Operationeel programma 2007 - Agentschap Ondernemen
Operationeel programma 2007 - Agentschap Ondernemen
Operationeel programma 2007 - Agentschap Ondernemen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1.1.2.) Internationale vergelijking van de levensstandaard en zijn structurele<br />
determinanten<br />
Wanneer de welvaart van Vlaanderen geanalyseerd wordt aan de hand van het BBP uitgedrukt<br />
in koopkrachtpariteiten (KKP) 2 , dan kan met de positie van Vlaanderen in Europese context<br />
globaal als gunstig typeren. . Met een KKP van 26.909,8 euro per inwoner was het Vlaams<br />
Gewest in 2003 één van de meest welvarende regio’s van Europa. 3 Zowel het EU-15 als het<br />
nieuwe EU-25 gemiddelde ligt lager, respectievelijk op 23.300 en 21.200 euro. Van de<br />
buurregio’s doet enkel West-Nederland het beter.<br />
BBP per capita in KKP (2003)<br />
Baden-Württemberg 26.419,0<br />
Nordrhein-Westfalen 23.093,9<br />
Rheinland-Pfalz 20.357,6<br />
Catalonië 24.452,2<br />
Vlaams Gewest 26.909,8<br />
Lombardije 29.660,1<br />
Nord-Pas-De-Calais 19.399,8<br />
Rhône-Alpes 24.470,7<br />
West-Nederland 28.430,1<br />
Zuid-Nederland 24.382,8<br />
EU 15 23.300,0<br />
EU 25 21.200,0<br />
Vlaanderen heeft deze goede positie reeds verscheidene jaren en versterkt deze zelfs nog. Zo<br />
scoorden in 2000 de vier groeiregio’s, Baden-Württemberg, Rhône-Alpes, Lombardije en<br />
Catalonië nog beter dan Vlaanderen, terwijl in 2003 enkel nog Lombardije een grotere<br />
welvaart produceerde.<br />
Dit geeft evenwel geen volledig beeld van de Vlaamse economische situatie. De score van het<br />
BBP hangt af van de volgende deeldeterminanten: het bevolkingsprofiel, de<br />
werkzaamheidsgraad en de arbeidsproductiviteit. De werkzaamheidsgraad en de<br />
arbeidsproductiviteit kunnen nog verder opgesplitst worden. De werkzaamheidsgraad is de<br />
resultante van enerzijds de participatiegraad (hoeveel % van bevolking op arbeidsleeftijd dat<br />
wil werken) en anderzijds de effectieve inschakeling van arbeidskrachten (% van de<br />
werkwillenden die effectief een job vinden). De arbeidsproductiviteit wordt bepaald door de<br />
economische structuur (belang van hoog/laag productieve sectoren) en de gemiddelde<br />
productiviteit binnen de individuele sectoren 4 .<br />
2 BBP uitgedrukt in koopkrachtpariteiten waardoor rekening wordt gehouden met verschillen in prijsniveau<br />
tussen landen en regio’s.<br />
3 Dit zijn de cijfers na correctie voor pendelbewegingen van en naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.<br />
4 “Tweede rapport over het concurrentievermogen van de Vlaamse Economie’, Prof. Dr. Koen De Backer, Prof.<br />
Dr. Leo Sleuwaegen, Steunpunt ondernemerschap, ondernemingen en innovatie”.<br />
<br />
OP EFRO oktober <strong>2007</strong> 6