Nieuw onconventioneel beleid in eurogebied, Japan en VS Voorzichtige start met budgettaire exit in opkomende economieën … Mondiale economische ontwikkelingen Wat betreft het onconventionele monetaire beleid viel vooral het uiteenlopende beleid tussen centrale banken van de geïndustrialiseerde landen vanaf het voorjaar van 2010 op. Onder invloed van het economische herstel begonnen veel centrale banken in het begin van het jaar met het afbouwen van de crisismaatregelen. <strong>De</strong> Europese schuldencrisis vormde voor de Europese Centrale <strong>Bank</strong> (ECB) vanaf mei echter de aanleiding om een aantal maatregelen te nemen. Naast het deels weer terugdraaien van de afbouw van de crisismaatregelen, sprong het ‘securities Markets Programme’ het meest in het oog. Dit tijdelijke opkoopprogramma van publiek en privaat schuldpapier richt zich op enkele niet-functionerende markten voor met name overheidspapier, die de monetaire transmissie dreigden te verstoren (zie paragraaf 3.3). <strong>De</strong> <strong>Bank</strong> of Japan besloot in het najaar tot nieuwe maatregelen, nadat zij eerder in het jaar een einde had gemaakt aan de meeste tijdelijke faciliteiten en opkoopprogramma’s. Naast de steunaankoop van circa UsD 25 miljard in september om de appreciatie van de yen tegen te gaan, breidde de <strong>Bank</strong> of Japan haar kredietfaciliteiten voor financiële instellingen uit. Daarnaast besloot zij in oktober tot een nieuw aankoopprogramma van in totaal JPY 5 triljoen (circa 1% bbp) van staats- en bedrijfsobligaties en handelspapier, waarmee een verdere monetaire versoepeling werd beoogd. <strong>De</strong> amerikaanse Fed kondigde in november een nieuwe ronde van kwantitatieve verruiming aan vanwege de moeizaam herstellende arbeidsmarkt en de vrees voor deflatie. Met dit besluit kan de Fed voor UsD 600 miljard aan langlopend amerikaans overheidspapier opkopen in de periode november 2010 tot juni <strong>2011</strong>. al eerder kocht de Fed voor UsD 300 miljard aan langlopend amerikaans overheidspapier en voor UsD 1.450 miljard aan private vermogenstitels op. 2.5 Budgettaire consolidatie gestart Tabel 2.2 - Overheidstekort en overheidsschuld Procenten bbp <strong>De</strong> overheidsfinanciën zijn in een aantal landen drastisch verslechterd door het expansieve begrotingsbeleid en de steunmaatregelen voor de financiële sector in de jaren 2007-2009. Met het economische herstel in 2010 werd een zeer voorzichtig begin gemaakt met het op orde brengen van de overheidsfinanciën Begrotingssaldo Structurele begrotingssaldo Overheidsschuld 2008 2009 2010 2008 2009 2010 2008 2009 2010 Geïndustrialiseerde landen - 3,6 - 8,8 - 7,9 - 3,3 - 5,5 - 5,9 79,2 91,4 96,5 Verenigde Staten - 6,5 - 12,7 - 10,6 - 4,6 - 6,7 - 7,5 71,2 84,6 91,2 Eurogebied - 2,1 - 6,4 - 6,4 - 2,8 - 4,6 - 4,7 69,6 78,9 84,3 Japan - 4,1 - 10,1 - 9,4 - 3,6 - 6,8 - 7,6 195,0 217,4 220,7 Verenigd Koninkrijk - 4,9 - 10,3 - 10,3 - 5,6 - 8,3 - 8,1 52,0 68,3 77,2 Opkomende economieën - 0,7 - 4,8 - 4,1 - 2,4 - 4,6 - 4,3 35,4 37,2 36,9 China - 0,4 - 3,1 - 3,1 - 0,8 - 3,4 - 3,4 17,0 17,7 18,4 India - 7,9 - 10,2 - 9,8 - 10,0 - 10,9 - 10,3 74,0 77,8 75,7 Brazilië - 1,4 - 3,1 - 2,6 - 2,1 - 2,0 - 2,8 70,7 67,9 65,7 Rusland 4,3 - 6,2 - 4,2 3,0 - 3,4 - 2,4 7,8 10,9 10,4 Bron: IMF. 60 <strong>DNB</strong> / <strong>Jaarverslag</strong> 2010
… en, onder druk van de markt, ook in enkele geïndustrialiseerde landen Mondiale economische ontwikkelingen (zie tabel 2.2). Het waren vooral de olie-exporterende landen die hun begrotingstekorten zagen afnemen dankzij de hogere olieprijzen. In de opkomende economieën kwam het gemiddelde begrotingstekort uit op 4,1% bbp, 0,7 procentpunt lager dan in 2009, terwijl het onderliggende tekort in deze groep landen met ongeveer 0,3 procentpunt verbeterde. <strong>De</strong> overheidsfinanciën van deze groep landen profiteerden vooral van het krachtige economische herstel in dit deel van de wereld en in mindere mate van bezuinigingsmaatregelen en lagere rentebetalingen. <strong>De</strong> gemiddelde overheidsschuld in deze landen was stabiel op ongeveer 37% bbp. In de ontwikkelde landen is het budgettaire beeld minder rooskleurig. Weliswaar daalde het begrotingstekort met gemiddeld 0,9 procentpunt naar 7,9% bbp, maar daarentegen nam het structurele begrotingstekort met 0,4 procentpunt toe naar 5,9% bbp in 2010. Ook de gemiddelde overheidsschuld in de ontwikkelde landen nam snel toe en kwam uit op 96,5% bbp eind 2010. voor sommige landen namen de zorgen over de houdbaarheid van de overheidsfinanciën substantieel toe (zie paragraaf 1.2.1 en paragraaf 3.4). Overigens zijn de budgettaire ontwikkelingen binnen de ontwikkelde landen zeer heterogeen. In ongeveer de helft van de landen daalde het begrotingstekort. vooral landen die onder druk van de markt kwamen te liggen, zoals Griekenland en Portugal en landen die stevige consolidatieplannen afkondigden, slaagden erin het tekort omlaag te brengen. In de andere helft van de landen, waaronder Frankrijk, Duitsland en de verenigde staten, steeg het begrotingstekort in het verslagjaar onder meer door budgettaire stimuleringspakketten. 61 <strong>DNB</strong> / <strong>Jaarverslag</strong> 2010