Operationeel programma 2007 - Agentschap Ondernemen
Operationeel programma 2007 - Agentschap Ondernemen
Operationeel programma 2007 - Agentschap Ondernemen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Concreet, 4.683 ha minus het bouwrijp aanbod van 1.008 ha in heel Vlaanderen, geeft een<br />
beleidsopgave van 3.675 ha voor de komende planningsperiode <strong>2007</strong>-2012.<br />
Om te weten of dit volstaat om ervoor te zorgen dat er in elke subregio een afdoende aanbod<br />
is aan bouwrijpe percelen is dus een confrontatie met de verwachte vraag naar<br />
bedrijventerreinen per subregio noodzakelijk. Momenteel beschikt de Vlaamse overheid enkel<br />
over beleidsmatig aanvaarde vraagramingen op provinciaal niveau op basis van een studie<br />
uitgevoerd door IBM (2004) en niet op een relevanter subregionaal niveau. Op basis van deze<br />
IBM-studie wordt de ruimtebehoefte voor heel Vlaanderen voor de periode 2002-2017<br />
geraamd op 8.109 10 ha, dus pro rata voor de periode 2002-2012, 5.406 ha. Dit cijfer geeft de<br />
globale vraag weer uitgedrukt in netto hectaren (netto uitgeefbare percelen), terwijl ervan<br />
moet uitgegaan worden dat de nieuw bestemde terreinen slechts voor 70% uitgeefbaar zijn<br />
(omwille van infrastructuur en buffers).<br />
Bij wijze van conclusie kan worden gesteld dat deze beleidsopgave van 3.675 ha als een<br />
absoluut minimum moet worden beschouwd omdat de verwachte ruimtebehoefte (5.406 ha)<br />
hoger is dan het beoogd beschikbaar aanbod (4.683 ha) en dat er dus bovenop de<br />
inspanningen voor uitrusting en vermarkting van onbenutte percelen, inspanningen zullen<br />
nodig zijn in het kader van zorgvuldig ruimtegebruik en het voorkomen of remediëren van de<br />
verouderde bedrijventerreinen.<br />
Wat verouderde bedrijventerreinen / brownfields betreft, kunnen volgende gegevens vermeld:<br />
- raming verouderde bedrijventerreinen door <strong>Agentschap</strong> Economie op basis van enquêtes bij<br />
het bedrijfsleven over de toestand van het bedrijventerrein:<br />
Ruimtelijk-economisch onderzoek in Vlaanderen (in het kader van het SPRE) op basis van<br />
een uitgebreide enquêtering bij bedrijven, leert dat voor heel Vlaanderen 22,5% van de<br />
locaties/terreinen als verouderd worden beschouwd, maar nog wel voldoen aan de<br />
verwachtingen van bedrijfsleiders, maar dat 4,4% van de terreinen omwille van de<br />
veroudering niet meer voldoet als ‘professionele locatie’; in de veronderstelling dat de<br />
verdeling van de antwoorden evenredig is met de ruimte-inname, dan is 1750 ha<br />
bedrijventerrein aan herinrichting of opwaardering toe (voldoet niet meer waardoor<br />
bedrijven dreigen te verhuizen) en meer dan 10.000 ha verouderd is, maar nog niet<br />
noodzakelijk als problematisch wordt ervaren.<br />
- raming brownfields door OVAM in 1994: 1500 sites waarvan vele kleine;<br />
- raming van aantal potentiële brownfieldprojectgebieden:<br />
ambtshalve saneringen en herontwikkelingen (OVAM): enkele tientallen in<br />
onderzoeksfase en/of saneringsfase;<br />
overheid als cofinancier van herontwikkeling (PMV): 6 (2006);<br />
inschatting door externe consultant (PWC 2001): 61 brownfieldprojecten met<br />
herontwikkelingspotentieel (totaal > 926 ha) voor provincies Oost-Vlaanderen,<br />
10 Dit cijfer houdt er rekening mee dat de negatieve tewerkstellingsevolutie in bepaalde sectoren (industrie)<br />
mogelijkheden geeft om verouderde terreinen opnieuw op de markt te brengen. Deze negatieve ruimtebehoefte<br />
wordt voor 25% meegeteld in de globale ruimtebehoefteraming, wat als een ambitieus cijfer kan worden<br />
beschouwd.<br />
OP EFRO oktober <strong>2007</strong> 35