Operationeel programma 2007 - Agentschap Ondernemen
Operationeel programma 2007 - Agentschap Ondernemen
Operationeel programma 2007 - Agentschap Ondernemen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6.5. Strategische Milieubeoordeling<br />
6.5.1. Situering<br />
Het doelstelling 2 - <strong>programma</strong> EFRO <strong>2007</strong>-2013 werd aan een milieu-evaluatie onderworpen<br />
op basis van de Europese Richtlijn 2001/42/EEG betreffende de beoordeling van de effecten<br />
van bepaalde plannen en <strong>programma</strong>’s op het milieu: de SEA Directive (Strategic<br />
Environmental Assessment = Strategische Milieubeoordeling). Deze Richtlijn heeft tot doel<br />
“voor een hoog niveau van milieubescherming te zorgen en bij te dragen tot de integratie van<br />
milieu-overwegingen in de voorbereiding en toepassing van plannen en <strong>programma</strong>’s met het<br />
oog op het stimuleren van duurzame ontwikkeling”. In bijlage I van de Richtlijn wordt<br />
vastgelegd welke informatie het milieurapport dient te bevatten. Deze bijlage I werd in de<br />
Vlaamse wetgeving en MER-praktijk verfijnd.<br />
Tevens werd rekening gehouden met de Working Paper on Ex Ante Evaluation1 waarin<br />
annex 3 richtlijnen geeft omtrent hoe om te gaan met de MER-plicht in het kader van de ex<br />
ante evaluatie in het kader van structuur- en cohesiefondsen.<br />
In het Vlaamse Decreet van 18 December 2002 wordt in artikel 4.1.6, indien meerdere<br />
rapportages moeten worden uitgevoerd, de mogelijkheid geboden om deze op elkaar af te<br />
stemmen, gelijk te laten lopen of te integreren (integratiespoor), in samenspraak met de<br />
verschillende administraties. Op die manier kan op een pragmatische en efficiënte manier<br />
invulling gegeven worden aan de MER-plicht, zonder afbreuk te doen aan het realiseren van<br />
de doelstellingen van de milieu-effectrapportage en aan de kenmerken ervan, zoals deze<br />
gedefinieerd worden in artikel 4.1.4. van MER Decreet dd. 18/12/2002.<br />
De milieubeoordeling bevat alle essentiële kenmerken zoals deze in artikel 4.1.4., paragraaf 2<br />
van het MER Decreet van 18/12/2002 gedefinieerd werden:<br />
- de systematische en wetenschappelijk verantwoorde analyse en evaluatie van de te<br />
verwachten, of in het geval van zware ongevallen mogelijke, gevolgen voor mens en<br />
milieu, van een voorgenomen actie en van de redelijkerwijze in beschouwing te nemen<br />
alternatieven voor de actie of onderdelen ervan, en de beschrijving en evaluatie van de<br />
mogelijke maatregelen om de gevolgen van de voorgenomen actie op een samenhangende<br />
wijze te vermijden, te beperken, te verhelpen of te compenseren.<br />
- de kwaliteitsbeoordeling van de verzamelde informatie<br />
- de actieve openbaarheid van de rapportage en de besluitvorming over de voorgenomen actie.<br />
Zodoende wordt ervoor gezorgd dat milieu-overwegingen kunnen geïntegreerd worden in de<br />
besluitvorming omtrent het operationeel <strong>programma</strong> en kan er worden over gewaakt dat :<br />
- het (economisch beleids)<strong>programma</strong> ook bijdraagt tot een verbetering van het leefmilieu in<br />
de betreffende gebieden;<br />
- dat potentiële effecten van het <strong>programma</strong> vroegtijdig kunnen gedetecteerd worden, zodat er<br />
waar mogelijk ook tijdig maatregelen kunnen genomen worden;<br />
- er conformiteit is met de bestaande Vlaamse en Europese natuur- en milieuwetgeving en de<br />
bestaande milieunormen, beleidsdoelstellingen en andere randvoorwaarden;<br />
6.5.2. Fasering<br />
De milieubeoordeling werd uitgevoerd in nauwe interactie met de milieu-administratie<br />
( dienst MER van de Vlaamse administratie) , waarbij tevens, conform de SEA richtlijn, de<br />
nodige aandacht werd besteed aan publieke participatie:<br />
OP EFRO oktober <strong>2007</strong> 175