De Eiwittransitie - Eerste Kamer der Staten-Generaal
De Eiwittransitie - Eerste Kamer der Staten-Generaal
De Eiwittransitie - Eerste Kamer der Staten-Generaal
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
was, zelfs in jaren die el<strong>der</strong>s door hoge graanprijzen en honger werden<br />
gekenmerkt. Tot de opkomst van de aardappel (17e eeuw) vormde het<br />
brood dan ook een belangrijk on<strong>der</strong>deel van het eetpatroon van<br />
Amsterdam en zijn directe omgeving.”<br />
(Jobse-Van Putten, 1995, p. 261)<br />
Jaren '80: de energiecrisis: tweede drukgolf<br />
<strong>De</strong> energiecrisis nam in haar kielzog de productie van eiwitten mee. Onze<br />
afhankelijkheid van het buitenland voor de productie van veevoer (begin jaren tachtig<br />
hadden de EG-landen een zelfvoorzieningsgraad van 20%) werd pijnlijk duidelijk<br />
toen de prijzen van veevoer snel stegen. Er werd gereageerd met verkenning van<br />
alternatieven: zetmeelbedrijf AVEBE experimenteerde met de terugwinning van<br />
eiwitten (voor menselijke consumptie) uit hun afvalwater, en er werd begonnen met<br />
het verbouwen van erwten en veldbonen als ingrediënten voor veevoer. Via EGsteunmaatregelen<br />
(gekoppeld aan de prijs van buitenlands soja) werd de productie<br />
van peulvruchten gestimuleerd. Het ontbreken van an<strong>der</strong>e motieven dan de subsidie<br />
bleek toen deze productie onmiddellijk inzakte met het afbouwen van de subsidies<br />
(<strong>De</strong>kker 2008).<br />
Anno nu<br />
<strong>De</strong> huidige economische betekenis van de sector is omstreden. <strong>De</strong> kengetallen zoals<br />
vermeld in het jaarverslag van het Productschap Vlees, Vee en Eieren (PVE 2006)<br />
laten het volgende zien:<br />
- de veehou<strong>der</strong>ijsector is goed voor 4% van ons BNP;<br />
- aandeel vee, vlees en eieren in de productiewaarde van de primaire sector:<br />
22,5%;<br />
- totale productie vee, vlees en eieren: 2,7 miljoen ton; met een productiewaarde<br />
4,7 miljard euro;<br />
- uitvoer: 2,2 miljoen ton (dus 81% van 2,7 miljoen ton); met een productiewaarde<br />
5,8 miljard euro;<br />
- uitvoer zuivel heeft een productiewaarde van 3,7 miljard euro;<br />
- invoer vee, vlees en eieren: 1,1 miljard ton, met een productiewaarde 2,5 miljard<br />
euro;<br />
- verbruik in NL: 1,4 miljoen ton. Dat is 86 kg per capita (karkasgewicht).<br />
Factor 'inkomen'<br />
<strong>De</strong> gegevens over ‘handel en distributie’ laten zien dat in onze handelsnatie het<br />
aanbod al geruime tijd geen beperkende factor meer is. Tot voor kort werd de<br />
consumptie van dierlijke proteïnes dus niet bepaald door de beschikbaarheid van<br />
aanbod, maar door het inkomen van een individu. <strong>De</strong> facto waren vlees en kaas lange<br />
tijd onbetaalbaar voor grote delen van de bevolking. Pas in de jaren ’50 van de 20ste<br />
eeuw wordt vlees een normaliteit door alle sociaal-economische lagen van de<br />
bevolking heen (Jobse-Van Putten, 1995).<br />
69