De Nederlandsche Bank - Jaarverslag DNB 2011
De Nederlandsche Bank - Jaarverslag DNB 2011
De Nederlandsche Bank - Jaarverslag DNB 2011
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Tabel 6.3 - Eurobiljetten in circulatie 2010<br />
Aantal in miljoenen, waarde in EUR miljarden<br />
Aantal biljetten in omloop<br />
passeert 14 miljard<br />
Het betalings- en effectenverkeer<br />
EUR 500 EUR 200 EUR 100 EUR 50 EUR 20 EUR 10 EUR 5 Totaal<br />
Aantallen 576 181 1.551 5.550 2.752 2.039 1.522 14.171<br />
Waarde 288 36 155 278 55 20 8 840<br />
Groeipercentage 2,1% 1,4% 5,4% 6,7% 2,3% -0,1% 1,6%<br />
6.7 Munten en bankbiljetten<br />
6.7.1 Circulatie van bankbiljetten en munten<br />
<strong>De</strong> vraag naar eurobiljetten blijft toenemen. Ultimo 2010 waren in totaal<br />
14,2 miljard biljetten in omloop met een waarde van EUR 840 miljard.<br />
Ten opzichte van 2009 is dit een toename van circa 4%, zowel in aantallen als in<br />
waarde. vooral de vraag naar EUR 100- en EUR 50-biljetten is gestegen (zie tabel<br />
6.3). <strong>De</strong> vraag naar de twee hoogste coupures is in 2010 weer gestabiliseerd.<br />
<strong>De</strong>ze maakte in 2008 en 2009 nog een sterke groei door. Mede door de<br />
spanningen op de financiële markten werden deze coupures in toenemende<br />
mate aangehouden als spaargeld. In waarde gemeten bleef het aandeel van de<br />
EUR 500 het grootst met 34%. Het EUR 50-biljet is het meest in omloop (39%).<br />
Ook het aantal door de centrale banken van het eurogebied in circulatie<br />
gebrachte euromunten is in 2010 verder toegenomen. Eind 2010 bedroeg het<br />
aantal 92,9 miljard met een waarde van EUR 22,3 miljard. In vergelijking met<br />
eind 2009 betekende dat een toename van respectievelijk 6,2 en 4,5%. <strong>De</strong> drie<br />
laagste denominaties bleven niet alleen in absolute aantallen het meest in<br />
omloop maar vertoonden ook nog de grootste groei.<br />
Hoeveel eurobiljetten en -munten in Nederland in omloop zijn en wat de<br />
waarde daarvan is, is sinds de invoering van de euro niet meer met voldoende<br />
precisie vast te stellen. Wel staat vast dat <strong>DNB</strong> en de commerciële banken de<br />
afgelopen jaren minder bankbiljetten verwerken. Dit is in lijn met de ontwikkeling<br />
dat het gebruik van contant geld in Nederland afneemt. <strong>De</strong> meest<br />
voorkomende biljetten in het land zijn de EUR 50 en lager. Bij de munten komt<br />
de 5 eurocent het meest voor. Het aantal 5 eurocent munten maakt bijna een<br />
derde van het totaal aantal munten uit en vertoont van alle denominaties nog<br />
steeds het grootste groei percentage. Na de succesvolle muntenruil in 2009<br />
hebben de Finse en Nederlandse autoriteiten ook voor 2010 besloten tot een ruil<br />
van munten van 5 eurocent en 2 euro. Daarmee is voorkomen dat beide landen<br />
munten zouden moeten slaan terwijl elders binnen het eurogebied overschotten<br />
aanwezig zijn. Dit is gunstig zowel uit een oogpunt van kosten als van het<br />
milieu.<br />
6.7.2 Productie van eurobankbiljetten<br />
Het Eurosysteem heeft in 2010 ruim 7 miljard biljetten laten drukken, 3 miljard<br />
minder dan in 2009. Dit komt vooral doordat in 2009 extra voorraden zijn<br />
aangelegd met het oog op de benodigde productiecapaciteit voor de introductie<br />
van de nieuwe serie eurobiljetten over enkele jaren. Nederland droeg in 2010<br />
zorg voor de levering van in totaal een kleine 500 miljoen bankbiljetten.<br />
<strong>De</strong>ze biljetten worden geleverd door de Franse drukker Oberthur Technologies<br />
en door Joh. Enschedé te Haarlem. <strong>DNB</strong> heeft in februari <strong>2011</strong> de openbare<br />
Europese aanbesteding afgerond voor de levering van eurobankbiljetten voor<br />
2012. Het drukcontract gaat naar de Duitse drukkers Bundesdruckerei en<br />
128 <strong>DNB</strong> / <strong>Jaarverslag</strong> 2010