Operationeel programma 2007 - Agentschap Ondernemen
Operationeel programma 2007 - Agentschap Ondernemen
Operationeel programma 2007 - Agentschap Ondernemen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1.1.3.) Regionale spreiding van de welvaart<br />
De welvaart kan op twee wijzen in kaart gebracht worden 6 : naast het BBP per hoofd<br />
(geproduceerde welvaart per gebied) kan het beschikbaar inkomen per hoofd (inkomen dat de<br />
inwoners in een gebied daadwerkelijk in handen hebben) als maatstaf gebruikt worden.<br />
Het gemiddelde BBP per inwoner bedroeg 26.161 euro in het Vlaamse Gewest anno 2003.<br />
De verschillen tussen de Vlaamse arrondissementen kunnen echter groot zijn: Antwerpen<br />
scoort 25,3% hoger dan dit Vlaamse gemiddelde; het BBP per capita situeert zich in Tongeren<br />
40,5% lager. Veel heeft te maken met de aanwezigheid van nijverheidstakken in het gebied in<br />
kwestie. Sedert 1995 is de spreiding van het BBP per hoofd over de Vlaamse<br />
arrondissementen afgenomen. Dat wil zeggen dat de verschillen in welvaartsproductie kleiner<br />
worden. Dit is op zich een goed punt voor een beleid dat zich richt op het afvlakken van de<br />
welvaartsverschillen binnen Vlaanderen.<br />
Ook zijn er tussen de Vlaamse provincies enkele andere economische verschillen.<br />
West-Vlaanderen scoort op een aantal economische welvaartsindicatoren minder hoog dan het<br />
Vlaams Gewest. West-Vlaanderen draagt voor 17,6% bij voor het BBP van Vlaanderen. Dit is<br />
iets minder dan haar aandeel in de Vlaamse bevolking (18,9%). In 2003 was dit zo voor:<br />
- het BBP per inwoner (23.900 euro t.o.v. 25.700 euro in 2003)<br />
- het beschikbaar inkomen per inwoner (14.950 euro t.o.v. 15.800 euro in 2002)<br />
- de gemiddelde arbeidsproductiviteit per werknemer (64.800 euro t.o.v. 70.400 euro in<br />
2003)<br />
- de groei in bruto toegevoegde waarde over de periode 1995-2002 (reëel met 1,9%<br />
t.o.v. 2,2%)<br />
Daar moeten evenwel een aantal – vanuit economisch oogpunt gezien – positieve<br />
vaststellingen tegenover geplaatst worden. In West-Vlaanderen is de arbeidseenheidskost per<br />
werknemer in die mate lager (35.000 euro t.o.v. 39.300 euro, in 2002), dat ook de loonkost<br />
per eenheid product (0,55 euro t.o.v. 0,58 euro) er lager is en zo een concurrentieel voordeel<br />
biedt. Bovendien is het geloof in de eigen ontwikkeling er sterk aanwezig. De<br />
investeringsratio (24,6%) is hoger dan elders.<br />
Tussen 1995-2002 stegen de investeringen er gemiddeld met 4,1%, wat meer is dan het<br />
Vlaamse gemiddelde.<br />
Oost-Vlaanderen scoort op het BBP per inwoner (22.890 euro t.o.v. 25.722 euro) en op de<br />
gemiddelde arbeidsproductiviteit per werknemer (68.235 euro t.o.v. 70.365 euro) minder<br />
hoog dan het Vlaamse Gewest. e groei in bruto toegevoegde waarde over de periode 1995-<br />
2002 (reëel met 2,4% t.o.v. 2,2%) is iets beter dan het Vlaams gemiddelde. Het beschikbaar<br />
inkomen per inwoner is vrijwel gelijk aan dat van Vlaanderen (15.792 euro t.o.v. 15.784 euro<br />
in 2002). Dit wijst erop dat de welvaart uit andere productievere regio’s wordt “ingevoerd”,<br />
voornamelijk door pendel naar Brussel. Ook op andere vlakken kunnen de zwakkere<br />
prestaties gecompenseerd worden. Tegenover de matige arbeidsproductiviteit staan<br />
arbeidseenheidskosten die onder het Vlaamse gemiddelde liggen (37.788 euro t.o.v. 39.270<br />
euro in 2002). Helaas leidt dit niet tot een concurrentieel voordeel: de loonkosten per eenheid<br />
6 De bron van alle gebruikte gegevens is het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR), desgevallend<br />
bewerkt door de Studiedienst van de Vlaamse Regering.<br />
OP EFRO oktober <strong>2007</strong> 8