De Eiwittransitie - Eerste Kamer der Staten-Generaal
De Eiwittransitie - Eerste Kamer der Staten-Generaal
De Eiwittransitie - Eerste Kamer der Staten-Generaal
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
gewoontegedrag. Dit zijn immers vaak aangehaalde concepten bij het verklaren van<br />
gedrag.<br />
A propos attitude: in theoretische zin is dit concept opgebouwd uit drie<br />
componenten: gevoel, gedrag, en cognities. Cognities staan uitgebreid beschreven.<br />
Gedrag is de resulterende variabele. Gevoel of ‘affect’ of ‘emotie’ werd hier niet<br />
besproken; marketing- en communicatieadviesbureaus (reclamebureaus) maken<br />
intensief gebruik van deze factor. Het vereist durf en creativiteit; het is de vraag of<br />
een normatief participatief beleidsproces geëigend is voor het ontwerpen van een<br />
instrument met een <strong>der</strong>gelijk karakter.<br />
A propos gewoontegedrag: de beste voorspeller van toekomstig gedrag is bestaand<br />
gedrag. Echter, hiermee verplaatsen we het probleem: gewoontegedrag is een black<br />
box die zelf we<strong>der</strong>om geopend moet worden om aanknopingspunten te kunnen<br />
bieden voor beleid. Wél werpt het concept gewoontegedrag een relevante vraag op:<br />
“hoe kunnen we gewoontes doorbreken?”. In transitietheorie spreken we in dit ka<strong>der</strong><br />
wel van een punctuated equilibrium (Gersick 1991). Dit verwijst naar een paradigma<br />
waarin veran<strong>der</strong>ing niet incrementeel, maar op revolutionaire wijze tot stand komt.<br />
Vanuit de psychologie kennen we dit paradigma middels Kurt Lewin’s ideeën over<br />
freezing en unfreezing. Dit zou voor ons probleem kunnen betekenen dat het succes<br />
van interventies om consumentengedrag te veran<strong>der</strong>en sterk afhangt van het een<br />
geschikt window of opportunity. Met an<strong>der</strong>e woorden: de hierboven besproken<br />
factoren zijn wel relevant om gedrag te faciliteren, maar persoonlijke veran<strong>der</strong>ing kan<br />
ook heel plotseling tot stand komen op een manier die niet logisch tot deze factoren te<br />
herleiden is, omdat in tijden van veran<strong>der</strong>ing mogelijk an<strong>der</strong>e ‘wetten’ gelden dan in<br />
tijden van stabiliteit. Transitiekunde bestudeert dit paradigma.<br />
77