De Eiwittransitie - Eerste Kamer der Staten-Generaal
De Eiwittransitie - Eerste Kamer der Staten-Generaal
De Eiwittransitie - Eerste Kamer der Staten-Generaal
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
5.2. Stappen voor het ontwerpen van consumentenbeleid<br />
Bij het ontwerpen van milieupsychologische instrumenten is het zinvol vier stappen<br />
te doorlopen. Het nu volgende stoelt op de aanpak van McKenzie-Mohr (McKenzie-<br />
Mohr and Smith 1999), met de naam community-based social marketing, aangevuld<br />
met inzichten uit transitiemanagement.<br />
Stap 1. Formuleer het gewenste gedrag<br />
Voor effectief beleid moet eerst duidelijk zijn welk gedrag gewenst is. Bijvoorbeeld:<br />
duurzame mobiliteit kan een beleidsdoel zijn, maar het faciliteren van het gebruik<br />
van de fiets vraagt om an<strong>der</strong>e instrumenten dan zuinig rijden. Een “klimaatneutrale<br />
kantine” vraagt een an<strong>der</strong>e aanpak dan het faciliteren van “vaker vegetarisch”.<br />
Bij de eiwittransitie is het gewenste gedrag nog niet duidelijk. Dat komt niet alleen<br />
doordat de ministeries er nog geen uitspraak over doen; het ligt ook aan de aard van<br />
het domein voeding. Het zusterproject van Blonk geeft wel aanwijzingen (min<strong>der</strong><br />
geïmporteerde biefstuk, in totaal min<strong>der</strong> eten, min<strong>der</strong> zuivel), maar er zijn vele<br />
variaties denkbaar en sommige common sense ideeën zoals “vegetarisch is per<br />
definitie beter” moeten misschien op de schop. Ver<strong>der</strong> zijn er strategieën voor<br />
optimalisatie denkbaar op verschillende niveaus: binnen producten 63 , binnen<br />
maaltijden 64 en binnen voedselconsumptiepatronen 65 . Hoe een veran<strong>der</strong>ing binnen<br />
zo’n patroon uitpakt, is afhankelijk van aannames over en weging van de<br />
duurzaamheidindicatoren: komt het product van ver of dichtbij, hoe is het verwerkt<br />
en vervoerd, hechten we meer aan dierenwelzijn of aan biodiversiteit, waarmee<br />
vervangt een consument het product? Kortom, in milieutechnische zin is voeding<br />
complex.<br />
We stellen vast dat er een veelheid aan mogelijke, wenselijke oplossingsrichtingen<br />
c.q. gewenste gedragingen is. Welke richting ‘goed’ is hangt af van keuzes die een<br />
technoloog of wetenschapper niet kan maken, maar die in dialoog met de<br />
samenleving tot stand moeten komen.<br />
Hoe om te gaan met deze pluriformiteit? Hier biedt transitiemanagement soelaas. In<br />
een normatief-participatief beleidsproces (bijvoorbeeld in de vorm van een<br />
transitiearena) genereren partijen samen meer<strong>der</strong>e streefbeelden, plus de wegen<br />
ernaartoe. Dit kan resulteren in specificaties van gewenst gedrag, wat twee voordelen<br />
heeft. Ze komen voort uit de betrokkenen zelf - wat de haalbaarheid ervan verhoogten<br />
ze worden gedragen door deze partijen, wat de noodzaak tot controle en dwang<br />
vermin<strong>der</strong>t. Pluriformiteit aan oplossingsrichtingen (bijvoorbeeld gewenste<br />
gedragspatronen) hoeft ook vanuit de milieupsychologie geen probleem te zijn.<br />
63 Bijvoorbeeld door het produceren van samenstellingen uit plantaardige en dierlijke eiwitten,<br />
waardoor het aandeel dierlijke eiwitten verlaagd wordt<br />
64 Bijvoorbeeld door biefstuk te vervangen door kip<br />
65 Bijvoorbeeld door over te stappen op een aantal dagen veganistisch per week<br />
48