De Nederlandsche Bank - Jaarverslag DNB 2011
De Nederlandsche Bank - Jaarverslag DNB 2011
De Nederlandsche Bank - Jaarverslag DNB 2011
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
algemeen Overzicht<br />
schuwingen geven of aanbevelingen doen. Daartoe wordt onder andere, in<br />
samenwerking met de nieuwe Europese toezichthouders, een zogenoemd ‘risk<br />
dashboard’ opgezet.<br />
<strong>De</strong> EsRB is belangrijk, omdat de ontwikkeling van macroprudentieel beleid<br />
vergaande internationale samenwerking vereist. Wel moet worden vermeden dat<br />
de werkzaamheden van de EsRB blijven steken in het verzamelen en analyseren<br />
van informatie en het bijhouden en bespreken van scoreborden. Dat is niet de<br />
intentie, maar vaak wel het resultaat van ‘Europese processen’ die de beleidsverantwoordelijkheid<br />
in overwegende mate bij de lidstaten laten. verder moet<br />
ervoor worden gezorgd dat de inspanningen zich niet eenzijdig richten op het<br />
adresseren van bekende en meetbare risico’s, maar ook oog hebben voor<br />
fundamentele onzekerheid, die voortvloeit uit de complexiteit van het financieel-economische<br />
systeem.<br />
veelgenoemde voorbeelden van instrumenten van macroprudentieel beleid zijn<br />
anticyclische kapitaalbuffers en maximale schuldratio’s. Ook Bazel III introduceert<br />
zulke instrumenten, terwijl de nieuwe liquiditeitseisen eveneens een<br />
belangrijke bijdrage aan de vermindering van het systeemrisico zullen leveren.<br />
Een belangrijk punt van nader onderzoek is verder de vraag in hoeverre<br />
instrumenten van macroprudentieel beleid passief of actief moeten worden<br />
ingezet. In het eerste geval liggen de maximale schuldratio’s voor lange tijd vast,<br />
in het laatste geval worden zij veranderd naar gelang de omstandigheden.<br />
Overigens leren de ervaringen met conjunctuurbeleid dat een activistische<br />
benadering belangrijke nadelen kent.<br />
Onvoldoende buffers in Nederland: de pensioenproblematiek<br />
In de zomer kwam naar buiten dat sommige Nederlandse pensioenfondsen<br />
zouden moeten afstempelen. Doordat echter sindsdien de rente en de aandelenkoersen<br />
zijn gestegen en enkele werkgevers hebben bijgestort, was de financiële<br />
positie van pensioenfondsen aan het eind van het jaar weer wat verbeterd,<br />
ondanks het feit dat met een hogere levensverwachting moest worden gerekend.<br />
Dit betekent niet dat de pensioensector uit de problemen is, want de dekkingsgraden<br />
zijn nog lang niet op een niveau dat er (volledig) geïndexeerd kan<br />
worden.<br />
Het huidige pensioenstelsel staat ook structureel onder grote druk. Dat komt<br />
deels door de forse stijging van de levensverwachting. Minstens even belangrijk<br />
is echter dat de kapitaalbuffers van pensioenfondsen over de afgelopen twee<br />
decennia sterk geërodeerd zijn. In 1990 was de gemiddelde nominale dekkingsgraad<br />
nog 223%, eind 2010 was die circa 107%. <strong>De</strong>ze ontwikkeling was het<br />
resultaat van een trendmatige rentedaling, premies die te laag waren ten<br />
opzichte van de rechten van deelnemers en andere kosten waarmee het stelsel<br />
werd belast, zoals bijvoorbeeld die van vervroegde uittreding, en een beleggingsbeleid<br />
dat – zeker achteraf bezien – te risicovol was. <strong>De</strong> rekening daarvan ligt nu<br />
op tafel.<br />
Inmiddels is een nieuw pensioencontract in de maak, dat voor de deelnemers<br />
aanzienlijk minder garanties kent dan het huidige contract en tegelijkertijd de<br />
fondsen aanzet tot het nemen van meer beleggingsrisico’s. Dat is primair een<br />
keuze van werknemers en werkgevers. Wel mag worden verlangd dat duidelijk<br />
aan de deelnemers wordt uitgelegd wat de consequenties van die keuze zijn, in<br />
goede tijden, maar vooral ook in slechte tijden. Omdat een pensioenregeling<br />
een verplichte arbeidsvoorwaarde is, waarvoor loon wordt ingehouden, moet de<br />
31 <strong>DNB</strong> / <strong>Jaarverslag</strong> 2010