s en <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>school</strong>organisatie (Van Veen 2001). Voorts laat Huberman (1993)<br />
167